De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2001
(2001)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français–
Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 114]
| |||||||||
Jacques Darras, geest van het noorden, genius van het water
| |||||||||
Jacques Darras, génie du nord et génie de l'eau
| |||||||||
[pagina 115]
| |||||||||
[Nederlands]hemel door een beroep te doen op je verstand, je verbeelding en je emoties. Maar uiteindelijk ontsnapt hij je toch: hij vliegt weg naar nog hogere oorden, zoals men dit kan verwachten van een ware Picardiër, bewoner van een land met eindeloze einders. Wie is die mijnheer die beter bekend is bij de onderdanen van hare majesteit, de koningin van het Verenigd Koninkrijk, dan bij zijn eigen landgenoten? Een anekdote schildert hem ten voeten uit. We schrijven 1989: de tweehonderdste verjaardag van de Franse revolutie. De BBC radio besluit dit roemruchte feit te herdenken door er haar ‘Reith lecture’ aan te wijden: sinds 1947, toen de uitzending voor het eerst de ether inging, zowat haar hoogst aangeschreven programma. De ‘leerstoel’ werd normaal ingenomen door een of andere hooggeleerde Engelse intellectueel. Maar Daniel Snowman, de ‘chief producer’ van het programma, besloot van deze traditie af te wijken en voor deze gelegenheid een Fransman aan te trekken. Profiel: de witte raaf zou, in het Engels (!), kunnen debatteren over de geschiedenis van beide landen, hij zou het ge- | |||||||||
[Frans]tives et émotives. Mais ne vous étonnez pas qu'à la fin il vous échappe, qu'il s'envole par-delà, en bon Picard qu'il est, habitué de ce pays des confins illimités qu'est sa Picardie natale. Qui est ce monsieur mieux connu chez les sujets de Sa Majesté la reine du Royaume-Uni que chez ses propres compatriotes? Une anecdote le peint tout entier. Nous sommes en 1989: pour commémorer le bicentenaire de la Révolution française, la BBC radio décide d'y consacrer la fameuse ‘Reith-lecture’ qui est, depuis 1947, date de sa création, l'émission la plus prestigieuse du poste. La chaire, si l'on peut dire, est occupée traditionnellement par l'une ou l'autre sommité de l'intelligentsia anglaise. Mais Daniel Snowman, le ‘chief producer’ du programme, décide de déroger à la règle et de chercher pour l'occasion un Français. Profil: il faut que l'oiseau rare sache parler en connaissance de cause, et en anglais (!), de l'histoire des deux pays, qu'il puisse démystifier ‘les us et les abus’ qu'on a faits de l'histoire de part et d'autre de la Manche, qu'il ose enfin | |||||||||
[pagina 116]
| |||||||||
[Nederlands]bruik en het misbruik dat van deze geschiedenis werd gemaakt aan weerszijden van het Kanaal aan de kaak kunnen stellen en hij zou de mythen durven ontkrachten die sinds mensenheugenis de relaties tussen de Franse en Engelse buren verpesten. Daniel Snowman ging op zoek in Frankrijk en hij ontmoette er Jacques Darras. De zaak was onmiddellijk rond! Hoe zou je kunnen weerstaan aan een Fransman die je bij een eenvoudig middagmaal zo maar verklaart: ‘het ontstaan van de polyfonie is de esthetische tegenhanger geweest van de ontwikkeling van de democratie’!? Een provocerende uitspraak, ongetwijfeld een beetje overtrokken, maar wel stimulerend! Dat belooft!
Jacques Darras (o1939).
