groen-satijnen kleed, dat een zijden japon moest suggereren, maar dit is van minder belang gezien de kortstondige rol dit attribuut moest vervullen in de eerste scène, satijnen kleed zeg ik, dat bezaaid was met gouden paillettes. Maar Mimi de Cuba, men zag het aan het fronsen van haar voorhoofd en de moeë trek om haar lippen, had het even warm. Het kleed glipte uit, men let wel, zij glipte uit het kleed, dat op de vison terechtkwam. Hoe warm was het kleed wel. Beeld je dit even in zeg. Stel je in de plaats van de danseres, die nu straalde in het licht, gehuld in een tweedelig, we zullen het blank noemen, tot het minimum herleid, ten zeerste haar vormen bevestigend omhulsel, van de allergrootste perfeksie. De onderste ledematen van de dichteres werden door de hitte aangetast. Ik bedoel de glanzende benen, de sierlijke, de dageraadkleurige. Na deze adjektieven zullen kenners van bijzonder mooie benen, deze ekstremiteiten naar hun volle waarde weten te schatten. Wegens de hitte maakte Mimi haar nylons los van de jartels, die uit haar broekje naar omlaag spanden, en wellicht afkomstig waren van een nog schier onzichtbaar, maar wel te vermoeden zwarte gaine. Ze pelde haar nylons beurtelings af van het effen rechts en van het effen links been, die wij om origineel te zijn, beide
ivoorkleurig zullen noemen. Haar schoentjes had ze natuurlijk uitgetrapt. Dat is evident. Toen begon ze haar lichaam en vooral het bovenste uitpuilende gedeelte te masseren of beter in te strijken met een denkbeeldige zalf. Wat betreft deze zalf was het publiek welwillend en toegeeflijk. Daarna, nog steeds onder invloed van de haar zo teisterende warmte, bracht ze haar armen als zwanehalzen achter de rug. Met een kort rukje knoopte ze de haar zo hinderende soutien-gorge los en ontblootte, men leze bevrijdde, zodoende haar gekwelde borsten, die thans eerst tot hun volle recht kwamen. De bustehouder onderging hetzelfde lot als de vison en het groen satijnen kleed en zoals ballingen, reikhalzend op een cargo staande, de op het vasteland besneeuwde bergtoppen van hun jeugd proberen te ontwaren, zo zogen zich de ogen der bankdirecteurs aan de