Gard Sivik. Jaargang 1
(1955)– [tijdschrift] Gard Sivik– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
[II]de kleurling
in de witte winterstraten
fluisterend voor geen enkel lichaam
iedere vogelslaap van een ver land
in deze vrouw de oude herfstvorm
der hoe trage rimpels vindt
| |
[III]waarom en donker in dit ogenblik
onmogelijk uit de vreemde oude wereld
geen warmte leeft
de eenzame wensen
en ik het heldenplein
met andere vingers groet
| |
[pagina 30]
| |
[IV]ik slaap nu juist de ogen open
in de winter in de dans der beren
en vlucht keer terug op mooie kreten
vandaag een zachte engel wordt
en maanden dit bloed op elke bloem
vergeven
| |
[V]en ondervragend
tot houttrillend nabericht
mijn tranentijd alleen
een warme grafkelder hoopt
met een en dood zonderling spoor
in de flanken van de schaamte
| |
[pagina 31]
| |
[VI]in de blanke zegeborst van de tijd
dragen oude kogelgaten die herinnering
weg van me weg hoorde ik en altijd
soms koud daarna dit levend
eenzaam drinken van de vriendschap
| |
[VII]de sterren in hun avondhonger
als het ademhalen in de bossen sluipt
de ogen van je parelwoorden
voor je verre eilandmond
in de eens begonnen angstreis
wanhopig achter de zwaluwvlucht
der koude zieke manen
| |
[pagina 32]
| |
[VIII]het eervol smelten van de zon
aan het einde van de vijver
niets maar fier en buigend
de herders in de jaren
wit en mager van de valken
aan onze wuivende handen sliepen
| |
[IX]je wondere strandogen
ieder seizoen waarin ons oude mantelpak
slepend pijnenkleed de taal der wolken breekt
als kleine boten over het blinde plein
voorbij het raam waar je wachtte
in de vrouwengeur der treursoldaten
| |
[pagina 33]
| |
[X]de driekleur
asse van de rozen
dezelfde terugreis roept
me andere dromen kende
in de bange vertaling
om dit alles mooier
en wij samen waren
de weer gelovige brede huizenstilte
nog warm in de lippennacht
wij
in de ganse regen
gans alleen
hugues c. pernath |
|