In memoriam Monty Beekman (25 september 1939-5 november 2008)
Door Karel Bostoen
In de nacht dat bekend werd dat Barack Obama de verkiezingen had gewonnen, overleed E.M. (Monty) Beekman. Deze geleerde werd bekend als degene die aan de Engelstalige wereld het werk leerde kennen van de botanicus Georg Everhard Rumphius (1628-1702), alias de blinde ziener van Ambon. Voor die wereld was Rumphius een belangrijke ontdekking, en terecht. Maar voor ons is Beekman degene geweest die bij dezelfde Engelstalige wereld belangstelling heeft gewekt voor het werk van Focquenbroch, dankzij zijn The crippled heart, An introduction to the life, times and works of Willem Godschalck van Focquenbroch. Wat Monty Beekman in Focquenbroch aantrok, was diens moeilijke levenslot dat hij graag vergeleek met zijn eigen lot. The crippled heart verscheen in 1997 (bij uitgeverij Astraea als nummer 2 in de Paddemoesreeks) in een oplage van 300 exemplaren. Het boek is inmiddels - op 21 exemplaren na - uitverkocht. Volgens de uitgever komen evenwel druppelsgewijs nog steeds aanvragen van kopers binnen. Die 300 exemplaren behoren trouwens in feite tot een tweede oplage. Immers, de eerste oplage bleek onverkoopbaar, want de binder had daarin een paar katernen op de verkeerde plaats ingebonden. Een honderd exemplaren ‘foute Fokken’ zijn toen in twee dozen te Kraków ter hand gesteld aan een aldaar werkzame docent Nederlands, die vervolgens de boeken onder belangstellende studenten, vrienden en kennissen heeft verdeeld. Mocht ooit later blijken dat de Polen een verbazende belangstelling voor Focquenbroch aan de dag leggen, dan weten we nu alvast hoe dit komt.
Beekman bekleedde aan de University of Massachusetts in Amherst bij het Department of Germanic Languages and Literature de eerste Multatuli-leerstoel voor Nederlands (inmiddels opgeheven, wat geheel te wijten is aan de bekende Nederlandse officiële schrieperigheid als het om Nederlandstalig cultuurgoed gaat). Minder bekend is dat, toen in de jaren negentig de Erasmus-leerstoel voor Nederlands door toedoen van Monty's goede vriend Eric Joon in Wroclaw (Polen) werd opgericht, dit is gebeurd op basis van een uitvoerig rapport van de hand van Monty Beekman.
Beekman was in Amsterdam geboren, maar bracht na de moeizame oorlogsjaren zijn jeugd in Indië door. Zijn moeder leed aan godsdienstwaanzin en zijn vader was ‘gewoon’ krankzinnig. Monty's schedel bevatte bijvoorbeeld een deuk die er door zijn vader op Banka ooit was ingeslagen. Hij was wel een echte ‘survivor’ die via allerlei lage baantjes op een gegeven ogenblik te Berkeley (Californië) kon studeren en daarna met behulp van een beurs in Harvard terechtkwam. Hij had een notoir lastig karakter met als ‘saving feature’ zijn droge humor. Monty, die aan leukemie leed, kreeg de laatste maanden elke dag een bloedtransfusie in het ziekenhuis. Hij wilde geen begrafenis, maar stelde zijn lichaam ter beschikking van de wetenschap. Volgend jaar op 25 september (zijn verjaardag) organiseert Yale University Press een ‘memorial service’ voor hem. In 2010 zal bij deze uitgeverij zijn grote Rumphius-editie uitkomen (de Rumphius' Herbal) in zeven delen.
Met dank aan dr. h.c. Eric Joon te Usquert voor de info.