de schaduw werd een mantel van vuur
fragment
de schaduw werd een mantel van vuur op de oever van de nacht en toch heb ik nicolas de staël nooit gekend ik betreur het ook niet toen ik nog een kleine jongen was kon ik nog betreuren dat ik mijn ronde kogelsteen verloren had voor ik het geheim van zijn versleten blauwe en rose waterglanzen te weten was gekomen maar nu is alles me even vlak geworden en heb ik mijn dromen gebundeld rond wat herinneringen maar die door me stromen als de wind door de bomen en daarna verder gaan zich oplossen in de lucht in de nacht en de regen een ogenlandschap een klank of dat struikgewashaar waarin ik mijn verlangen verloren zocht maar de mooiste dingen (een enkel woord misschien onaangeroerd ergens) schrijf ik toch niet neer dat is van mij zou misha zeggen in de sigarettenrook 's avonds meen ik ze soms te zien dat ze daar zit aan het andere eind van de rook dat ze bij me zal zijn als de rook wegdrijft als ik hem wegblaas dan zou ze eens opkijken vanuit haar roofdierenharen o niets zeggen maar eens traag en moe glimlachen zoals ik ze dat in de weinige uren dat we samen waren zo dikwijls heb zien doen ik heb vroeger een hele reeks schilderijen voor haar gemaakt ze waren vreemd en als van een andere wereld en ik vond dan zo maar van die dingen uit ik schilderde eerst een licht dessous en daarop of daarrond zwaardere donkere vormen en dan goot ik er olie op ik legde het doek eerst vlak op de grond en duwde er een stuk krantenpapier tegen dan voorzichtig wrijven en het er met een bepaalde ruk aftrekken maar ik zou het moeten tonen de olie was weggetrokken in de krant en op het vreemde dessous had de olieverf kleine vedertjes gekregen soms scherp als een visgraat soms zo grillig dat