| |
| |
| |
Van Vlaanderen tot China: het Musée de l'hotel Sandelin
Hans Vanacker
‘Le petit Louvre’: zo noemen streekbewoners naar verluidt het Musée de l'hôtel Sandelin te Sint-Omaars (Saint-Omer). Een achteloze voorbijganger zal nauwelijks merken dat zich achter de toegangspoort een imposant museum schuil houdt, maar als hij zich eenmaal op de binnenplaats met kinderkopjes bevindt, kijkt een prachtig herenhuis in u-vorm hem trots aan. Jarenlang was het museum gesloten wegens renovatiewerken aan interieur en gevels. Op 6 november 2004 kon het eindelijk weer zijn deuren openen.
Het pand waarin zich het museum bevindt, werd gebouwd in 1776-1777, in opdracht van de gravin van Fruges. Tijdens de zomer verbleef de gravin in haar kasteel te Elnes op het platteland, maar ze had ook behoefte aan een winterverblijf in de stad. Lang kon ze niet van haar privé-hotel genieten. Tijdens de Franse Revolutie werd het adellijke bezit in beslag genomen. Het gebouw deed respectievelijk dienst als zetel van district, gemeentehuis en onderprefectuur. In 1808 werd het teruggeven aan de voormalige eigenares die kort daarna overleed. Op het einde van de negentiende eeuw kocht de stad Sint-Omaars (Saint-Omer) het hôtel Sandelin om er haar gemeentelijke collecties in onder te brengen.
De ingrijpende renovatie van het Musée de l'hôtel Sandelin werd toegewezen aan Petr Opelik, architect bouwmeester, en Frédérique Paoletti, museaal architecte. Zij moesten ervoor zorgen dat de belangrijkste voorwerpen uit de rijke museum-
| |
De la Flandre a la Chine: le Musée de l'hotel Sandelin
Hans Vanacker
‘Le petit Louvre’: voilà comment, paraît-il, les habitants de la région appellent le Musée de l'hôtel Sandelin à Saint-Omer. Un passant inattentif remarquera à peine que derrière le portail d'entrée se cache un musée imposant mais, une fois entré dans la cour dallée de gros pavés, il verra se dresser devant lui un superbe édifice en forme de U. Pendant de longues années, le musée est resté fermé pour cause de travaux de rénovation portant sur les façades et les espaces intérieurs. Le 6 novembre 2004, il a enfin pu rouvrir ses portes.
L'édifice qui abrite le musée fut construit en 1776-1777 pour la comtesse de Fruges. Passant l'été à la campagne dans son château situé à Elnes, cette aristocrate souhaitait résider en ville pendant l'hiver. Elle ne profita pas longtemps de son hôtel particulier puisque, lors de la Révolution française, ce dernier fut confisqué. Il servit respectivement de siège de district, de mairie et de sous-préfecture. En 1808, il fut restitué à sa propriétaire qui peu de temps après mourut. A la fin du XIXe siècle, la ville de Saint-Omer acheta l'hôtel Sandelin pour y déployer ses collections municipales.
L'importante rénovation du Musée de l'hôtel Sandelin fut confiée à l'architecte Petr Opelik et à Frédérique Paoletti, architecte muséal. Leur mission: réaménager à fond les espaces pour que les principaux objets des riches collections puissent y être exposés dans des conditions optimales. Des quelque vingt mille pièces, envi-
| |
| |
| |
[Nederlands]
collectie door een volledige reorganisatie van de ruimtes in de beste omstandigheden zouden worden geëxposeerd. Van de twintigduizend collectievoorwerpen zijn er nu zo'n drieduizend te zien. Naast drieëntwintig ruimtes voor de permanente expositie beschikt het museum voortaan ook over een zaal voor tijdelijke tentoonstellingen en een nieuwe onderwijsafdeling, ingericht voor de ontvangst van scholieren en de organisatie van workshops. De technische en administratieve afdeling werd eveneens grondig aangepast en heringericht.
