helemaal niet zomaar overheen. Mijn bedoelingen op dit punt zijn ten zeerste ondubbelzinnig. Men mag dan zeggen dat het een onmuzenm is, een wanmuzeum, dat het eerste kenmerk van een waar muzeum de publiciteit is, en het publieke - ik houd voet bij stuk. Niet dat ik iets legen het publiek heb, toch niet om redenen als deze. Maar nu, bij het ontstaan van dit muzeum dat ik zomaar, zonder enige kans op tegenspraak van wie ook, te voorschijn gevingerknipt heb, nu verklaar ik openlijk en als ik eraan denk komt het later (d.i. over enkele jaren) in mijn testament, ik verklaar dus nadrukkelijk dat de toekomstige kolleklie van het muzeum voor kleine kurioziteiten nooit als een onverdeelbaar geheel zal kunnen beschouwd worden, daarvoor zal ik trouwens zorgen door aan ieder inzender het eigendomsrecht van zijn inzending te laten - en dat nooit een openbare instantie het in haar hoofd moet krijgen hel muzeum of zijn kollektie over te nemen, door erven of zo, de veronderstelling is misschien gewaagd maar met kuituur en gemeentebesturen kan eigenlijk geen veronderstelling gewaagd genoeg zijn.
Maar nu de konkrete gegevens. De term muzeum werd bestudeerd, dus zou het nu de beurt zijn aan de kleine kurioziteiten. Maar dat komt straks, eerst gaat het muzeum zelf nog klare wijn schenken en zijn wie en wat en waarom en hoe enzovoort onthullen.
doel van het muzeum: de kleinheid van de kurioziteiten aantonen (o.a.)
oorzakelijkheid: aan het bestaan - of de bestaanbaarheid - van een behoefte te beantwoorden (desnoods)
beperkingsmogelijkheden: de kleinheid van de kurioziteiten (er is veel te doen op dit gebied)
vereisten: de kurioziteiten moeten hieraan voldoen. Hoe, en waar, zal later praktisch maar met teore-