Signalering
Een videocollege over Focquenbroch en de Herders-sangen van Vergilius
Frans Wetzels
Begin 2010 verscheen op internet een interessant videocollege, dat Ton Harmsen van de Universiteit van Leiden gaf over Focquenbroch en Ulaeus en hun bewerking van De Herders-sangen van Virgilius Maro.Ga naar voetnoot1 Dit college is het eerste van een reeks over dat onderwerp, het duurt slechts 26 minuten en wordt gegeven aan een denkbeeldige groep masterstudenten. Iedereen die bekend is met het werk van meester Fock, zal het initiatief van Ton Harmsen toejuichen. Mooi dat het werk van Focquenbroch weer eens in beeld komt! Zou de masterclass ook zo enthousiast op het onderwerp reageren?
De voordelen van een videocollege springen meteen in het oog. Honderden studenten kunnen op internet het college volgen en het zo vaak bekijken als ze willen op tijdstippen en plaatsen die ze zelf bepalen. Is een stukje tekst nog niet duidelijk of een fragment erg boeiend, alles kan in een handomdraai (met de vinger op muis of toetsenbord) herhaald worden. Dat het ook kostenbesparend is, zal in deze tijd van bezuinigen door de economen van de universiteit al lang berekend zijn.
Zitten er dan geen nadelen aan deze manier van colleges presenteren? Nou en of! Bij deze vorm van onderwijs ontbreekt de o zo belangrijke interactie tussen docent en student(en). Er is geen mogelijkheid om vragen te stellen noch voor de student noch voor de docent. Allicht kunnen studenten over de stof discussiëren maar dan zonder de grote kenner en inleider. Maar dat was ook niet mogelijk bij een hoorcollege in de aula.
Sommigen zullen het niet als een nadeel ervaren dat ze niet met hun vingers die schitterende oude boeken mogen aanraken. Ik zou die werken - het was een indrukwekkende stapel daar bij Ton Harmsen op tafel - willen inzien, eraan willen ruiken, de titelprenten onder de loep willen nemen. Afblijven met je vingers, fysiek contact is bij dat medium onmogelijk.
Mijn eerste indruk van het videocollege was niet erg gunstig. Ik vond het allemaal nogal saai overkomen: een statisch geheel en geen flitsende beelden zoals op de televisie. Ton Harmsen sprak rustig tegen een afwezig gehoor, soms wees hij naar de tekst op het bord, drukte op een knop of pakte een boek. Er werd niet op hem ingezoomd. Geen kunstige montages, maar wel een duidelijke tweedeling van het beeldvlak. Links de docerende deskundige, rechts de geprojecteerde tekst in een duidelijk kader. De powerpointpresentatie werd niet opgetuigd met allerlei toeters en bellen, maar was van een Hollandse nuchterheid en degelijkheid.
Al luisterende veranderde ik van mening: hier was wel degelijk sprake van vakwerk. Ook al merk je meteen dat Ton Harmsen wat onwennig voor de camera staat, je raakt al snel onder de indruk van zijn grote kennis over het onderwerp. Zijn onwennigheid zal na enkele optredens wel verdwijnen. Voor mij hoeft hij geen doorgewinterde televisiecommentator te worden.
De twaalf colleges voor de masterstudenten zullen handelen over P. Virgilius Maroos Herderszangen door Vondel vertaald in proza en poëzie, en de ernstige vertaling door Ulaeus en de burleske van Focquenbroch. Over Johannes Ulaeus en Focquenbroch is veel bekend door het werk van de Stichting Willem Godschalck van Focquenbroch, merkt Harmsen terecht in zijn college op en hij verwijst naar het tijdschrift Fumus en naar de Focquenbroch website. Die reclame is mooi meegenomen. We wachten maar af hoeveel studenten op de site reageren.