Jacques Darras (o1939). | |||||||||
[Frans]saper les mythes qui enveniment depuis mémoire d'homme les relations entre les voisins français et anglais. Au cours de ses recherches en France, Daniel Snowman rencontre Jacques Darras et... l'affaire est conclue. En effet, comment résister à un Français qui vous lance, au cours d'un déjeuner frugal, que ‘l'émergence de la polyphonie avait été léquivalent esthétique du développement de la démocratie’?! Assertion provocante, un tantinet forcée sans doute, mais combien prometteuse! Quelques mois plus tard, on commence les enregistrements à la BBC. L'équipe de la radio fait la connaissance de ce Français qui la subjugue autant par l'étendue de son savoir que par sa maî- | |||||||||
[pagina 117]
| |||||||||
[Nederlands]Enkele maanden later begint de opname van de lezingen bij de BBC. De equipe staat versteld van de onvoorstelbaar brede kennis en de uitzonderlijke beheersing van het Engels van deze Fransman. Op een dag hoort een van de technici Daniel Snowman spreken over het ‘Genie van het Noorden’: hij is ervan overtuigd dat die titel slaat op... Jacques Darras himself!Ga naar eindnoot2 Welnu, dit ‘genie’ uit het Noorden, ik kende hem ook niet tot voor enkele maanden. Ik heb er geen excuses voor, maar mijn onwetendheid bevestigt alleen maar een van zijn vaststellingen: het Franse lezerspubliek wordt slecht voorgelicht over zijn literatuur en meer bijzonder over zijn dichtkunst. In Aujourd'hui Poème (juni 2000, no 12) stelt hij niet zonder bitterheid vast: ‘Frankrijk is een land dat sinds lang prat gaat op zijn schrijvers, die ze soms op plechtstatige wijze binnenleidt in zijn nationale crypten /.../ Welnu, de literaire pers in ditzelfde land is zowat de armste, de slechtst geschrevene en de meest aan de mode en de markt verslaafde ter wereld.’Ga naar eindnoot3 Darras verwijt de Franse uitgeverswereld maar een zorg te koesteren: de eco- | |||||||||
[Frans]trise surprenante de l'anglais. Un jour, l'un de ces messieurs entend D. Snowman parler du ‘Génie du Nord’: il est convaincu que ce titre désigne... Jacques Darras ‘him self!’Ga naar eindnoot2 Eh bien, ce bon génie du Nord, il y a à peine quelques mois, je ne le connaissais pas. Mon ignorance, inexcusable, ne fait d'ailleurs que confirmer l'un de ses propres diagnostics: le lectorat français est mal renseigné sur sa littérature et spécialement sur sa poésie. Dans Aujourd'hui Poème (juin 2000, no 12), Jacques Darras constate non sans amertume: Voici un pays qui fait depuis longtemps grand cas de ses écrivains, qui les conduit quelquefois en grande pompe dans ses cryptes tutélaires /.../ or, ce même pays possède l'une des presses littéraires les plus indigentes, les moins bien écrites, les plus soumises aux phénomènes de mode et de marché. Il reproche au monde éditorial français de n'avoir qu'un seul souci: la rentabilité économique. ‘Inévitable’, ditesvous? ‘Pas du tout, riposte-t-il, voyez l'Angleterre et son célèbre Times Literary Supplement, voyez les publications | |||||||||
[pagina 118]
| |||||||||
[Nederlands]nomische rentabiliteit. ‘Toch onvermijdelijk’, zeg je? ‘Helemaal niet, antwoordt Darras, zie maar het Times Literary Supplement; zie maar de analoge publicaties in Italië, Spanje en Duitsland.’ - ‘Maar, zal je zeggen, Frankrijk telt toch het Magazine littératire (Grasset) en Le Monde des lettres!’ ‘Jawel’ zegt Darras, ‘maar deze bladen of rubrieken zijn onderworpen aan de wetten van de mode en de markt want zij verheerlijken alleen de roman.’ | |||||||||
Een dichter ‘romanceert’Onze dichter is dus behoorlijk afgunstig op de prerogatieven van de roman! Want Darras is een dichter, honderd procent, in hart en nieren: dit verklaart tegelijk waarom hij zo lang miskend en zelfs onbekend is gebleven. Maar hij vecht deze onrechtvaardige toestand aan. In hetzelfde interview stelt hij aan zijn gesprekspartner deze suggestieve vraag: ‘Denkt u niet dat, objectief gesproken, de Franse poëzie vandaag het meest levende deel is van de literatuur?’ Objectief gesproken misschien wel - zijn Van Eyck et les rivières (dont la Maye) lijkt me hiervan een | |||||||||
