speleologie
Op het middaguur liepen enkele honderden mensen door de hoofdstraat van een stad die nog niet ontdekt werd. Op zeker ogenblik kroop uit een mangat een geweldige ratelslang. De mensen gingen de ratelslang binnen en aten elkander op. Toen de ratelslang verzadigd was verlieten de mensen de warme riolen, ademden donkerblauwe dampen uit en floten elkaar een stenen kenwijsje toe. De ratelslang kroop terug in haar mangat. Tegen de avond waren de straten doodop van de leegte en goedmoedige huizen deden een paar stappen naar elkaar. Maar toen de nacht voorgoed meester geworden was van de stad werden alle rebellerende huizen, hoogrood van schaamte, terug op hun plaats gezet. En snachts kwamen karavanen kamions, karren en kruiwagens naar de ongehoorzame stad gereden en bedekten alles met zand.
(sinds het gebeuren van deze katastrofe wist geen enkel geleerde het nog op de tafel van mendeljef ontbrekende element mens te ontdekken, daar hij zich steeds liet afschrikken door de welig over de zandvlakte groeiende mensenhoofden, waarin slakken en mieren elkaar het kampioenschap wreedheid betwisten.
Anderzijds schreef de bekende socioloog Blut over deze fauna, dat hij hierin een overblijfsel meende te zien van het kannibalaire tijdperk, gedurende hetwelk de aarde een hoogstaande beschaving schijnt gekend te hebben, indien men op de hypothesen van belangrijke geleerden mag voortgaan.)
paul snoek