Het Musée de l'hôtel Sandelin biedt zijn bezoekers drie routes aan, telkens rond een afgerond thema. Bij het begin van het bezoek stapt men het thema ‘Schone
‘Voet van het kruis’, afkomstig van de Abdij van Sint-Bertijns (Saint-Bertin) (12de eeuw).
‘Pied de Croix’, provenant de l'abbaye de Saint-Bertin (XIIe siècle).
| |
[Frans]
ron trois mille sont actuellement visibles. Outre ses vingt-trois salles affectées à l'exposition permanente, le musée dispose dorénavant d'une salle réservée aux expositions temporaires et d'un département éducatif destiné à l'accueil des scolaires et à l'organisation d'ateliers. Les locaux occupés par les services techniques et administratifs ont eux aussi fait l'objet d'un réaménagement approfondi.
Le Musée de l'hôtel Sandelin offre à ses visiteurs trois parcours axés, chacun, sur un thème bien défini. On commence la visite par le thème ‘Beaux-Arts’. Trois ‘salons d'honneur’ (une salle à manger, un salon ‘doré’ et un salon de musique) datant du XVIIIe siècle et qui donnent sur un jardin d'aspect assez sobre évo-
| |
| |
| |
[Nederlands]
kunsten’ binnen. Drie achttiende-eeuwse ‘eresalons’ die uitzicht bieden op een sobere tuin (een eetzaal, een ‘gouden’ salon en een muzieksalon) evoceren het adellijke leven kort voor de Franse revolutie. Opvallend is het fraaie houtwerk, dat onder meer werd vervaardigd door de familie Chifflart, meestermeubelmakers uit Sint-Omaars (Saint-Omer). Ook de ‘Renaissancezaal’, de ‘Vlaamse zaal’ en de ‘Hollandse zaal’, telkens stemmig ingericht, behoren tot de route ‘Schone Kunsten’. De ‘Hollandse zaal’, die de sfeer van Nederlands ‘gouden’ zeventiende eeuw oproept, bevat onder meer portretten geschilderd door Gerard ter Borch en Thomas de Keyser. In de ‘Vlaamse zaal’ zal de bezoeker doeken aantreffen van Cornelis de Vos en een leerling van Jacob Jordaens. In de ‘renaissancezaal’ zal zijn oog onder meer vallen op twee portretten van de hand van Frans II Pourbus de Jonge, een Antwerpenaar die na een verblijf in Italië in dienst trad van Maria de Médicis en Lodewijk de dertiende.
Het pronkstuk van het museum bevindt zich op de begane grond. De ‘Voet van het kruis’, afkomstig uit de abdij van Sint-Bertijns (Saint-Bertin), is een meesterwerk van edelsmeedkunst uit de twaalfde eeuw. De afdeling religieuze kunst, onderdeel van het thema ‘Geschiedenis’, telt behalve edelsmeedkunst ook een abtstaf, reliekhouders, schilderijen, sculpturen, gebrandschilderde ramen, zeldzame tapijtwerken uit Doornik en een collectie veelal kleine maar ontroerend mooie ivoren beeldjes. Het souterrain is voor het eerst toegankelijk voor het publiek. Men vindt er opnieuw het thema ‘Geschiedenis’, dit keer in een wapenzaal en drie zalen met middeleeuwse archeologie (met name uit
| |
[Frans]
quent la vie aristocratique d'avant la Révolution française. Ce qui retient l'attention, ce sont les superbes boiseries réalisées entre autres par la famille Chifflart, maîtres ébénistes originaires de Saint-Omer. Font également partie du parcours ‘Beaux-Arts’ le ‘cabinet Renaissance’, le ‘cabinet flamand’ et le ‘cabinet hollandais’, tous trois élégamment aménagés. Le ‘cabinet hollandais’, qui restitue l'atmosphère du Siècle d'or néerlandais (XVIIe), renferme notamment des tableaux peints par Gerard ter Borch et Thomas de Keyser. Dans le ‘cabinet flamand’, le visiteur pourra admirer des toiles de Cornelis de Vos et d'un élève de Jacob Jordaens. Le ‘cabinet Renaissance’ lui permettra de découvrir deux portraits dus à Frans II Pourbus le Jeune, un Anversois qui, après avoir séjourné en Italie, entra au service de Louis XIII et de Marie de Médicis.
