|
| |
| |
| |
Van beek tot stroom -
langs de IJzer
Luc Devoldere
‘En je zout moeten dat zien, at de zunne schingt en an twee perden mit een karre 'n Yser deurloppen al mulder baei te besputten!’ Rémi Loock, Yser Houck pour le patrimoine flamand, revue trimestrielle de l'Association Yser Houck, Nr. 53, herfst 2004, p. 32
Voor Axel en Rik Buyse
Alle goede dingen bestaan uit drie. Het moest er dus van komen dat, na het afvaren van de Schelde en de Maas, de derde Belgische stroom uit de aardrijkskundeles van mijn lagere school vroeg of laat mijn pad zou kruisen. De IJzer is overigens de enige rivier die in België zelf in de zee uitmondt. Het is met recht en reden volgens sommigen ook de enige ‘Vlaamse’ stroom: ontspringt hij niet in Frans-Vlaanderen en komt hij
| |
Un ruisseau devient fleuve
- en longeant l'Yser
Luc Devoldere
‘Et tu devrais voir cela! Quand le soleil luit et quand deux chevaux, avec leur chariot, traversent l'Yser en éclaboussant leur robe!’ Rémi Loock, Yser Houck pour le patrimoine flamand, revue trimestrielle de l'Association Yser Houck, no 53, automne 2004, p. 32
Pour Axel et Rik Buyse
Toutes les bonnes choses vont par trois. C'était donc inéluctable: après avoir descendu l'Escaut et la Meuse, il fallait bien que je rencontre le fleuve que la leçon de géographie à l'école primaire m'avait présenté comme le troisième de Belgique. L'Yser est par ailleurs le seul fleuve qui se jette dans la mer en Belgique même. D'après certains, il est également, et à juste titre, le seul fleuve ‘flamand’: il prend sa source en
| |
| |
| |
[Nederlands]
niet in Nieuwpoort in West-Vlaanderen in de Noordzee terecht? En dat na amper 78 kilometer, waarvan 30 kilometer op Frans en 48 op Belgisch grondgebied. Een reis langs deze rivier kan dus weinig meer dan een pathetische onderneming zijn. Welaan dan.
| |
Bronnen
De wegwijzer wijst naar Buysscheure en de bron van de Ijzer. In de late herfstzon maakt men langs de weg een parkeerterrein klaar dat busladingen stroomzoekers en brontoeristen moet opvangen. ‘En picknicktafels en banken’, zegt de man met pet die me trots de werken toont als was de bron zijn eigendom. Zijn Vlaams is op zoek naar woordenschat. Wij zijn hier dan ook in het zuidelijkste dorp van Frans-Vlaanderen, aan de taalgrens tussen Vlaams en Picardisch. Zijn kleinzoon stapt mee, maar alleen in het Frans. Snel praten we de twee talen door elkaar. Die gefatsoeneerde poel is dus de bron. Een kegelvormige houten hut verschaft kaarten en informatie over het stroomgebied. Wie de stroom afreist, zal deze hutten nog tegenkomen, zo wordt beloofd. Driehonderd meter verder scheurt een Eurostar, gevangen in zijn bedding, door het landschap. Maar hier staan de dingen stil. ‘Ik hoor het verschil tussen de Eurostar en de TGV’, zegt de man trots.
| |
[Frans]
Flandre française et déverse ses eaux dans la mer du Nord à Nieuport, en Flandre-Occidentale. Et cela après un parcours d'à peine 78 kilomètres, dont 30 en France et 48 en Belgique. Cette excursion le long d'un fleuve semble donc ne pouvoir être autre chose qu'une entreprise pathétique. Allons-y.
| |
Sources
Le poteau indicateur est pointé vers Buysscheure et la source de l'Yser. Sous un soleil de fin d'automne, on construit le long de la route un parking destiné à accueillir les autocars et leurs chargements de touristes fluviaux. ‘Et des tables et des bancs pour le pique-nique’, dit l'homme à la casquette qui me montre avec fierté les travaux - à croire que la source est sa propriété. Il s'exprime en flamand mais cherche ses mots. Il faut savoir que nous sommes ici dans le village le plus méridional de la Flandre française, à la frontière linguistique entre flamand et picard. Son petit-fils l'accompagne, mais uniquement en français. Nous parlons bientôt un mélange des deux langues. Cette mare aménagée est donc la source. Une hutte en bois de forme conique fournit au visiteur des cartes et des informations sur le bassin de l'Yser. Celui qui descend le fleuve, promet-on, rencontrera plusieurs de ces huttes. Trois cents
| |
| |
| |
[Frans]
(Als ik begin januari 2005 nog eens Buysscheure bezoek, geboorteplaats van de marskramer-volkszanger-verteller Tisje-Tasje, zijn de werken aan de bron voltooid. Parkeerterrein, picknicktafels en vuinisbakken in sober hout liggen er verzorgd bij. Ik geef toe dat het met stijl gedaan is, maar de nimf die schuilt in elke bron is getemd tot eer en meerdere glorie van village marketing.)
Aan de rotonde bij de D11 Bourbourg-Cassel in Bollezeele stuit ik op mijn eerste brug over de IJzer. Hier is de rivier al zichzelf, ook al is het nog niet meer dan een beek, ingesneden tussen hoge bermen, die opgewekt naar het noorden stroomt. De tweede kegelvormige hut leert mij dat enkele beken zich op het kruispunt van Broxeele, Volckerinckhove, Rubrouck en Bollezeele hebben samengevoegd. Ik moet dus even terug.
In Broxeele vloeit ter hoogte van de Paddepoel de Koninginnebeek in de Ijzer. Het dorp zag veertien van haar zonen verdwijnen in de oorlogen van Napoleon. Op het kerkhofje bij de kerk ligt één Commonwealth War Grave: een gewone soldaat uit Wales die op Kerstmis 1916 is gestorven. Ik ontmoet er een vrouw die op het graf van haar vader, gestorven in 1976, komt bidden. De naam van haar moeder die wacht op haar bijzetting staat al op de grafsteen: Madeleine Devulder 1928-. Het geloof is
| |
[Frans]
mètres plus loin, prisonnier de son lit, un Eurostar fonce à travers le paysage. Mais ici les choses restent immobiles. ‘J'entends la différence entre l'Eurostar et le TGV’, dit encore fièrement l'homme.
(Au début de janvier 2005, lors de ma seconde visite à Buysscheure, lieu de naissance de Tisje-Tasje, marchand ambulant, conteur et chanteur de chansons populaires, les travaux autour de la source sont terminés. Le parking, les tables de pique-nique et les poubelles en bois sobre ont belle allure. J'admets qu'on a travaillé avec goût, mais la nymphe qui se cache dans chaque source a été apprivoisée pour la plus grande gloire du marketing villageois.)
Au rond-point de la D11 Bourbourg-Cassel à Bollezeele, je découvre mon premier pont sur l'Yser. Ici, la rivière a déjà trouvé son identité, bien qu'elle ne soit encore qu'un simple ruisseau enclavé entre de hautes berges et qui s'écoule gaiement vers le nord. La deuxième hutte conique m'apprend que quelques ruisseaux ont conflué à l'intersection de Broxeele, Volckerinckhove, Rubrouck et Bollezeele. Je dois donc faire demi-tour.
A Broxeele, la Koninginnebeek se jette dans l'Yser à hauteur du Paddepoel. Le village a perdu quatorze de ses fils dans les guerres napoléo-
| |
| |
| |
[Nederlands]
hier nog niet weg. Dit onooglijke dorpje in het Houtland draagt dezelfde naam als Brussel: broek (moeras) en zeele (sali, de woning van een heer, bestaande uit één grote kamer). Het leeft met die schaduw. De grote broer schonk een kopie van ...Manneken Pis aan het dorp.
Volckerinckhove zag Michel Drieux geboren worden in 1495: hij stichtte het Driutiuscollege in Leuven dat de thuishaven werd van studenten uit de kasselrij Cassel, en werd er rector van de Universiteit. Hij stierf voor de Bosgeuzen in 1566 in het nabijgelegen Rubrouck de pastoor en de kapelaan vermoordden en de lichamen in een poel (het ‘Broek’?) wierpen. Of gleden ze stroomafwaarts langs de IJzer naar zee?
In het Syndicat d'Initiative Yser Houck is men trots op de beroemdste zoon van het dorp: de franciscaan Willem, die in de dertiende eeuw de Ijzer verruilde voor de Gobiwoestijn, en de grote khan van Mongolië zag, maar niet bekeerde. Hij kwam terug met een reisverslag dat eeuwen lang vergeten werd maar dat van Marco Polo verre overtreft. Op 14 juli 1994 werd in Rubrouck het handvest van de eerste Frans-Mongoolse verzustering ondertekend tussen de stad Bulgan en het Frans-Vlaamse dorp. Twee jaar later huldigde de president van de republiek Mongolië het museum in, gewijd aan Willem en Mongolië. De verzustering werd gevierd met een nieuwe Vlaamse reus, Willem zelf natuurlijk. ‘Ontdekt
| |
[Frans]
niennes. Le petit cimetière jouxtant l'église compte une tombe de guerre britannique, celle d'un simple soldat gallois mort le jour de Noël 1916. J'y rencontre une femme qui est venue prier sur la tombe de son père, décédé en 1976. Le nom de sa mère, qui est encore en vie, est déjà gravé sur la pierre funéraire: Madeleine Devulder 1928-. La foi, ici, n'a pas encore disparu. Ce modeste petit village du Houtland porte le même nom que Bruxelles: broek (marais) et zeele (sali, la demeure d'un seigneur, comprenant une grande pièce unique). Il vit dans l'ombre du grand frère, qui lui a offert une copie de... Manneken Pis.