[Frans]analogues en Italie, en Espagne et en Allemagne’. - ‘Mais la France compte quand même le Magazine littéraire (Grasset) et le Monde des lettres’! ‘Oui, rétorque Jacques Darras, mais ces feuilles ou ces rubriques sont “soumises aux phénomènes de mode et de marché”, car elles “magnifient l'importance du roman”’. | |||||||||
Un poète ‘romance’Voilà donc un poète jaloux des prérogatives du roman. Car Darras est poète, intégralement, viscéralement, ce qui explique qu'il a pu rester si longtemps méconnu, même inconnu. Mais il s'insurge contre cette injustice. Dans la même interview, il pose à son interlocuteur cette question qui suggère tranquillement la réponse: ‘Est-ce que vous ne pensez pas que la poésie française d'aujourd'hui est objectivement la partie la plus vivante de la littérature?’ Objectivement peut-être - son propre ‘Van Eyck et les rivières’ tendrait à le prouver -, mais économiquement, certainement pas. Jacques Darras le sait mieux que quiconque. Aussi s'est-il vengé finement de cette partialité | |||||||||
[pagina 119]
| |||||||||
[Nederlands]overtuigend bewijs - maar economisch gesproken zeker niet. Jacques Darras weet dit beter dan wie ook. Het komt me dan ook voor dat hij zich fijntjes heeft gewroken op deze generische partijdigheid die, volgens hem, heel de Franse literaire wereld kenmerkt. Hoe dan? Door zijn ‘Van Eyck et les rivières’ (1996) voor te stellen als een ‘roman’, terwijl het in feite gaat om een grote dichtbundel! Ter illustratie citeren we de openingsscène. De verteller/dichter stelt er zelf zijn tekst voor, in deze ietwat vreemde vorm, half proza half vers, waar hij zo van houdt: mon livre - quatre cent cinquante pages prose vers croisés comme par confrontation typographique, caractères romains italiques dialoguant en présence du blanc (II, Maastricht, 4, p. 11).Ga naar eindnoot4 Stel je dus voor: een boek van 438 bladzijden, bestaande uit 49 hoofdstukjes waarvan slechts een dozijn in proza en de rest allemaal in verzen, en dat beweert een ‘roman’ te zijn!Ga naar eindnoot5 Een roman dan, opgeluisterd met gedichten? Ook niet! Want een verhaal, een plot is er niet, niet echt. Het etiket | |||||||||
[Frans]générique qui, à l'en croire, serait universellement répandue en France. Comment? En présentant astucieusement son Van Eyck et les rivières (dont la Maye) (1996) comme ‘roman’ alors qu'il s'agit en fait d'un gros volume de poésie! Voici d'ailleurs comment, dès l'ouverture, le narrateur/poète lui-même présente son texte, dans cette curieuse forme mi-prose mi-vers qu'il affectionne: mon livre - quatre cent cinquante pages prose vers croisés comme par confrontation typographique, caractères romains italiques dialoguant en présence du blanc (II, Maastricht, 4, p. 11).Ga naar eindnoot3 Figurez-vous donc un volume de 438 pages, comptant 49 chapitres dont une douzaine seulement sont rédigés en prose, les autres se présentant carrément comme de la poésie, et qui se prétend ‘roman’!Ga naar eindnoot4 Un roman émaillé de poésies alors? Que non! Car de récit, d'intrigue, point ou à peine. Le mot ‘roman’ qui figure sur la couverture n'est donc rien de moins qu'un pied de nez au lecteur! Mais celui-ci aurait tort de ne voir dans cette stratégie qu'un mauvais tour joué au public, car, pour | |||||||||
[pagina 120]
| |||||||||
[Nederlands]‘roman’ dat op de omslag prijkt, neemt ons dus gewoon bij de neus! Maar we zouden ongelijk hebben als we in deze strategie alleen maar een kwalijke streek van de auteur zagen. Voor Darras is het spel op de grenzen tussen poëzie en proza precies zijn belangrijkste opdracht als dichter! Hij laat een van zijn personages, Filips de Goede, verklaren: ‘Geen enkele kroniekschrijver uit /m/ijn omgeving schreef een stijl die fel genoeg was om de woelige wateren van de menselijke ziel te begeleiden vanaf de bron. Men had een proza moeten uitvinden dat dichter bij het hart lag. Een nieuw soort frasering die op een vers zou lijken.’ (XI, Philippe, p. 77) En daar ligt nu net een van de grootste uitdagingen van Jacques Darras: de grenzen tussen de genres over te steken door een nieuwe schriftuur te ontwikkelen. Maar niet alleen die grenzen: alle grenzen moeten overgestoken worden, op een liefdevolle wijze: Qu'est-ce qui nous fait tellement aimer une frontière? | |||||||||
