Van heer Frederick van Jenuen
(1980)–Anoniem Frederik van Genua– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
[pagina 7]
| |
weddenschap tussen twee mannen betreffende de trouw van de vrouw van een van hen, die de andere beweert te kunnen tot ontrouw verleiden. Op Westeuropees vlak zijn de versies van het verhaal zoals ze aangetroffen worden in Boccaccio's Decamerone (2e dag, 9e verhaal) en in Shakespeares Cymbeline, veruit het best bekend. Volgens Gaston Paris, die een groot aantal versies van het verhaal uit verscheidene landen en sterk uiteenlopende tijd, aan een grondig vergelijkend onderzoek heeft onderworpen, moet de oorsprong van het verhaal in het Nabije Oosten gezocht worden (Paris, 547). Onder de versies die het dichtst bij het Nederlandse volksboek staan, dienen vooral het reeds genoemde verhaal bij Boccaccio en een anonieme Italiaanse novelle uit de veertiende eeuw vermeld te worden. Deze twee versies onderscheiden zich van andere door het opvallende feit dat hier de valse koopman spontaan, aan het hof van een vreemde vorst, bekent de juwelen uit het verhaal gestolen te hebben. Bij Boccaccio gebeurt dit alleen de eerste maal; de tweede maal, in het bijzijn van zijn bedrogen vriend, dient hij ertoe te worden gedwongen. In de novelle daarentegen herhaalt hij ook de tweede maal spontaan de ware toedracht, zoals dit in Frederick van Jenuen eveneens het geval is. Nog in verband met het Nederlandse werk is het belangrijk te vermelden dat er twee Hoogduitse volksboeken van dit verhaal bestaan, het ene circa 1494 te Nürnberg gedrukt en het andere te Leipzig in 1495 (Debaene, 58). Raith heeft beide versies vergeleken en besluit dat geen ervan de oorspronkelijke tekst weergeeft. Het blijken twee ingekorte bewerkingen te zijn van een oudere, verloren gegane tekst. Of deze oudere, niet-ingekorte versie een Hoogduitse of een Nederlandse tekst was, blijft moeilijk met zekerheid te bepalen. Zeker is evenwel dat er tussen de twee Hoogduitse drukken en Frederick van Jenuen geen rechtstreeks verband bestaat. In het Nederduits kan het oudst bewaarde, te Lübeck geproduceerde volksboek, rond 1493 gedateerd worden: Eyne schone historie van twen kopluden vnde eyner thuchtigen framen frauwen. Een tweede druk kwam in 1510 te Hamburg van de pers en misschien heeft er ook nog een derde, rond 1495 te dateren druk bestaan (Debaene, 58). In 1518 had Willem Vorsterman te Antwerpen ook reeds een Engelse versie van het volksboek op de markt gebracht: This mater treateth of a merchauntes wyfe that afterwarde went lyke a man an becam a great Lorde and was called Frederyke of Jennen. Deze Engelse tekst is vertaald uit het Nederlands. Deze laatste is op zijn beurt bewerkt uit de Nederduitse versie, zoals blijkt uit het zevende kapittelopschrift, dat daar alleen voorkomt, en vooral ook uit de opvallende gelijkenis in de houtsneden (zie verder). |
|