Volckerinckhove a vu naître Michel Drieux en 1495. Il fonda à Louvain le collège Driutius, qui devint le port d'attache des étudiants de la châtellenie de Cassel, et fut nommé recteur de l'université. Il mourut avant que les gueux des bois, en 1566, n'assassinent le curé et le vicaire de la localité voisine, Rubrouck, et ne jettent leurs corps dans une mare (broek). A moins que ces corps n'aient descendu le courant de l'Yser jusqu'à la mer. Au Syndicat d'initiative Yser Houck, on est fier du fils le plus célèbre du village: le franciscain Willem qui, au XIIIe siècle, quitta l'Yser pour le désert de Gobi et rencontra le grand Khan de Mongolie, mais sans le convertir. Il revint au pays avec, dans ses bagages, une relation de voyage qui a été ignorée pendant des siècles mais qui l'emporte de loin
| |
| |
| |
[Nederlands]
Mongolië in Vlaanderen’. Van joert (ronde Mongoolse tent) tot retabel: village marketing van een andere soort dan in Buysscheure.
Maar als ik voor de echte bron van de IJzer kom, moet ik terug, zegt men mij bij Yser Houck. Naar Lederzeele. Daar op de Haeneberg ligt de echte bron: want hoger gelegen, en aan de langste arm. Ik vraag waarom men dan in Lederzeele geen parkeerterrein aanlegt. ‘Het kan hen niet schelen’. Niet alle dorpen doen aan marketing.
De summiere aanwijzingen kloppen. Ook al brengt geen enkele wegwijzer mij uiteindelijk naar een poel langs de weg op de Haeneberg. Rondom zindert het land in het diffuse licht van de late herfst. Naar het zuid-oosten ligt Clairmarais. Ik zie de kathedraal van Sint-Omaars (Saint-Omer) in de verte drijven. Het is allemaal licht rondom mij en hier ontspringt de Ysera - helder, schitterend water in het Keltisch, Ijzer, Yser - eau claire.
Ik roep deze plaats uit tot de bron. Maar zeg het aan niemand. En stuur de bussen maar naar Buysscheure.
(In januari 2005 rijd ik weer de Haeneberg op. Maar ik vind de bron niet meer. Het licht is anders, minder zinderend, ijler, maar de kathedraal
| |
[Frans]
sur celle de Marco Polo. Le 14 juillet 1994 fut signé à Rubrouck la charte d'un premier jumelage franco-mongol entre la ville de Bulgan et ce village de Flandre française. Deux ans plus tard, le président de la république mongole inaugura le musée consacré à Willem et à la Mongolie. Le jumelage donna lieu à la création d'un nouveau géant flamand, Willem en personne évidemment. ‘Découvrez la Mongolie en Flandre’. De la yourte (tente ronde mongole) au retable: le marketing villageois est ici d'une autre nature qu'à Buysscheure.
Mais si je suis venu pour découvrir la véritable source de l'Yser, me diton chez Yser Houck, il me faut une fois encore rebrousser chemin. Jusque Lederzeele. C'est là, sur le Haeneberg, que jaillit la véritable source: elle est située plus haut, et sur le bras le plus long. Je demande pourquoi, s'il en est ainsi, on ne construit pas de parking à Lederzeele. ‘Ils s'en fichent.’ Tous les villages ne sacrifient pas au marketing.
Les indications sommaires sont exactes, même si aucun poteau indicateur ne me guide finalement vers une mare le long du chemin du Haeneberg. Tout autour, la campagne vibre dans la lumière diffuse de l'automne déclinant. Clairmarais se situe au sud-est. Je vois la cathédrale de
| |
| |
| |
[Nederlands]
van Sint-Omaars (Saint-Omer) drijft nog altijd in de vlakte. Ik besluit niet verder te zoeken naar wat in die herfstzon de echte bron was. Je moet het lot niet tarten, geen van licht zinderende herinneringen willen overdoen. Was het wel de echte bron? Komt wat wij gemakshalve de ‘IJzer’ noemen niet uit al de plassen die in de vlakte tussen Buysscheure en Lederzeele roerloos in het landschap liggen?)
| |
Van Bollezeele naar Roesbrugge
In januari 2005 sta ik opnieuw in Bollezeele. Maar dit keer zie ik, voorbij de kerk en nog voor de rotonde, een aanwijzing voor Source de Notre Dame. Chemin de Procession leidt me naar een brugje over de IJzer dat waarschijnlijk de eerste brug over de rivier moet zijn. Enkele meters verder ligt een bron te klateren in een gemetselde put, onder een baldakijndakje. De passant wordt er aangemaand te bidden. De legende vertelt dat hier een beeld van Maria werd gevonden. Men bracht het naar de kerk van Bollezeele maar tot twee keer toe keerde het op miraculeuze wijze terug. Tot men het in processie naar de Sint-Wandrille (Saint-Wandrille) voerde. Een bedevaartsoord was geboren. In 1621 kwam aartshertogin Isabella bidden tot de maagd van Bollezeele om een erfgenaam.
| |
[Frans]
Saint-Omer flotter au loin. Partout je suis entouré de lumière. C'est ici que jaillit l'Yser - Ysera: eau claire en celtique. Je le proclame: ce site est la source. Mais ne le dites à personne. Que les autocars aillent tranquillement à Buysscheure.
(En janvier 2005, je gravis à nouveau le Haeneberg. Mais je ne trouve plus la source. La lumière est différente, moins vibrante, plus éthérée, mais la cathédrale de Saint-Omer flotte toujours dans la plaine. Je décide de ne pas essayer de retrouver ce qui dans la lumière automnale était la vraie source. Il ne faut pas défier le destin, vouloir ressusciter des souvenirs de lumière vibrante. Était-ce bien la vraie source? Ce que nous appelons pour plus de commodité l'‘Yser’ ne naît-il pas de toutes les mares étalées immobiles dans la plaine qui s'étend entre Buysscheure et Lederzeele?)
| |
De Bollezeele à Roesbrugge
En janvier 2005, me revoici à Bollezeele. Mais cette fois, passé l'église et avant même le rond-point, je vois une indication pour la Source de Notre-Dame. Le Chemin de Procession me conduit à un petit pont sur l'Yser, probablement le premier pont sur la rivière. Quelques mètres plus loin, une source murmure dans un puits maçonné, sous un petit toit à baldaquin.
| |
| |
| |
[Nederlands]
Ik rijd over Zegerscappel naar Ekelsbeke (Esquelbecq). Bij de charmante markt ligt het kasteel uit begin zeventiende eeuw dat nog altijd in privébezit is en zich na het instorten van de donjon met zijn verval lijkt te hebben verzoend. Zoals in de Flandria Illustrata van Sanderus (1641) doorkruist de IJzer nog altijd het kasteeldomein, en voedt hij de slotgracht van het waterslot. De tuin, ontworpen door Le Nôtre, heeft een compromis gesloten met zijn verwaarlozing. Het bruggetje over de rivier krijgt nu al de prijs voor het meest pittoreske langs de IJzer.
Ik rijd verder langs Herzeele naar Wormhout. Tussen Wormhout en Bambeke kruis ik weer de IJzer. In Oost-Cappel ben ik de grens over voor ik het weet.
In Roesbrugge trekt een bord met ‘Dode IJzer’ mijn aandacht. Al in de dertiende eeuw werd een bocht van de rivier hier afgesneden om als keerpunt te dienen voor de platbodems die hun koopwaar uit Nieuw-poort brachten.
Twee beken, Heidebeek en Zwijnbeek, die net als de IJzer voor enkele honderden meter de grens vormen, gooien zich hier in de IJzer, zodat die bij de verandering van nationaliteit ook van identiteit lijkt te veranderen, en een echte rivier wordt. Alsof voor één keer staatsgrenzen ver-
| |
[Frans]
L'ami de passage est invité à prier. La légende raconte qu'on a trouvé ici une statue de la Vierge Marie. On apporta la sculpture à l'église de Bollezeele, mais par deux fois elle retourna miraculeusement à son point de départ. Jusqu'à ce qu'on la ramène en procession à Saint-Wandrille. Un lieu de pèlerinage était né. En 1621, l'archiduchesse Isabelle vint prier la Vierge de Bollezeele dans l'espoir de donner le jour à un héritier.
Par Zegerscappel je rejoins Esquelbecq. Près de la charmante place du marché se dresse le château du début du XVIIe siècle, qui est resté une propriété privée et semble, après l'écroulement du donjon, avoir accepté son déclin. Tout comme dans la Flandria Illustrata de Sanderus (1641), l'Yser traverse encore le domaine du château et nourrit les douves. Le jardin, aménagé par Le Nôtre, est laissé à l'abandon et s'accommode parfaitement de son état. Dès maintenant je décerne au petit pont sur la rivière le prix du pont le plus pittoresque de l'Yser.
Via Herzeele, j'arrive à Wormhout. Entre Wormhout et Bambeke, je croise à nouveau la rivière. A Oost-Cappel, je franchis la frontière avant même de m'en rendre compte.
