Gard Sivik. Jaargang 2(1956-1957)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 21] [p. 21] / een (loco)motief van liefde Een kloak kelen spreekt: mijn teken is een teken van olie, mijn keel een kater, een kaskade kantelend brood in een zwarte ciborie. Hees is mijn ratel. Melaats en rood het metaal van mijn taal. Verhit de wielen die mij dragen over een natte atlas in en uit mijn kamer. Ik leg mij open als een vlakke stad en draag de sporen van een kruisspin: een zoutkruis op mijn voorhoofd. Een kloak kelen zwijgt en van mijn bed maak ik een tuin van liefde die mij met blauwe wol heeft dichtgesponnen. Vorige Volgende