[Frans]Darras, le jeu sur les frontières entre prose et poésie est un enjeu capital. Il fait dire à Philippe le Bon, personnage de son ‘Van Eyck’: Aucun chroniqueur de /m/on entourage n'écrivait de phrase assez vive pour accompagner depuis leur source les eaux tumultueuses de l'âme humaine. Il eût fallu inventer une prose plus près du coeur. Une phrase nouvelle qui ressemblerait à un vers (XI, Philippe, p.77) Et voilà précisément l'une des gageures majeures de Jacques Darras: dépasser les frontières des genres, créer une nouvelle écriture ‘plus près du coeur’, au-delà de la démarcation entre prose et vers. Sachons par ailleurs que, pour Darras, toutes les frontières servent à être dépassées, amoureusement: Qu'est-ce qui nous fait tellement aimer une frontière? (XIV, Chimay, 1, p.97) | |||||||||
[pagina 121]
| |||||||||
[Nederlands]Comme lorsque vient le moment de conclure l'acte amoureux. (XIV, Chimay, 1, p. 97)Ga naar eindnoot6 Omgekeerd, wat geldt voor de grenzen tussen staten en naties geldt evenzeer voor die tussen de genres: A présent que votre roman votre poème coexistent brasdessus bras-dessous comme deux alter-égaux. (XV, Namur, 6, p. 110)Ga naar eindnoot7 Alle grenzen - nationale en literaire - zijn er dus om opgedoekt te worden: Je suis poète hérétique de la poésie du roman tout à la fois. (XX, Domrémy, 9, p. 158)Ga naar eindnoot8 Quelquefois j'ai le sentiment d'écrire un livre qui n'aurait pas de fin comme si l'approche se retournait en éloignement. | |||||||||
[Frans]Inversement, ce qui vaut pour les frontières entre États et régions vaut donc également pour celles entre les genres: A présent que votre roman votre poème coexistent brasdessus bras-dessous comme deux alter-égaux. (XV, Namur, 6, p.110). Les frontières - nationales et littéraires - sont là pour être bousculées: Je suis poète hérétique de la poésie du roman tout à la fois. (XX, Domrémy, 9, p.158) Quelquefois j'ai le sentiment d'écrire un livre qui n'aurait pas de fin comme si l'approche se retournait en éloignement. | |||||||||
[pagina 122]
| |||||||||
[Nederlands]Pourquoi sans doute le poème le dispute au roman dans mon livre. (XVII, Calais, 2, p. 120, 122)Ga naar eindnoot9 Deze regels geven aan wat Jacques Darras nastreeft: een poëzie die haar hoogdravende allures laat varen en een roman die zijn sjofele outfit van literaire clochard aflegt. Hebben de grenzen, die tussen de genres en de andere, dan geen reden van bestaan? Jawel, want ze zullen steeds blijven dienen als de noodzakelijke grondvesten van een identiteit - of die nu individueel, etnisch, regionaal of nationaal zijn - maar op de uitdrukkelijke voorwaarde dat ze soepel blijven, vloeiend en vloeibaar. Om die reden precies wil Darras een identiteit niet dromen als geworteld in de grond, maar als opborrelend uit een bron: Ma source (n'employez pas le mot ‘racines’!) (XLI, Camp du drap d'or, 5, p. 407).Ga naar eindnoot10 | |||||||||
[Frans]Je veux renverser la division hiérarchique qui caparaçonne la poésie chevalerie d'apparat condamnant le piéton à la solde romanesque. (XVII, Calais, 2, pp. 120, 122) Ces lignes explicitent la recherche de Jacques Darras: comment faire pour que la poésie abandonne son allure guindée, que le roman quitte ses airs de manant des lettres? Estce à dire que les frontières, génériques et autres, n'auraient plus de raison d'être? Que non, car elles serviront toujours d'assises incontournables à une identité - qu'elle soit individuelle, ethnique, régionale, nationale -, mais à la condition expresse de rester souples, fluides, liquides. C'est pourquoi, selon Darras, il ne faut pas rêver les identités comme ‘enracinées’ dans le sol, mais comme jaillissant d'une source: Ma source (n'employez pas le mot ‘racines’!) (XLI, Camp du drap d'or, 5, p.407). ‘Les rivières (dont la Maye)’ qui figurent dans le titre du ‘roman’ ne sont donc nullement fortuites! Elles nous invitent à abandonner la rigidité, la fixité, l'enracinement propres à l'espace, qu'il soit terroir folklorique ou terri- | |||||||||