A Roesbrugge, un écriteau portant les mots ‘Dode IJzer’ (Yser mort) attire mon attention. Dès le XIIIe siècle, une boucle de la rivière a été recti-
| |
| |
| |
[Nederlands]
vuiling tegenhouden, verdwijnt aan de grens ook de weelderige waterplantengroei. Schuldige is de sterk vervuilde Heidebeek.
Ooit was Roesbrugge een welvarend stadje. In de negentiende eeuw was het grensovergang, terminushaven, had het een brouwerij, een pannenfabriek, een steenbakkerij en pottenbakkerij. In elk geval ontdekt de IJzer hier, alle verhoudingen in acht genomen, zijn roeping van stroom. Vijf meter verval staan hem nog te wachten voor hij zich in de Noordzee oplost.
Aan de dode IJzer ligt 't Rohardushof, ‘Volksporten park & Museum’, ‘het café waar de Vlaamse ziel leeft’. Aan de overkant van de straat blijkt een achttiende-eeuwse brouwerij een ‘Europacentrum in opbouw’. Aan de ramen hangen affiches van ‘Kruistocht der ongeborenen’ en ‘Europa is vrij, één en christelijk’.
Het wordt donker. Een pauw loopt over het grind van het parkeerterrein bij de dode IJzerarm. In 't Rohardushof kiepert de eigenaar de hele geschiedenis van Vlaanderen als een kuip mortel over me heen: van de slag bij Bulskamp uit 1297 die veel belangrijker was dan 1302 over de in de kiem gesmoorde opstand van Zannekin in 1328 tot de slag aan de IJzer van 1914. Lokale geschiedenis is zijn passie. De eigen stek is de
| |
[Frans]
fiée ici pour servir de point de retour aux barges qui apportaient leur marchandise depuis Nieuport.
Deux ruisseaux, le Heidebeek et le Zwijnbeek, qui, tout comme l'Yser, forment pendant quelques centaines de mètres la frontière, se jettent ici dans la rivière, si bien qu'en changeant de nationalité celle-ci semble également changer d'identité et devient un cours d'eau adulte. Comme si, pour une fois, les frontières d'un État pouvaient arrêter la pollution, la luxuriante végétation aquatique disparaît à la frontière. Le coupable est le Heidebeek et ses eaux très sales.
Roesbrugge fut jadis une petite ville prospère. Au XIXe siècle, elle était un poste-frontière, un terminus, et possédait une brasserie, une tuilerie, une briqueterie et une poterie. En tout cas, l'Yser découvre ici, toutes proportions gardées, sa vocation de fleuve. Cinq mètres de dénivellation l'attendent encore avant qu'il ne se dissolve dans la mer du Nord.
Le long du ‘Dode IJzer’ apparaît le ‘Rohardushof’, ‘Volksportenpark & Museum’, ‘le café où vit l'âme flamande’. De l'autre côté de la rue, une brasserie du XVIIIe siècle se révèle être un ‘Centre européen en construction’. Des affiches sont collées aux fenêtres: ‘Croisade des enfants à naître’ et ‘L'Europe est libre, une et chrétienne’.
| |
| |
| |
[Nederlands]
navel van de dingen, telkens grotere kringen trekt hij rond het eigen erf. Het huis biedt ook kajaktochten aan. Officieel tot aan de brug in het Franse Cruys Straete, Bambeke, maar de IJzer die de folder belooft, is de reis waard: ‘Het is een soort flessenhals waar laaghangende bomen en struiken en zwerfhout een poort vormen naar een stuk wilde en ongerepte natuur.’ Zelf is de streekhistoricus nog tot voorbij de samenvloeiing met de Peene gevaren. Als klap op de vuurpijl bezweert hij mij dat de IJzer eigenlijk de ...Peene is, dat de rivier zo genoemd wordt op de kaarten van Bleau. Even verandert mijn perspectief en blijk ik aan de verkeerde bron te hebben gestaan. De Peene ontspringt achter de Casselberg, en trekt door de vlakte waar de troepen van Monsieur, de broer van Lodewijk XIV, in 1677 het Spaans-Hollandse leger van een Oranje in de pan hakten en Frans-Vlaanderen geannexeerd werd door Frankrijk. Net als de Skamander bij Troje moet het water toen rood gekleurd hebben.
| |
Van Nieuwpoort naar Diksmuide
Twee staketsels steken honderden meters de zee in en flankeren de IJzer die meer en meer zee wordt. Ik sta op het Westerstaketsel en kijk naar de overkant, nu Lombardszijde, waar in 1600 Prins en stadhouder Mau-
| |
[Frans]
La nuit tombe. Un paon s'avance sur le gravier du parking longeant le vieux bras de l'Yser. Au ‘Rohardushof’ le propriétaire me déverse toute l'histoire de la Flandre comme une cuve de mortier sur la tête. De la bataille de Bulskamp en 1297, bien plus importante que celle de 1302, en passant par la révolte, étouffée dans l'oeuf, de Zannekin en 1328, jusqu'à la bataille de l'Yser en 1914. L'histoire locale est sa passion. Son propre gîte est le nombril de l'univers, et c'est autour de ce point qu'il trace des cercles de plus en plus larges.
La maison offre également des excursions en kayak. Officiellement jusqu'au pont de Cruys Straete, hameau de Bambecque en France, mais l'Yser promis par le prospectus vaut le voyage: ‘C'est une sorte de goulot où des arbres et arbustes bas forment une porte ouvrant sur un morceau de nature intacte et sauvage.’ L'historien du terroir a encore navigué jusqu'au-delà du confluent avec la Peene. Pour couronner le tout, il m'affirme solennellement que l'Yser est en fait la... Peene, que la rivière porte ce nom sur les cartes de Bleau. Ma perspective change pendant une seconde: la source que j'ai vue n'est pas la bonne. La Peene prend sa source derrière le mont Cassel et sillonne la plaine où les troupes de Monsieur, le frère de Louis XIV, écrasèrent en 1677 l'armée hollando-espagnole d'un prince d'Orange, ce qui entraîna l'annexion de la Flandre
| |
| |
| |
[Nederlands]
rits van Oranje de Spanjaarden verrassend versloeg. De Statengeneraal van de jonge Republiek wilde een einde maken aan de activiteiten van zeerovers die vanuit Nieuwpoort en Duinkerke de Hollandse handel schade berokkenden. De populaire veldheer mocht de klus klaren die de landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt voor hem had bedacht.
Van Oldenbarnevelt bleef achter in de vesting Oostende, terwijl Maurits opmarcheerde naar Nieuwpoort. Toen de Spanjaarden naderden en hij afgesneden werd, stuurde hij de vloot weg - er was nu geen weg meer terug - en deelde zijn soldaten mee dat het overwinnen of sterven was. Op het strand en in de duinen werd er hevig gevochten tussen de middag en vier uur van die tweede juli. Duizend Nederlanders en drieduizend Spanjaarden vonden de dood. Massagraven werden in het zand aangelegd. Maurits knielde neer op het strand en bad: ‘O Here, wat zijn wij zondige mensen. Dat Gij ons heden tot eer en glorie van Uw naam zulk geluk meedeelt. U de glorie in alle eeuwigheid.’ Geluk, de zon in de rug, de wind die het zand in het gezicht van de Spanjaarden joeg, strategisch inzicht, grotere wendbaarheid van de Staatse carrés, duidelijke bevelen en discipline waren de ingrediënten van de overwinning. Onder de zeshonderd krijgsgevangenen bevond zich ook de bevelhebber van de Spaanse troepen, de Mendoza. Maurits nodigde hem
| |
[Frans]
française. Tout comme le Scamandre aux portes de Troie, la rivière dut alors se colorer de rouge.
| |
De Nieuport à Dixmude
Deux estacades s'avancent de quelques centaines de mètres dans la mer, flanquant l'embouchure de l'Yser. Je me trouve sur l'estacade ouest et regarde de l'autre côté, vers Lombardsijde, où le prince et stathouder Maurice d'Orange vainquit de façon inattendue les Espagnols en 1600. Les états-généraux de la jeune république voulaient mettre fin aux activités des corsaires qui, depuis Nieuport et Dunkerque, causaient de sérieux dommages au commerce hollandais. Le populaire stratège se vit confier une mission qu'avait conçue à son intention le Grand pensionnaire de Hollande Jan van Oldenbarnevelt. Celui-ci resta dans la place forte d'Ostende tandis que Maurice marchait sur Nieuport. Lorsque les Espagnols s'approchèrent et que ses arrières furent coupés, il renvoya la flotte - il n'était plus possible de rebrousser chemin - et fit savoir à ses soldats qu'il ne restait plus qu'à vaincre ou à mourir. En ce deux juillet, entre midi et quatre heures, la bataille fit rage sur la plage et dans les dunes. Mille Néerlandais et trois mille Espagnols y trouvèrent la mort. On creusa des fosses communes dans le sable. Maurice s'agenouilla et
| |
| |
| |
[Nederlands]
uit aan zijn tafel voor het avondmaal. Maar Nieuwpoort bleef in handen van de Spanjaarden, en naar Duinkerke rukte Maurits wijselijk niet meer op. Toch werd de Slag bij Nieuwpoort en zijn makkelijk te onthouden datum een lieu de mémoire van de Nederlandse staat in wording: het begin van de Gouden eeuw voor de Republiek.