Le joyau dont peut s'enorgueillir le musée se trouve au rez-de-chaussée. Le ‘Pied de Croix’ provenant de l'abbaye de Saint-Bertin est un chef-d'oeuvre d'orfèvrerie datant du XIIe siècle. La section d'art religieux, faisant partie du thème ‘Histoire’, propose, outre des pièces d'orfèvrerie, une crosse, des reliquaires, des tableaux, des sculptures, des vitraux, de magnifiques tapisseries d'origine tournaisienne et une collection de statuettes en ivoire d'une émouvante beauté. Autre nouveauté: les caves dorénavant accessibles au public. Dédiées au thème ‘Histoire’ elles se composent d'une salle d'armes et de trois salles vouées à l'archéologie médiévale (notamment à des collections provenant de l'abbaye de Saint-Bertin et de la collégiale - actuellement cathédrale - Notre-Dame). Afin d'accéder aux deux autres espaces consacrés à l'histoire de la ville de Saint-Omer, le visiteur doit monter à l'étage. Il y trouvera entre autres une riche collection de
| |
| |
| |
[Nederlands]
de abdij van Sint-Bertijns (Saint-Bertin) en de collegiale kerk Notre-Dame - nu kathedraal Notre-Dame). Voor de twee overblijvende ruimtes die aan de geschiedenis van Sint-Omaars (Saint-Omer) refereren, moet de bezoeker de trap op naar de eerste (en enige) verdieping. Hij zal er onder meer een rijke pijpencollectie aantreffen. In Sint-Omaars (Saint-Omer) waren in de achttiende en negentiende eeuw grote pijpenfabrieken werkzaam. Het museum bezit zo'n 1.500 pijpen en voorwerpen die op de een of andere manier een band hebben met tabak.
Liefhebbers van keramiek vinden in het Musée de l'hôtel Sandelin zeker hun gading. De keramiekcollectie van het museum (zo'n 4.000 stukken, waarvan er meer dan 700 zijn tentoongesteld) behoort tot de belangrijkste verzamelingen van geglazuurd aardewerk en porselein in Frankrijk. Wie door de zalen wandelt die samen het thema ‘Keramiek’ vormen, kan zijn ogen verwennen met geglazuurd
De ‘Vlaamse zaal’.
Le ‘cabinet flamand’
| |
[Frans]
pipes. Aux XVIIIe et XIXe siècles, il y avait à Saint-Omer d'importantes fabriques de pipes. Le musée possède près de 1 500 pipes et objets se rapportant, d'une façon ou d'une autre, au tabac.
Le Musée de l'hôtel Sandelin enchantera certainement les amateurs de céramique. Sa collection (environ 4 000 pièces, dont plus de 700 sont exposées) compte, en matière de faïences et de porcelaines, parmi les plus riches de France. Le visiteur qui emprunte le parcours ‘Céramique’ pourra s'extasier devant les faïences de Delft, les faïences françaises (provenant de Saint-Omer, Lille, Saint-Amand, Rouen, Nevers et Sinceny), les majoliques d'Italie et les porcelaines de Chine. Sont particulièrement mis en relief les liens entre les faïences européennes, la céramique moyen-orientale et la porcelaine d'Extrême-Orient.
La répartition en trois thèmes, ‘Beaux-Arts’, ‘Histoire’ et ‘Céramique’, correspondrait, à en croire les responsables, au nouveau ‘concept muséal’ appliqué à
| |
| |
| |
[Nederlands]
aardewerk uit Delft, Franse faience (uit Sint-Omaars (Saint-Omer) zelf, Rijsel, Saint-Amand, Rouen, Nevers en Sinceny), majolica uit Italië of porselein uit China en Japan. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan de verbanden tussen het Europese geglazuurde aardewerk, keramiek uit het Midden-Oosten en porselein uit het Verre Oosten.
