Gard Sivik. Jaargang 3(1958)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] tarzan zweeft O zo sidderend van ruimtevrees, zo zweven geologen aan gele lianen door onze dunbesneeuwde tunnels voorbij. Als een wirwar van geweren als het meervoud van 1 weerlicht op zondag en nog sneller dan de snelste der padden zweeft tarzan in een zweeftoestel van rustig fabrikaat en wuift, als was het kinderspel, een handje naar beneden. Doch hoger dan de huizen van hun zusters filosofen bezingen geologen dozijnen pianoos uit elkaar en kanibalen mogen zelfs met kleine beetjes proeven van de uitgelezen koningin, die in alle waardigheid haar verse vriendschapsbanden. nauwer naar haar centrum toehaalt. Maar tarzan wuift vanuit zijn snuivend zweefvliegtuig en laat het frühstücken begaan. Strategen slikken hun fletse uurwerken in en ook de koning maakt muziek met zijn tanden. (Tango). In de bomen slaat een groen ballet zijn tenten op, apen presenteren het wapen en een brandblusapparaat verliest zijn jongste telg in togo. Arme geologen. Hoor hoe aan hun witte schroeven reine negerinnen loeien, in hun morgenslaap het meesterschap verliezend over hun nog frisse, hardgekookte zuignap: De tijd is daar om ons te melken, dierbaar Belgenland. De tovenaars scheuren hun togaas aan rimram. De arme geologen hebben zich niet een ontpopt. Maar tarzan zweeft en zegt met snelheid: Ik zweef, gij zweeft, ik heb de hielen van een zwever. Vorige Volgende