Ik stap het staketsel af, laat Nieuwpoort-Bad rechts liggen, en loop langs de oude jachthaven en de vismijn naar de Langebrug die de twee IJzeroevers verbindt. Rechts van mij is Nieuwpoort met zijn geometrisch stratenplan opgedoken, volledig heropgebouwd na 1918.
Vanop de Langebrug, ziet men het sluizencomplex van de Ganzenpoot het best: drie scheepvaartkanalen en drie afwateringskanalen komen hier samen.
Naast de Ganzenpoot staat het Koning Albert I-monument, ingehuldigd in 1938, een open cilinder die het ruiterstandbeeld van de Ridder-Koning omsluit. Binnen het monument leest men op de fries een vers van August Van Cauwelaert over een ‘dankbaar heir’ dat dit koningsbeeld heeft ‘verzonnen’. Maurice Gauchez mag het hebben over regimenten die ‘ont changé l'Yser en rempart d'Occident’. De Koning wordt er zo van de massa onderscheiden:
| |
[Frans]
pria: ‘O, Seigneur, nous sommes de grands pécheurs. En ce jour, Vous nous communiquez un grand bonheur pour l'honneur et la gloire de Votre Nom. Que la gloire soit Vôtre pour l'éternité.’ La chance, le soleil dans le dos, le vent qui chassait le sable dans les yeux des Espagnols, l'intelligence stratégique, la maniabilité plus grande des carrés hollandais, la clarté des ordres et la discipline, tels furent les ingrédients de la victoire. Le commandant des troupes espagnoles, de Mendoza, se trouvait parmi les six cents prisonniers. Maurice l'invita ce soir-là à sa table. Mais Nieuport resta aux mains des Espagnols, et Maurice eut la sagesse de ne plus marcher sur Dunkerque. Cependant, la bataille de Nieuport et sa date, facile à retenir, devinrent un lieu de mémoire pour l'État hollandais en devenir, cette date marquant le début du Siècle d'or pour la République.
Je descends de l'estacade, laisse Nieuport-Bains à ma droite, et longe l'ancien port de plaisance et la minque en direction du Langebrug, le pont qui relie les deux rives de l'Yser. A ma droite a surgi Nieuport avec le plan géométrique de ses rues: la ville a été complètement reconstruite après 1918. C'est depuis le Langebrug qu'on voit le mieux le complexe d'écluses du Ganzenpoot. Ici convergent trois canaux de navigation et
| |
| |
| |
[Nederlands]
Il vivait calmement sa légende avex eux,
Et la Reine, penchée aux chevet de ses preux,
Pour l'honneur qu'il prônait ressuscitait leur force.
L'ombre du Souverain sur la Flandre des champs
Règne à jamais debout dans les grands vents du nord.
La mer et le soleil, roi, te couronnent d'or,
Et seul, beau comme un cid, tu servis dans nos champs.
Toen de Furor Teutonicus in 1914 over België rolde, had Albert in de dagorder van 4 augustus 1914 aan het leger gezegd: ‘Gedenkt, Vlamingen, de Guldensporenslag, et vous Wallons de Liège, qui êtes en ce moment à l'honneur (sc. tegen de opmarcherende Duitsers, LD), des six cents Franchimontois.’ De Eerste Wereldoorlog was het eerste en laatste transcendent moment van de Belgische geschiedenis, its finest hour. In het buitenland riep het bewondering (Gallant Little Belgium) en medelijden op (la Belgique martyre et sanglante). Ook de monarchie - het bindmiddel van de Belgische constructie - kende toen haar sterkste periode: de Ridder-Koning waakte over de natie.
| |
[Frans]
trois canaux de dérivation. Près du Ganzenpoot se dresse le monument du roi Albert Ier, inauguré en 1938, espèce de cylindre ouvert qui encercle la statue équestre au roi-chevalier. A l'intérieur du monument on lit sur la frise un poème d'August Van Cauwelaert faisant allusion à un ‘ost reconnaissant’ qui a ‘conçu’ cette effigie royale. Maurice Gauchez parle de régiments qui ‘ont changé l'Yser en rempart d'Occident’. Le roi se distingue de la masse:
Il vivait calmement sa légende avec eux,
Et la Reine, penchée au chevet de ses preux,
Pour l'honneur qu'il prônait ressuscitait leur force.
L'ombre du Souverain sur la Flandre des champs
Règne à jamais debout dans les grands vents du nord.
La mer et le soleil, roi, te couronnent d'or,
Et seul, beau comme un cid, tu servis dans nos champs.
Tandis que la fureur teutonne traversait la Belgique comme un rouleau compresseur, Albert, dans l'ordre du jour du 4 août 1914, s'adressa à l'armée en ces termes: ‘Gedenkt, Vlamingen, de Guldensporenslag (Souvenez-vous, Flamands, de la bataille des Éperons d'or), et vous Wallons de Liège, qui êtes en ce moment à l'honneur [en s'opposant à
| |
| |
| |
[Nederlands]
Midden oktober 1914 waren de IJzer en het kanaal naar leper de laatste Belgische verdedigingslinie tegen de Duitsers die wilden doorstoten naar de Franse Kanaalhavens. Op 18 oktober bereikten ze de rivier en begon de slag. Hier en daar slaagden ze erin de rivier over te steken. Tot 1918 zouden ze deze vooruitgeschoven posten houden. De Belgen vochten voor wat ze waard waren maar ze waren uitgeput na een lange terugtocht. Het water zou hen redden.
Vanuit de Ganzenpoot werd eind oktober 1914 de IJzervlakte onder water gezet. Karel Cogge, de opzichter van de watering van Veurne, had het plan voorgesteld. Een eenvoudige schippersknecht uit Nieuwpoort, Hendrik Geeraert, opende bij hoog tij de schutsluisdeuren. Het zeewater stroomde het land in. De Duitsers moesten met achterlating van kanonnen en mitrailleurs wijken voor het water: net diep genoeg om alles te laten blijven steken in de modder: paarden, karren, kanonnen; niet diep genoeg om over te varen. De opmars viel stil. Het front stabiliseerde zich voor de rest van de oorlog. Geeraert stierf in 1925 in een krankzinnigeninstituut en zou als redder des vaderlands de oude briefjes van 1000 frank sieren.
‘Waar op uw traag gebaar en woord de watren vloden / En golfden over de aard’ werd dat in het vers van Van Cauwelaert op het monument van
| |
[Frans]
l'avancée allemande], pensez aux six cents Franchimontois’. La Première Guerre mondiale fut le premier et le dernier moment transcendant de l'histoire de la Belgique, son heure de gloire. A l'étranger, le pays suscitait l'admiration (Gallant Little Belgium) et la pitié (la Belgique martyre et sanglante). De son côté, la monarchie - le ciment de la construction belge - connut alors sa période la plus glorieuse: le roichevalier veillait sur la nation.
A la mi-octobre 1914, l'Yser et le canal d'Ypres formaient la dernière ligne de défense belge face aux Allemands qui voulaient effectuer une percée jusqu'aux ports français de la Manche. Le 18 octobre, ils atteignirent la rivière, et la bataille s'engagea. Çà et là, ils parvinrent à traverser l'Yser. Ils garderaient ces postes avancés jusqu'en 1918. Les Belges leur opposèrent une résistance farouche, mais ils étaient épuisés après une longue retraite. L'eau allait les sauver.
Fin octobre 1914, depuis le Ganzenpoot, toute la plaine de l'Yser fut inondée, selon un plan proposé par Karel Cogge, un éclusier de Furnes. Un simple marinier de Nieuport, Hendrik Geeraert, ouvrit les portes d'écluse à marée haute. L'eau de mer s'engouffra dans les terres. Abandonnant canons et mitrailleuses, les Allemands durent reculer devant ce
| |
| |
Haeneberg (Lederzeele)
| |
| |
Buysscheure
| |
| |
Bollezeele
| |
| |
Ekelsbeke Esquelbecq
| |
| |
Fintele (met ‘hooipiet’)
Fintele (avec ‘hooipiet’ (pont provisoire))
| |
| |
Lo-Reninge
| |
| |
Overstromingsgebied tussen de Reningebrug en Knokkebrug
Zone inondable entre le Reningebrug et le Knokkebrug
| |
| |
Diksmuide: de IJzertoren en de Paxpoort
Dixmude: le tour de l'Yser et la porte de la Paix
| |
| |
Nieuwpoort - Ganzenpoot (vanop het monument van Albert 1)
Nieuport - Ganzenpoot (vue du monument du roi Albert Ier)
| |
| |
Nieuwpoort - veer in de vaargeul
Nieuport - le bac dans la rivière
Foto's / Photos Michel Vanneuville
| |
| |
| |
[Nederlands]
Albert I. Koningen gaan altijd lopen met de werkelijkheid die bestaat uit simpele daden.
Hier in de Ganzenpoot ga ik aan boord van de Sleipnir, die uit Veurne is komen aanvaren.
Voor de Schelde en de Maas had ik drie boten nodig, die telkens groter werden. Eén boot, liefst met weinig diepgang, zal volstaan voor de IJzer. Eén ding is daarbij zeker: vandaag 7 januari 2005 zijn wij het enige vaartuig op de hele IJzer.