De indeling in de thema's ‘Schone Kunsten’, ‘Geschiedenis’ en ‘Keramiek’ zou beantwoorden aan een nieuw ‘museaal concept’, maar men kan zich afvragen welk nut deze opdeling heeft. Weliswaar wordt naar elke route verwezen met een aparte kleur, maar meerdere bezoekers zullen moeiteloos van een zaal gewijd aan de ‘Schone Kunsten’ naar een zaal vol ‘Geschiedenis’ gaan om dan weer terug te keren tot de ‘Schone Kunsten’. Bovendien zijn de thema's door elkaar heen geëxposeerd. Alleen ‘keramiek’ (op de verdieping) vormt echt een eenheid. ‘Schone Kunsten’ en ‘Geschiedenis’ liggen op de verschillende niveaus door elkaar heen. Kortom, het gebruik van drie routes oogt modieus maar is verwarrend en overbodig.
Het museum heeft veel aandacht besteed aan de informatieborden die zich in de expositieruimtes bevinden. Wie de borden leest, krijgt een gedetailleerd beeld van de bewogen geschiedenis van Sint-Omaars (Saint-Omer) en van de algemeen-maatschappelijke en politieke achtergrond. Jammer is dat die informatie enkel in het Frans wordt aangeboden. Een Engelse en Nederlandse vertaling hadden niet misstaan. Volledigheidshalve voegen we hier aan toe dat de persinformatie bij de heropening van het museum wel in een voortreffelijke Nederlandse versie beschikbaar was.
| |
[Frans]
l'hotel Sandelin. On peut toutefois s'interroger sur l'utilité de cette délimitation fictive. Chaque parcours a beau être balisé par sa couleur propre, maint visiteur passera sans problème d'une salle vouée aux ‘Beaux-Arts’ à une salle d'‘Histoire’, quitte à revenir aux salles dédiées aux ‘Beaux-Arts’. En outre, les thèmes sont exposés pêle-mêle. Seule la section ‘Céramique’ (déployée à l'étage) constitue vraiment un tout. Les départements ‘Beaux-Arts’ et ‘Histoire’ s'enchevêtrent aux divers niveaux. Bref, même si l'organisation autour de trois parcours peut paraître tendance, elle sème la confusion et, à tout prendre, se révèle superflue.
Le musée a porté une attention particulière à la signalétique mise en place dans les espaces d'exposition. A lire les panneaux, on se forme une idée précise de l'histoire mouvementée de Saint-Omer et du contexte sociopolitique dans lequel celle-ci s'inscrit. Dommage que cette information ne soit dispensée qu'en français. Des traductions en anglais et en néerlandais auraient certainement été les bienvenues. Il faut signaler toutefois que, lors de la réouverture du musée, le dossier de presse était disponible dans une excellente version néerlandaise.
| |
| |
| |
Adres
14, rue Carnot
F-62500 Saint-Omer
Tel.: + 33 (0)3 21 38 00 94
Fax: + 33 (0)3 321 88 55 74
http://m3.dnsalias.com/sandelin
Naar aanleiding van de heropening van het museum werd een nieuwe referentiecatalogus uitgegeven.
Een CD-rom op basis van de gedigitaliseerde inventaris nodigt uit tot een virtueel bezoek en bevat ook thematische dossiers en meerdere spelletjes.
| |
Adresse
14, rue Carnot
F-62500 Saint-Omer
Tél.: + 33 (0)3 21 38 00 94
Fax: 33 (0)3 21 88 55 74
http://m3.dnsalias.com/sandelin
A l'occasion de la réouverture du musée, un nouveau catalogue vient de paraître.
Un CD-ROM réalisé sur la base de l'inventaire numérisé invite à une visite virtuelle et comprend également des dossiers thématiques et divers jeux.
(Traduit du néerlandais par Urbain Dewaele)
|
|