[pagina 123]
| |||||||||
[Nederlands]De rivieren uit de titel ‘Les rivières (dont la Maye)’ zijn dus geen toeval! Zij nodigen ons uit om af te zien van alle stugheid, onbuigzaamheid, ingewortelde gewoontes: dit zijn eigenschappen van de bodem, of die nu een folkloris-tische streek is dan wel een staatsterritorium. Rivieren echter hebben iets met de tijd, zij zijn metafoor van de tijd, die zelf permanente metamorfose is. Hun loop, hun reis is een tocht door de tijd, eerder dan door de ruimte: de rivier eindigt immers onveranderlijk in de zee, in de onmetelijkheid waar de eindeloze tijd en de ruimte in elkaar overvloeien. | |||||||||
GrensvervagendDe lezer van ‘Van Eyck’ zal zich ongetwijfeld afvragen wat de banden mogen zijn tussen de luiken ‘roman’ en ‘poëzie’, traditioneel gescheiden door de grens tussen proza en vers. Hij zal in de eerste plaats vaststellen dat het traditioneel dominante genre - op de omslag triomfeert de term ‘roman’! -, dat de ‘roman’ dus zich hoofs terugtrekt ten voordele van zijn gezellin de poëzie. | |||||||||
[Frans]toire étatique. Les rivières ont partie liée avec le temps, elles sont la métaphore du temps, qui est métamorphose constante. Leur cours, leur course est un voyage à travers le temps plus qu'à travers l'espace: la rivière n'aboutit-elle pas invariablement à la mer, étendue où se confondent à jamais les infinis spatial et temporel? | |||||||||
Dépasser les frontièresLe lecteur de ‘Van Eyck’ se demandera sans doute quels sont les liens qui nouent les deux volets ‘roman’ et ‘poésie’, séparés apparemment par la frontière entre prose et vers. Il constatera pour commencer que le genre traditionnellement dominant - jusque sur la couverture du roman en question! - que ‘le roman’ donc se retire courtoisement devant sa compagne la poésie. En premier lieu, le volet ‘roman’ est numériquement nettement moins important que le volet ‘poésie’: il ne comporte que douze petits chapitres en prose. Ils arborent tous comme titre un nom propre, alors que les chapitres en vers ont pour titre un toponyme. Parmi les noms propres, nous | |||||||||
[pagina 124]
| |||||||||
[Nederlands]Het luik ‘roman’ is om te beginnen numeriek duidelijk minder belangrijk dan het luik ‘poëzie’: de roman telt slechts twaalf korte hoofdstukjes in proza. Ze dragen alle als titel een persoonsnaam, terwijl alle hoofdstukjes in verzen als titel een plaatsnaam hebben. Bij de persoonsnamen vinden we ‘Liévine’ (dochter van Jan van Eyck), ‘Nicolas’ (Rolin, de kanselier van de hertogen van Bourgondië), ‘Philippe’ (Filips de Goede), ‘Jeanne’ (d'Arc), ‘Jan’ (van Eyck)... tot het slothoofdstukje dat weer ‘Liévine’ heet. Al deze personages situeren zich in de 15e eeuw, ten tijde van de hertogen van Bourgondië: Filips de Goede (Dijon, 1396-Brugge, 1476), grote mecenas van onder meer Jan van Eyck, en zijn zoon Karel de Stoute (Dijon, 1433 - bij Nancy, 1477). Men kent het ambitieuze opzet van deze heren: een staat te stichten die zowat heel Vlaanderen en Bourgondië zou beslaan, gelegen tussen het Frankrijk van de Capetingers en Duitsland: zeg maar de heruitgave van de oude droom van Karel de Grote. Bovendien moeten we ook aanstippen dat het luik ‘roman’ slechts schijnbaar romanesk is! De ‘roman’ | |||||||||
[Frans]relevons ‘Liévine’ (fille de Jan Van Eyck), ‘Nicolas’ (Rolin, le chancelier des ducs de Bourgogne), ‘Philippe’ (le bon), ‘Jeanne’ (d'Arc), ‘Jan’ (Van Eyck)... jusqu'au chapitre final, intitulé derechef ‘Liévine’: tous personnages se situant au XVe siècle, à l'époque des ducs de Bourgogne, Philippe III le Bon (Dijon, 1396-Bruges, 1476), grand mécène de Jan Van Eyck entre autres, et Charles le Téméraire, son fils (Dijon, 1433-près de Nancy, 1477). On connaît le projet de ces messieurs: créer un État, comprenant en gros la Flandre et la Bourgogne, situé entre la France capétienne et l'Allemagne, la reconduction en somme du vieux rêve de Charlemagne. En deuxième lieu, il importe de noter que le volet ‘roman’ n'est romanesque que dans l'ordre du sous-texte. Il évoque la lutte et l'époque des ducs de façon simplement allusive: chaque personnage se remémore à un moment donné les événements majeurs de sa vie et de son temps. Ainsi, le lecteur voit défiler Jeanne d'Arc ou des artistes comme Claus Sluter, Roger de le Pasture, Jan Van Eyck et Ruusbroec. Ce ‘roman’ n'est donc pas non plus un roman historique, car | |||||||||