Minstens zeven man zijn vandaag gemobiliseerd om de Sleipnir, het achtbenige paard van Odin (de oppergod uit de Noorse) of Wodan (de oppergod uit de Germaanse mythologie), in de gelegenheid te stellen de stroom op te varen. Twee roergangers, één mecanicien die de motor aan de praat zal krijgen, één ambtenaar die in Veurne de sluis heeft opengedraaid en de spoorwegbrug opgekrikt; twee sluiswachters in Nieuwpoort die ons de Ganzenpoot binnenlaten (via de Veurnesluis) en weer uit (Gravensluis), het kanaal Plassendale-Nieuwpoort op; een sluiswachter die ons een papier doet ondertekenen aan de Sint-Jorissluis (om het Spaarbekken binnen te komen); en later op de dag één man die met de wagen uit Fintele moet komen om in Tervate de brug
| |
[Frans]
déluge. L'eau était juste assez profonde pour tout embourber: chevaux, chariots, canons; pas assez haute pour permettre la navigation. L'offensive s'arrêta. Le front se stabilisa pour le reste de la guerre. Geeraert mourut en 1925 dans un asile d'aliénés; il allait orner, en tant que sauveur de la patrie, les anciens billets de mille francs. Le poème de Van Cauwelaert repris sur le monument a Albert Ier colore quelque peu cet épisode: ‘Là où, obéissant à votre parole et à votre geste lents, les eaux s'écoulèrent / Ondoyant sur la terre’. Ainsi, les rois s'approprient une gloire qui revient en réalité à l'action simple de leurs sujets.
Ici, au Ganzenpoot, je monte à bord du Sleipnir, qui vient de Furnes. Pour l'Escaut et la Meuse, j'ai eu besoin de trois bateaux, à chaque fois plus grands. Pour l'Yser un bateau suffira, de préférence à faible tirant d'eau.
Une chose est certaine: aujourd'hui, 7 janvier 2005, nous sommes la seule embarcation sur tout l'Yser. Sept hommes au moins sont mobilisés pour permettre au Sleipnir, le cheval à huit jambes d'Odin (le dieu suprême de la mythologie nordique) ou de Wotan (son homologue germanique), de remonter le fleuve. Deux timoniers, un mécanicien qui réussira à mettre le moteur en marche, un fonctionnaire qui a ouvert
| |
| |
| |
[Nederlands]
omhoog te draaien en twee uur later aan de Knokkebrug hetzelfde zal doen.
Maar we varen dus het spaarbekken uit, onder de brug van de snelweg, begeleid door een zwerm eenden, terwijl een reiger standbeeld speelt aan de oever. Aan de Uniebrug staat een ander standbeeld: een stoere, Teutoonse ridder-soldaat, de handen gevouwen over het geweer als over een zwaard: het zevende linieregiment verloor hier meer dan 900 man in de oktoberdagen van 1914. De eerste Duitse bunker schuift links voorbij. De IJzer begint aan zijn bochtenwerk. In de verte zien wij de IJzertoren opdoemen, geëtst tegen de donkere hemel. Hij zal links en rechts verschijnen en weer verdwijnen. Maar eerst stranden we aan de bocht van Tervate. De betonnen brug over de IJzer wordt er ontmanteld. De weg is al eerder verdwenen. De nutteloos geworden brug wacht op zijn executie. De Groenen hebben de brug, een storend element in het landschap, weggestemd en kregen er in ruil een over de rivier liggende ophaalbrug voor. Die brug houdt ons twee uur op. De aanlegsteiger is niet af, wat ons tot wat springwerk dwingt om de oever te bereiken. Het enige café in het gehucht is gesloten. We stappen het vlakke land in naar de kerktoren van Stuivekenskerke. Het dorp en de kasteelhoeve Vi-
| |
[Frans]
l'écluse et levé le pont du chemin de fer à Furnes; deux éclusiers qui, à Nieuport, nous laissent pénétrer dans le Ganzenpoot (par la Veurnesluis) et en ressortir (par la Gravensluis) pour rejoindre le canal Plassendale-Nieuport; un éclusier qui nous fait signer un papier à la Sint-Jorissluis (pour pénétrer dans le Réservoir). Plus tard dans la journée, un homme doit venir en voiture de Fintele pour actionner le pont-levis de Tervate et, deux heures plus tard, le Knokkebrug.
Nous sortons donc du Réservoir, sous le pont de l'autoroute, escortés par une foule de canards, tandis qu'un héron joue à la statue sur la rive. Au Pont de l'union (Uniebrug) se dresse une autre statue: un fier soldatchevalier teuton, les mains repliées sur le fusil comme sur une épée. Le septième régiment de ligne a perdu ici plus de 900 hommes durant les journées d'octobre 1914. Le premier bunker allemand apparaît à notre gauche. L'Yser commence à dérouler ses méandres. Au loin nous voyons surgir, se dessinant contre le ciel sombre, la tour de l'Yser. Elle va apparaître et redisparaître à gauche et à droite. Mais nous échouons d'abord dans la courbe de Tervate. On y démantèle le pont en béton sur l'Yser. La route elle-même a déjà disparu et le pont devenu inutile attend sa démolition. Les Verts ont obtenu la suppression de cet ouvrage qui enlaidit le
| |
| |
| |
[Nederlands]
conia was in de overstroomde vlakte vier jaar lang in handen van de Duitsers. Nu is de hoeve een hotel, maar in de winter worden geen gasten ontvangen. Het dorp is al even uitgestorven als het platgeslagen land. Een opschrift bij de kerk memoreert de bloedige slag van Tervate van 22 oktober 1914. De Duitsers waren in de nevel van de vroege ochtend de IJzer overgestoken. In de late namiddag liepen Belgische grenadiers storm tegen de Duitse mitrailleurs. Meer dan duizend doden bleven achter. Gewonden vulden de kerk, uit de ambulances ‘lekte het bloed’. Het is onwezenlijk dat dit hier gebeurde. Ligt het aan deze verloren januaridag, aan deze stomme, gesloten huizen, maar het lijkt alsof dit dorp dood is.
Aan de IJzerdijk zullen we later horen dat men ons op de brug heeft zien staan: ‘'t stoan doa drie venten en ken kenne gjien èn.’
Terug op de IJzer glijdt Oud-Stuivekenskerke voorbij, met de aan flarden geschoten kerktoren die een Belgische voorpost en uitkijk was in niemandsland, verbonden door een wankele loopbrug (passerelle) van meer dan duizend meter met de Belgische linie achter de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide. De artillerie-officier Martial Lekeux, die later franciscaan werd, hield er wakend en biddend de Duitse troepen-
| |
[Frans]
paysage et son remplacement par un pont-levis qui nous retient pendant deux heures. Le débarcadère n'est pas achevé, ce qui nous oblige à quelque acrobatie pour atteindre la rive. Le seul café de ce hameau est fermé. A pied, nous nous engageons dans la campagne en direction du clocher de Stuivekenskerke. Dans la plaine inondée, le village et la ferme seigneuriale Viconia sont restés pendant quatre ans entre les mains des Allemands. Aujourd'hui, la ferme est un hôtel, mais il est fermé en hiver. Le village est aussi éteint que les champs écrasés du plat pays. Près de l'église, une inscription rappelle la sanglante bataille de Tervate, le 22 octobre 1914. Les Allemands avaient franchi l'Yser dans la brume du petit matin. Tard dans l'après-midi, les grenadiers belges montèrent à l'assaut des mitrailleurs allemands. Solde de l'opération: un millier de morts. L'église débordait de blessés, le sang dégoulinait des ambulances. Il est irréel que ce carnage ait eu lieu ici. Est-ce dû à cette morne journée de janvier, à ces maisons fermées, muettes: on a l'impression que ce village est mort. Sur la digue de l'Yser, nous entendrons dire un peu plus tard, dans le dialecte de la région, qu'on nous a vus sur le pont: ‘Il y a là trois types et je n'en connais pas un.’
Repartis sur l'Yser, nous glissons devant Oud-Stuivekenskerke et son clocher mis en pièces par les tirs. Ce clocher était un avant-poste belge
| |
| |
| |
[Nederlands]
bewegingen in de gaten, een monnik-soldaat die zijn eigen mentale kloosters in de moerassige vlakte van het IJzerfront stichtte.
De plek die door de geschiedenis is uitgeroepen als icoon van horreur aan het Belgische front ligt wat verder. De aanlegsteiger hier is wel in orde.
Eind mei 1915 graven de Belgische soldaten zich in langs de IJzerdijk op de linkeroever. De Duitsers doen hetzelfde. In het begin gaat het om niet meer dan een greppel: bij de aflossingen moet men over de lijken glijden. ‘Je moet iets van een slang, een pad en een mol hebben’, noteert een korporaal in zijn dagboek. Geleidelijk wordt een netwerk van loopgraven en bunkers uitgewerkt. Maar de stelling blijft één van de gevaarlijkste van de Belgische frontsector. De naam Dodengang is snel geboren. Men ligt hier op amper 50 meter van een Duitse bunker op de linkeroever, die in één nacht is gebouwd met stiekem over de IJzer gebracht beton. De Dodengang ligt constant onder vuur van Duitse sluipschutters. Vanaf kapotgeschoten petroleumtanks hebben ze een uitstekend zicht op de Belgen.
