Brief van Van Oorschot gezocht
Jan Helwig
Het zal 1990 zijn geweest toen het veilinghuis Burgersdijk & Niermans als kavel 835 drie boekjes van W.F. Hermans aanbood. Het betrof Het geweten van de Groene Amsterdammer, of volg het voetspoor omhoog, Annum Veritatis - onder het pseudoniem Pater Anastase Prudhomme S.J. - en Focquenbroch, Bloemlezing uit zijn lyriek. Dat Focquenbroch geen pseudoniem van Hermans was, wist ik natuurlijk. Omdat ik de beroemde bloemlezing door Hermans nog niet had en er ook nog andere interessante titels geveild werden, ben ik naar een van de kijkdagen gegaan.
De bloemlezing lag er ietwat voddig bij. Het betrof een uitgave van Van Oorschot uit 1946. Waarschijnlijk was goed papier toen nog schaars, maar ook Van Oorschots latere uitgaven staan niet bekend om hun fysieke en typografische verzorging.
Tijdens het doorbladeren van het boekje kwam ik bij verrassing een brief tegen, die ik hier nu verder uit mijn geheugen moet beschrijven. Het was een getypte, en door Geert van Oorschot ondertekende brief aan een boekhandelaar in Limburg, wellicht in Heerlen. Van Oorschot bedankte de boekhandelaar in de brief voor zijn ruime inkoop bij hem en complimenteerde hem om zijn goede smaak. De bloemlezing uit het werk van Focquenbroch was een geschenk waarvan hij hoopte dat het zou bevallen. Dat laatste is waarschijnlijk niet het geval geweest. Eén katern van het boekje was namelijk nog niet opengesneden.
Het lukte mij het kavel te bemachtigen! De toestand van het boekje is nog ongewijzigd, zoals blijkt uit de afbeelding. Maar toen ik het af ging halen, bleek dat de brief verdwenen was. Omdat die brief niet in de beschrijving van het kavel stond, had ik geen recht op reclame.
Nu ik het heb opgeschreven, is er iets van dit kleine stukje receptie-geschiedenis bewaard gebleven. Maar ik doe een beroep op degene op die destijds de brief heeft ontvreemd, de inhoud hiervan alsnog letterlijk en getrouw publiek te maken. Het mag anoniem.