Gard Sivik. Jaargang 3(1958)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] osmose [I] Een brief van duizend woorden schrijven losse ledematen in een jutezak genaaid een vechtpartij die handen vol bloed aan de daken wrijft vluchten duizend mijlen in de netmaag van een trein door het galzuur van een landschap door de poriën van darm en ingewanden reizend: ruggelings vertederd in het smalle graf van heiligzijn weet je nog? met de klanken op gespannen voet acrobaat was ik en leraar turnen mededeelzaam in de tafels een maal een en twintig en attendant ton retour j'ai suivi ton apparence paren met de huiver in de spieren van de haven in het trillen van in de misthoorn van verzadigd onherbergzaam stranden in de achteloze brief van 1000 woorden sept. '52 [pagina 20] [p. 20] [II] Wachten op groot en hevig worden aangelengd het lichaam dat langaan als een heuvel ligt gespreid en aan het wachten herken ik het ik springend en rubbertappend in de bomen van heden het heden en morgen de zon die water het water en damp tot bloesem slijt steden die op palen staan steden met levende ingewanden steden die op ijzerwater lopen steden ik stad steden ik ruim u uit ik steel uw gedachten ik vang uw boodschap steden ik brand en met stenen gooi ik mij steden ik ga in het wonder van de weerzin onder mei '52 [pagina 21] [p. 21] [III] Het vuur dat in het luchtleeg stikt en wappert met de laatste schrijnende vlagen geluk hetzelfde vuur dat in het bloed van ijzer moleculen stilte bouwde en stierf in de polsslag van omhelzen (en alleengebleven koud als houten regen in de boom van honger wordt gespijkerd als afweer tegen verbannen en bezetenzijn inhoud ziel en lichaamzijn) baart een zon die kleur mengt met muziek en in het witte vlak de vingers van Corneille achterhaalt een zon van vuur die op de vleugels van de doodslaapvlieg een alfabet van hitte tekent sept. '52 Vorige Volgende