Gard Sivik. Jaargang 3(1958)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] alphabet des sourds-muets Dat wel, hij had een zakformaat-tabel. Eén vingerwijzing, één oogopslag en zie! hij beschikte over: formaat en datum, kleur en duur voor het feilloos evoceren ener gewenste stemming. Voeg daarbij de barometer in zijn bolhoed, de zilveren stemvork aan een zilveren kettinkje bungelend. Voorzagen voor hem (man van de klok) elk wenselijk moment om te wisselen. Gaven hem (vrij goede verstaander) dit in een half woord te kennen, een bedekte term, een fluittoon. Maar owee, in een overhitte kamer sluimerde hij in, wist niet meer van tijd, van plaats en merkte (anders zo nauwlettend) niet, voelde niet de minimale luchtverplaatsing door een driftig kogeltje cirkelend om zijn hoofd, merkte hij niet, voelde hij niet, evenmin de meer dan normale storingen (ongehoord) in het lichtnet, het niet meer toevallig te noemen aan- en uitgaan van het groene radio-Oog en tenslotte (tegen twaalven) het komplete, later nooit geëkskuseerde uitvallen van een zender. Wie beschrijft zijn droefheid als bij het ontwaken zijn stemvork magneties blijkt en zijn toeverlaat, zijn vertrouwd glossarium van grafiese tekens een verouderd alfabet met 25 vingerstanden voor doofstommen. Als hij aan den lijve (oog, oor, tong) ondervindt de door hem zelf gepredikte zwijgplicht voor ouden van dagen en ouders. Vorige Volgende