paul snoek / iets over de balmooz
voor L.P. Boon
De Balmooz is een speciaal uit verende materialen samengesteld gebouw. Derhalve kan zij tegen een stoot. Door haar elasticiteit is de Balmooz uitermate geschikt om opgericht te worden op moerassige en/of aan aardbevingen onderhevige gronden. Naast de eigenschap der rekbaarheid is de Balmooz draagster van heel wat andere kwaliteiten. Totnogtoe werd in de bouwkunde en materialenleer weinig of geen rekening gehouden met factoren van andere dan geografische en demografische aard. Welnu, de Balmooz is het geschikte gebouw voor jonggehuwden, daar de materie waaruit zij vervaardigd werd niet onderhevig is aan temperatuurschommelingen. Bijgevolg rekt de Balmooz niet uit tijdens de wittebroodsweken, krimpt niet in naderhand en dempt bovendien alle geluid dat het bewogen leven van jonggehuwden ten zeerste kenmerkt. Nochtans is er aan de Balmooz een inconvenient verbonden. Zij kan niet worden gesloopt. Zij is een levend wezen. Hoe raar dit ook moge klinken, de Balmooz leeft het stille leven van een plant, daar zij deels uit dierenresten, deels uit levende planten vervaardigd werd. De Balmooz is namelijk een kruising. Indien de bewoner, al of niet eigenaar van de Balmooz, naar Australië uitwijken wil, moet hij zijn huis laten staan. De Balmooz laat zich niet meenemen. Zij geeft dus aan de urbanisatie een vast, ja, bijna eeuwig karakter. Moet men de Balmooz, die een plant is regelmatig water geven? Neen. Zij behoort god zij dank tot de orde der cacteën die weinig of geen water nodig hebben. Zij zuigt voldoende vochten uit de bodem. Verder dient er op gewezen dat de Balmooz groeit. Na dertig jaar heeft zij het dubbel van haar oorspronkelijke afmetingen aangenomen. Maar daar ook het huisgezin der jongehuwden die hun intrek namen in de Balmooz met kinderen kan gezegend worden, is dit van minder belang. Het geeft zelfs voordelen, de kinderen krijgen een leuke kinderkamer. Naarmate deze zich ook vermenigvuldigen komt er met de jaren steeds meer ruimte vrij in de