Sinds 1994 is het Ministerie van Landsverdediging opnieuw verantwoordelijk voor het beheer van de Dodengang. De site werd volledig ver-
| |
[Frans]
dans le no man's land, tour d'observation reliée par une passerelle vacillante de plus de mille mètres aux lignes belges qui couraient derrière le talus du chemin de fer Nieuport-Dixmude. Veillant et priant, l'officier d'artillerie Martial Lekeux, qui deviendra franciscain par la suite, y surveillait les mouvements des troupes allemandes, espèce de moine-soldat qui fondait en imagination ses propres couvents dans la plaine marécageuse du front de l'Yser.
L'endroit qui serait consacré par l'histoire comme symbolisant l'horreur du front belge se trouve un peu plus loin. Ici, le débarcadère ne pose aucun problème.
Fin mai 1915, les soldats belges s'enterrent le long de la digue de l'Yser, sur la rive gauche. Les Allemands font de même. Au début, il s'agit d'un simple fossé: lors des relèves, il faut se glisser au-dessus des cadavres. Dans son journal, un caporal note: ‘Il faut avoir quelque chose d'un serpent, d'un crapaud et d'une taupe’. Petit à petit, on développe un réseau de tranchées et de bunkers. Mais la position reste une des plus dangereuses du front belge. Elle sera baptisée bien vite ‘Boyau de la mort’. On se trouve à 50 mètres à peine d'un bunker allemand construit en une seule nuit sur la rive gauche avec du béton qui a traversé la rivière en secret. Le Boyau de la
| |
| |
| |
[Nederlands]
nieuwd. Een bakstenen onthaalkantoor wacht er op de slagveldtoerist. Dit is duidelijk een ‘Belgische’ lieu de mémoire, die de ‘Vlaamse’ IJzertoren, die almaar dichter komt, moet compenseren. ‘Hier heeft ons leger de invaller in bedwang gehouden.’ lees ik op een bord.
Ik loop de gevechtsloopgraaf in, 400 meter lang volgt hij de IJzer. Parallel loopt de terugkeerloopgraaf. Ik inspecteer de Ruiterschans: het fort van zandzakken te paard op de eigenlijke Dodengang, uitgebouwd tot een onneembare vesting. Op de kop van de Dodengang ligt de bunker, de Muizenval. Een gids brengt alles zeer tot leven, maar er klopt iets niet. Het Belgische front was het ongezondste van de hele frontlinie die tot Zwitserland liep. Modder, ratten, muggen, regen onder een zware hemel. De meeste soldaten stierven na de eerste slag aan de IJzer van oktober 1914 vooral aan ziektes.
Na de oorlog deed de erosie zijn werk: hout rotte weg, zandzakken vergingen, wanden stortten in. Vanaf 1924 werden de juten zandzakken vervangen door zakken gevuld met cement. Talrijke restauraties volgden. Telkens werd de Dodengang gestileerder, afgelikter, onechter. De modder, de stank, het krioelende leven en sterven verdwenen achter de geometrie. De Eerste Wereldoorlog is hier abstract geworden. Die indruk wordt versterkt door het nu heel snel verdwijnen van de laatste ooggetuigen. Zo
| |
[Frans]
mort est exposé en permanence au feu de tireurs allemands embusqués.
Depuis 1994, le ministère de la Défense est à nouveau responsable de la gestion du Boyau de la mort. Le site a été entièrement rénové. Un bureau de réception en briques accueille le visiteur du champ de bataille. Nous sommes indubitablement dans un lieu de mémoire ‘belge’, qui doit compenser la tour de l'Yser ‘flamande’, toute proche désormais. Je lis sur un écriteau: ‘Ici notre armée a tenu l'envahisseur en échec.’ J'entre dans la tranchée de tir qui suit l'Yser sur 400 mètres, doublée sur une ligne parallèle par la tranchée de relève. J'inspecte le Ruiterschans, forteresse imprenable de sacs de sable à cheval sur le Boyau de la mort proprement dit. Au bout du Boyau se dresse un bunker, la Souricière. Un guide présente les choses de façon très vivante, mais quelque chose cloche. Le front belge était le plus malsain de toute la ligne de feu, qui s'étendait jusqu'à la frontière Suisse: boue, rats, moustiques, pluie sous un ciel de plomb. Après la première bataille de l'Yser en octobre 1914, les soldats allaient surtout mourir de maladie. Après la guerre, l'érosion fit son oeuvre: les sacs de sable et le bois pourrirent, les parois s'effondrèrent. A partir de 1924, les sacs de jute furent remplacés par des sacs remplis de ciment. De nombreuses restaurations ont suivi. A chaque fois, le Boyau de la mort est devenu plus stylisé, plus léché, plus inauthentique. La boue, la puanteur, la
| |
| |
| |
[Nederlands]
stierf de laatste Belgische veteraan van de Eerste Wereldoorlog, de West-Vlaming Cyriel Barbary, in 2004 in de Amerikaanse staat Michigan. Hij was 105 jaar oud. Als achttienjarige maakte hij deel uit van het tweede Linieregiment en lag tussen mei 1918 en januari 1919 onder de wapens. Hij vocht dus nog zes maanden mee in de oorlog. De Eerste Wereldoorlog glijdt terug in de geschiedenis en wordt historisch. Even historisch als de Frans-Duitse oorlog van 1870 of de oorlogen van Napoléon? Daarom grijpen we ons zo vast aan die oorlog. Nog even. Een stuiptrekking?
De spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide die de Belgische linie was tussen 1914 en 1918 is vandaag een fietspad.
| |
Diksmuide
Diksmuide werd pas op 10 november 1914 door de Duitsers veroverd. Toen hadden ze de stad al in puin geschoten. Ze hielden Diksmuide tot het einde. Aan de overkant van de IJzer, op de linkeroever, lagen de Belgen.
Eerst wil ik hier dit verhaal kwijt. Het is Kerstmis 1914. Adeste fideles wordt gezongen in de loopgraven. De soldaten kennen de tekst in alle legers. De Duitsers hebben kerstgeschenken gekregen, de meeste Belgen niet. Maar de Duitsers willen die dag graag delen. Aan de Hoge Brug, vóór het
| |
[Frans]
vie grouillante et la mort se sont effacées derrière la géométrie. Ici, la Première Guerre mondiale est devenue abstraite. Cette impression s'est trouvée renforcée par la disparition de plus en plus rapide des derniers témoins. Le dernier vétéran belge de 14-18 est décédé en 2004 dans le Michigan (États-Unis). Cyriel Barbary, un Ouest-Flamand, avait 105 ans. A l'âge de dix-huit ans il faisait partie du second régiment de ligne. Il resta sous les armes de mai 1918 à janvier 1919 et participa donc pendant six mois à la guerre. La Première Guerre mondiale glisse donc doucement dans l'histoire, aussi ‘historique’ que la guerre franco-allemande de 1870 ou les guerres de Napoléon? Est-ce pour cela que nous nous agrippons si vigoureusement à cette guerre? Dans une dernière convulsion?
Aujourd'hui, le talus de la ligne de chemin de fer Nieuport-Dixmude, qui formait la ligne de front de 1914 à 1918, est une piste cyclable.
| |
Dixmude
Dixmude ne tomba aux mains des Allemands que le 10 novembre 1914. A cette date leurs canons avaient déjà transformé la localité en un amas de décombres. Ils tinrent la ville jusqu'à la fin. De l'autre côté de l'Yser, sur la rive gauche, se situaient les positions belges.
| |
| |
| |
[Nederlands]
kapotgeschoten Diksmuide, schuiven ze sigaren en tabak, chocolade en weekbladen over het dunne ijs van de bevroren IJzer. De Belgische grenadiers nemen ze graag aan. De volgende dag worden ze afgelost door een compagnie van het 1ste regiment karabiniers. Zelfde scenario: ‘Kameraden, gar nicht schiessen!’ - ‘Bonjour les amis!’ Kerstcadeautjes over het ijs, ook kerstwensen gestopt in blikjes of lege kogelhulzen. Opeens verschijnen op de oever drie Duitse officieren, onder bevel van majoor Anderson die in 1916 aan de Somme zal sneuvelen. Ze willen een symbolisch gebaar stellen om de herinnering aan deze bijzondere Kerstdag voor altijd levend houden. In de kolenkelder van het St-Janshospitaal in de stad hebben ze de monstrans van de kapel gevonden. De Belgische kapitein laat aalmoezenier Vandermeiren roepen. Met behulp van een koord wordt de in een linnen zak verpakte monstrans voorzichtig over het dunne ijs naar de Belgische linie getrokken. De aalmoezenier dankt ontroerd. De officieren groeten en keren terug naar hun frontlijn. De volgende dag hervatten de gevechten, maar de herinnering is gebleven.
We leggen aan bij de onontkoombare IJzertoren, die zo duidelijk de esthetiek van de jaren' 50 torst. Tot 1946 stond hier de eerste toren, vijftig meter hoog, ingewijd bij de elfde bedevaart in 1930.
| |
[Frans]
D'abord une parenthèse. Nous sommes à la Noël 1914. Dans les tranchées on chante l'Adeste fideles. Dans toutes les armées, les soldats connaissent le texte. Les Allemands ont reçu des cadeaux de Noël, contrairement à la plupart des Belges. Mais ce jour-là, ils sont disposés à partager. Au Hoge Brug, devant Dixmude dévasté, ils font glisser sur la fine glace de l'Yser gelé des cigares et du tabac, du chocolat et des hebdomadaires. Les grenadiers belges acceptent volontiers ces présents. Le lendemain ils sont remplacés par une compagnie du premier régiment de carabiniers. Même scénario: ‘Kameraden, gar nicht Schiessen!’ - ‘Bonjour les amis!’ Outre les présents de Noël, des voeux glissés dans des boîtes en fer blanc ou des douilles vides circulent aussi sur la glace. Tout à coup apparaissent sur la rive trois officiers allemands sous le commandement du major Anderson, qui mourra sur la Somme en 1916. Ils veulent poser un geste symbolique afin de perpétuer le souvenir de cette singulière journée de Noël. Dans la cave à charbon de l'hôpital Saint-Jean ils ont trouvé l'ostensoir de la chapelle. Le capitaine belge appelle l'aumônier Vandermeiren. A l'aide d'une corde, l'ostensoir emballé dans un sac de toile est tiré prudemment sur la fine couche de glace vers les lignes belges. L'aumônier remercie d'une voix émue. Les officiers saluent et réintègrent leurs positions. Le lendemain les combats reprennent, mais le souvenir est resté.
| |
| |
| |
[Nederlands]
Na de Eerste Wereldoorlog groeide de pelgrimage naar de Vlaamse doden uit tot een rite de passage voor de Vlaamse Beweging. Die Beweging was geradicaliseerd in de loopgraven waar 65% van de gesneuvelde Belgische soldaten Vlamingen waren wier taal werd misprezen. Het anti-oorlogsmonument met het opschrift AVV-VVK (Alles voor Vlaanderen-Vlaanderen voor Christus) werd in 1946 met dynamiet opgeblazen door ‘onbekenden’. De nieuwe toren (hoger: 84 meter) met hetzelfde opschrift werd ingewijd in 1965. Intussen was de bedevaart al uitgegroeid tot een hoogmis van de Vlaamse Beweging en haar emancipatiestrijd. In 1986 werd de site bij decreet uitgeroepen tot ‘Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding’ en in 1992 tot beschermd monument. De IJzertoren is vandaag een erkend symbool van de Vlaamse Gemeenschap, naast de vlag, het wapen en het volkslied. In de toren bevindt zich een museum, gewijd aan de Eerste Wereldoorlog, de Vrede en de Vlaamse ontvoogding.
Misschien is dat allemaal te veel voor één monument. Het monument verenigt niet alle Vlamingen. Daarvoor wordt het door velen als te christelijk of te nationalistisch ervaren. Twee organisaties (IJzerbedevaartcomité en IJzerwake) die elkaar van verraad beschuldigen, eisen vandaag
| |
[Frans]
Nous accostons près de l'immanquable tour de l'Yser, si nettement marquée par l'esthétique des années '50. Jusqu'en 1946 se dressait ici la première tour, d'une hauteur de cinquante mètres, inaugurée à l'occasion du onzième pèlerinage en 1930.
Après la Première Guerre mondiale le pèlerinage aux morts flamands a pris l'importance d'un rite de passage pour le Mouvement flamand. Ce Mouvement s'était radicalisé dans les tranchées où 65% des soldats belges tués furent des Flamands, c'est-à-dire des soldats dont la langue était généralement méprisée par les officiers francophones. La première tour, monument érigé contre la guerre et portant l'inscription AVV-VVK (Tout pour la Flandre - La Flandre pour le Christ), fut dynamitée en 1946 par des ‘inconnus’. La nouvelle tour, portant la même inscription et plus haute que la précédente (84 mètres), fut inaugurée en 1965. Entretemps le pèlerinage avait déjà pris l'ampleur d'une grand-messe du Mouvement flamand et de sa lutte pour l'émancipation. En 1986, le site fut proclamé par décret ‘Mémorial de l'emancipation flamande’; en 1992, la tour devint un monument protégé. Aujourd'hui, à côté du drapeau, des armoiries et de l'hymne, la tour de l'Yser est un symbole reconnu de la Communauté flamande. L'édifice abrite un musée consacré à la Première Guerre mondiale, à la Paix et à l'emancipation flamande.
| |
| |
| |
[Nederlands]
de erfenis van de bedevaart op. De aanwezigheid van extremisten heeft de bedevaart voor velen gecompromitteerd. In de geschiedenis van de bedevaart zijn er donkere periodes (o.a de oorlogsjaren '40-'44), waarmee men nog niet in het reine is gekomen.
Misschien had men die opgeblazen toren niet moeten heropbouwen. Misschien was de Pax-poort, gebouwd met de resten van de oude toren, genoeg geweest.
Het museum in de toren wil helaas ook te veel: het wil het verhaal vertellen van de Eerste Wereldoorlog maar ook van de Vlaamse ontvoogding en intussen ook een pacifistische daad zijn. Je vindt er het succesverhaal van de Antwerpse mode en je hoort er de atoombom ontploffen. Het heeft een politieke boodschap van legitimering. Daar is op zich niets fouts mee, maar die boodschap detoneert naast de evocatie van de gruwelen van de oorlog.
Ik leer er dat een Belgisch pistool van FN-makelij op 28 juni 1914 in Sarajevo de Eerste Wereldoorlog op gang schoot. Ik krijg cijfers die een en ander in een context plaatsen: 8.700.000 militairen en burgers lieten het leven in de oorlog; tien miljoen stierven na 1918 aan de Spaanse griep; België telde meer dan 60.000 doden: 44.000 militairen en 23.000 burgers.
| |
[Frans]
N'est-ce pas trop pour un seul monument? La tour de l'Yser ne fait pas l'unanimité parmi les Flamands. Le monument est ressenti comme trop chrétien ou trop nationaliste. Deux organisations (IJzerbedevaartcomité et IJzerwake) qui s'accusent mutuellement de trahison revendiquent aujourd'hui l'héritage du pèlerinage de l'Yser. Celui-ci est compromis, aux yeux de beaucoup, par la présence d'extrémistes. L'histoire du pèlerinage comporte des périodes sombres (entre autres les années de guerre 40-44) qui continuent encore à poser des problèmes de conscience. On n'aurait peut-être pas dû reconstruire la tour dynamitée. Peut-être fallait-il s'en tenir à la Porte de la Paix (Pax-poort), bâtie avec les restes de la vieille tour.
Le musée, hélas, est trop gourmand: il se propose de raconter l'histoire de la Première Guerre mondiale mais aussi de l'émancipation flamande, et ce tout en se présentant comme un geste pacifiste. Il offre au visiteur une image du succès de la haute couture anversoise et lui fait entendre l'explosion de la bombe atomique. Il présente un message politique de légitimation, ce qui n'a rien de répréhensible en soi, mais ce message détonne à côté de l'évocation des horreurs de la guerre. J'y apprends qu'un pistolet de fabrication belge (FN) a donné le coup d'envoi de la Première Guerre mondiale le 28 juin 1914 à Sarajevo. Je prends connais-
| |
| |
| |
[Nederlands]
Hoort de IJzertoren op de Unescolijst van het Werelderfgoed? De vorige minister van Cultuur vond van wel. Alleen als alle oorlogskerkhoven en gedenktekens in de Westhoek en in Noord-Frankrijk van alle naties op de lijst komen, kan de IJzertoren mee opgenomen worden. De Menenpoort in leper werd door oorlogsveteraan en dichter Siegfried Sassoon ook gegispt bij de onthulling in 1927 als ‘sepulchre of crime’. Monumenten kunnen veranderen van betekenis. Rituelen ook. De Last Post, elke avond geblazen onder dezelfde Menenpoort, heeft ook niet meer noodzakelijk een militaire connotatie. Als men de retoriek van overwinnaars én overwonnenen, het immer dubbelzinnige verleden aanvaardt in al zijn dubbelzinnigheid, dan kan uit de nevenschikking van particuliere tradities een beeld oprijzen van een complexe werkelijkheid die men genereus neemt voor wat ze is.
Dan mag de lerse toren bij Mesen iets zeggen over het lerland van vandaag. Dan mag het treurend ouderpaar van Käthe Kollwitz op het Duitse kerkhof van Vladslo bij Diksmuide het verdriet worden van alle ouders die een kind verliezen, dan mogen de Britse kerkhoven aan esthetiek blijven offeren, de Duitse aan melancholie, de Franse en Belgische aan retorisch patriottisme.
| |
[Frans]
sance de chiffres qui replacent les choses dans leur contexte: la guerre a coûté la vie à 8.700.000 soldats et civils; 10.000.000 de personnes sont mortes de la grippe espagnole après 1918; la Belgique comptait plus de 60.000 morts: 44.000 soldats et 23.000 civils.
La tour de l'Yser a-t-elle sa place sur la liste du Patrimoine mondial dressée par l'Unesco? Le précédent ministre de la Culture répondait par l'affirmative. En fait, la tour de l'Yser ne peut y figurer que si tous les cimetières militaires et monuments commémoratifs du Westhoek et du nord de la France y sont repris pour toutes les nations impliquées. N'oublions pas que, lors de son inauguration en 1927, la porte de Menin à Ypres fut stigmatisée par le poète et vétéran de guerre Siegfried Sassoon comme ‘sepulchre of crime’. Les monuments peuvent changer de signification. Les rituels également. Le Last Post, joué chaque soir sous cette même porte de Menin, n'a plus nécessairement une connotation militaire. Si l'on accepte dans toute leur ambiguïté la rhétorique des vainqueurs et des vaincus, l'écho d'un passé fatalement équivoque, on peut voir surgir de la juxtaposition de traditions particulières l'image d'une réalité complexe que l'on prend généreusement pour ce qu'elle est.
| |
| |
| |
[Nederlands]
Van Diksmuide naar Fintele
Voorbij Diksmuide varen we de speciaal voor ons opgehaalde Knokkebrug door en komen op het kanaal naar leper. Op de driehoek, gevormd door IJzer en het kanaal naar leper lag een van de beste vestingen van Vauban. Samen met de vesting leper bekleedde het fort De Knocke een sleutelpositie aan de noordgrens van Frankrijk. Kunstmatige onderwaterzetting maakte de vesting nauwelijks benaderbaar. Het verdrag van Utrecht (1713) bepaalde dat de Fransen Veurne en leper moesten ontruimen. Het fort werd nu ingezet tegen Frankrijk, maar Jozef II liet het in 1792 afbreken.
We willen op het kanaal naar leper tot Steenstrate geraken, omdat daar, tussen Steenstrate en Langemark de Duitsers op 22 april 1915 - een stralende lentedag - voor het eerst chloorgas gebruikten. Bretoenen en Algerijnen waren de eerste slachtoffers. Maar het wordt donker, en aan de eerste brug maken we rechtsomkeer en varen terug naar de IJzer. Een bewoner van het schiereiland tussen IJzer en het kanaal naar leper steekt op een veer over. Het bootje wordt aan een ketting op de bodem over het water getrokken.
Aan de Labiettehoek maakt de IJzer zijn grote bocht, richting Frankrijk.
In het uur tussen hond en wolf komen wij in Fintele aan.
| |
[Frans]
La tour irlandaise de Mesen peut parler alors de l'Irlande d'aujourd'hui. Le couple de parents affligés de Käthe Kollwitz au cimetière allemand de Vladslo près de Dixmude peut représenter le chagrin de tous les parents qui ont perdu un enfant, les cimetières britanniques peuvent continuer à sacrifier à l'esthétique, les allemands à la mélancolie, les français et les belges à un patriotisme rhétorique.
| |
De Dixmude à Fintele
Après Dixmude nous passons devant le Knokkebrug spécialement levé à notre intention et remontons le canal d'Ypres. Dans le triangle formé par l'Yser et le canal d'Ypres se dressait une des forteresses les plus réussies de Vauban. Avec la place forte d'Ypres, le fort De Knocke occupait une position clé sur la frontière septentrionale de la France. Des inondations provoquées rendaient pratiquement impossible l'approche de cet ouvrage. En 1713, le traité d'Utrecht imposa aux Français l'évacuation de Furnes et d'Ypres. Désormais, le fort fut utilisé contre les Français, mais Joseph II le fit démolir en 1792.
Poursuivant notre route sur le canal d'Ypres, nous voulons atteindre Steenstraete. C'est en effet entre cette localité et Langemark que les Allemands, par une radieuse journée de printemps - le 22 avril 1915 -,
| |
| |
| |
[Nederlands]
Zoals het hoort, onder een lucht van Brel:
Avec un ciel si bas qu'un canal s'est perdu
Avec un ciel si bas qu'il fait l'humilité
Avec un ciel si gris qu'un canal s'est pendu
Avec un ciel si gris qu'il faut lui pardonner
Drie landschappen ontmoeten hier elkaar: het Broekenland, of de laaggelegen hooilanden aan de rechteroever die van af het najaar dikwijls onder water staan en aan de linkeroever het Houtland en de lagergelegen polders.
Vikingen voeren in de negende eeuw via een brede zeeinham de IJzer op om de abdij van Sint-Omaars (Saint-Omer) te plunderen. Het paard van Odin strandt hier. Aan de aanlegsteiger in Fintele. Het was sterk en snel. Het bracht ons van de hemel naar de aarde, de wereld van de dingen, de dieren, het wriemelende leven.
De laatste kegelvormige hut (dezelfde die ik aantrof bij de bron, in Bollezeele, Roesbrugge, aan de Knokkebrug, Diksmuide en Nieuwpoort) staat als wachter aan de oever. In de verte zie ik de lichten van de wagens op de weg leper-Veurne. Verder mag niet gevaren worden, tenzij
| |
[Frans]
utilisèrent pour la première fois un gaz de combat. Des Bretons et des Algériens en furent les premières victimes. Mais le jour décline; au premier pont nous faisons demi-tour et reprenons la direction de l'Yser. Un habitant de la presqu'île entre l'Yser et le canal traverse la rivière dans une barque qu'il hale sur la berge au moyen d'une chaîne.
Au Labiettehoek, l'Yser dessine sa grande courbe en direction de la France.
Entre chien et loup, nous arrivons à Fintele. Comme il se doit, sous un ciel de Brel:
Avec un ciel si bas qu'un canal s'est perdu
Avec un ciel si bas qu'il fait l'humilité
Avec un ciel si gris qu'un canal s'est pendu
Avec un ciel si gris qu'il faut lui pardonner.
Trois paysages se rencontrent ici: le Broekenland, c'est-à-dire les prairies de fauche de la rive droite, souvent inondées à partir de l'arrière-saison, le Houtland et les polders situés plus bas.
Au IXe siècle, des Vikings remontèrent l'estuaire - large à l'époque - de l'Yser pour aller piller l'abbaye de Saint-Omer. Le cheval d'Odin échoue
| |
| |
| |
[Nederlands]
met een kajak. Maar ik kan daar mee leven. Ik heb Sint-Omaars (Saint-Omer) gezien vanop de Haeneberg bij de bron. Rechts wenkt de sluis die de IJzer scheidt van de Lovaart, de oudst functionerende sluis van Vlaanderen. Ze verving de ‘winde’, het hellend vlak waarover de boten van de Lovaart in de IJzer werden getrokken. Een verweerde inscriptie maakt gewag van de bouw van de sluis in 1827. Twee Nederlandse ingenieurs van Waterstaat tekenden voor dit werkstuk, met zijn uitzonderlijke schuine bakstenen wanden. Oranje boven: de sluis vormt zo een mooi diptiek met de slag bij Nieuwpoort, waar deze morgen alles begonnen is. Ik draai me om naar de IJzer die nu pikzwart is en vervloeit met de lucht.
| |
[Frans]
ici, au débarcadère de Fintele. Il était puissant et rapide. Il nous a conduits du ciel à la terre, au monde des choses et des animaux, à la vie grouillante.
La dernière hutte conique (la même que celles que j'ai rencontrées à la source, à Bollezeele, Roesbrugge, au Knokkebrug, à Dixmude et à Nieuport) se dresse comme une sentinelle sur la rive. Au loin, je vois la lumière des phares d'auto sur la route Ypres-Furnes. Il est défendu de naviguer plus loin, si ce n'est en kayak. Je m'incline. J'ai vu Saint-Omer depuis le Haeneberg, près de la source. A droite, l'écluse qui sépare l'Yser du Lovaart nous fait signe. C'est la plus ancienne écluse en fonction en Flandre. Elle a remplacé la ‘winde’, le plan incliné sur lequel les bateaux du Lovaart étaient tirés jusque dans l'Yser. Une inscription altérée par les intempéries fait mention de la construction de l'écluse en 1827. Deux ingénieurs néerlandais du ‘Waterstaat’ ont conçu cet ouvrage aux murs de briques exceptionnellement inclinés. La Maison d'Orange triomphe: l'écluse forme un beau diptyque avec la bataille de Nieuport, par laquelle tout a commencé ce matin. Je me tourne vers l'Yser, qui est maintenant d'un noir d'encre et se confond avec le ciel.
(Traduit du néerlandais par Marnix Vincent)
| |
| |
| |
[Nederlands]
Association Yser Houck
78, Route de Broxeele
59285 Rubrouck
Yser.houck@free.fr
Varen van Nieuwpoort naar
Diksmuide (met stop aan de Dodengang en in Diksmuide)
www.seastar.be
info@seastar.be
Kajak: inlichtingen bij 't Rohardushof
Bergenstraat 1
8691 Beveren-Kalsijde
www.rohardushof.be
rohardushof@skynet.be
Tel. en Fax: (0032) (0)57 30 10 16
VZW De Boot organiseert rondvaarten
met de ecoboot Isera
www.deboot.be
info@deboot.be
leperleedijkstraat 12
B-8650 Merkem
Tel. (0032) (0)58 28 70 56
| |
[Frans]
Association Yser Houck
78, Route de Broxeele
59285 Rubrouck
Yser.houck@free.fr
Excursion fluviale de Nieuport à
Dixmude (avec escale au Boyau de la mort et à Dixmude)
www.seastar.be
info@seastar.be
Kayak: informations à 't Rohardushof,
Bergenstraat 1,
8691 Beveren-Kalsijde
www.rohardushof.be
rohardushof@skynet.be
Tel. et fax: 057.30 10 16
L'asbl De Boot organise des excursions sur le bateau-écologique ‘Isera’
info@deboot.be
Ieperleedijkstraat 12
B-8650 Merkem
Tel. (0032) (0)58 28 70 56 |
|
Auteursrechtelijk beschermd