[pagina 125]
| |||||||||
[Nederlands]roept de strijd van de hertogen en hun tijdperk op via allusies: ieder personage denkt terug aan een of andere belangrijke gebeurtenis uit zijn leven of zijn tijd. Zo zien we Jeanne d'Arc of kunstenaars zoals Claus Sluter, Rogier van der Weyden en Ruusbroec voorbij trekken. Deze ‘roman’ is dus evenmin een historische roman, want de zogenaamd romaneske hoofdstukjes zijn in feite ‘autoficties’, intieme autobiografieën. Zij staan nauwelijks stil bij de feiten - de personages hebben trouwens geen reden om ze aan zichzelf te vertellen -: ze vertrouwen aan de lezer hun overpeinzingen toe bij deze of gene peripetie. Het gevaar zat erin dat zo'n vermenigvuldiging van vertelstandpunten de structuur van het boek ondoorzichtig zou maken. Niets daarvan: de samenhang tussen de vele bespiegelingen wordt verzekerd door de constante verwijzingen naar het beroemde Gentse veelluik, het ‘Lam Gods’ van Jan van Eyck. Zo ontplooit de ‘roman’ zich soms tot een prachtig kunsthistorisch commentaar op de vijftiende eeuw! Ten slotte, wat de stijl betreft, worden de gepeinzen opge- | |||||||||
[Frans]ces chapitres soi-disant ‘romanesques’ constituent en fait autant d'autofictions. Ces autobiographies intimes s'arrêtent à peine aux événements - trop connus des personnages pour qu'ils s'y attachent longuement! - mais fournissent plutôt au lecteur les réflexions que ces péripéties ont inspirées aux divers actants ou témoins. Pareille multiplication des points de vue sur une douzaine de personnages aurait pu brouiller les cartes. Il n'en est rien: la cohésion entre ces diverses ruminations est assurée par des renvois constants au célèbre polyptyque ‘L'Adoration de l'Agneau mystique’ de Jan Van Eyck. Ainsi, le ‘roman’ prend parfois l'allure d'un somptueux commentaire esthétique sur l'art du quinzième siècle! Enfin, stylistiquement parlant, ces cogitations nous sont servies dans une variante du ‘monologue intérieur’. Les personnages soliloquent, mais à la troisième personne, ce qui produit un discours à la fois intime et distant, comme si le personnage et le narrateur exécutaient un duo. Voilà les moyens à l'aide desquels Jacques Darras a tenté de créer une écriture ‘plus près du coeur’! | |||||||||
[pagina 126]
| |||||||||
[Nederlands]diend in een soort ‘monologue intérieur’. De personages praten in zichzelf, over zichzelf, maar in de derde persoon. Dit geeft een vreemde manier van spreken, tezelfdertijd intiem en afstandelijk, alsof personage en verteller een duet zongen. Kortom, Darras poogt op velerlei wijzen een prozastijl te ontwikkelen ‘plus près du coeur’, recht uit het hart gegrepen! Als voorbeeld geven we hier de aanhef van de roman. Liévine, de dochter van Jan van Eyck is zestien (we zijn in het jaar 1450) en is onlangs ingetreden in de orde van de Zusters Agneten te Maaseik. Ze mijmert: waarom heeft ze Brugge verlaten en afgezien van een mooie toekomst? C'était une affaire sue d'elle seule. Elle s'était très intimement tenu promesse de ne jamais trahir son coeur jusqu'à la mort. /../ Qu'elle s'imprégnât plutôt de son modèle, conduite de force dans la piscine par le fils du préfet romain! De même que sainte Agnès, alors miraculeusement nimbée d'un voile de feu et de lumière la protégeant du ravisseur, pour elle se serait feu et soleil aussi, le jour du Jugement dernier. Elle avancerait aux tout premiers rangs de | |||||||||
[Frans]Voici en guise d'exemple le début du roman. Liévine, la fille de Jan Van Eyck, a 16 ans (nous sommes en 1450) et vient d'entrer chez les soeurs Agnètes à Maaseik. Elle cherche à comprendre pourquoi elle vient de quitter la ville de Bruges et le bel avenir qui lui était promis: C'était une affaire sue d'elle seule. Elle s'était très intimement tenu promesse de ne jamais trahir son coeur jusqu'à la mort. /.../Qu'elle s'imprégnât plutôt de son modèle, conduite de force dans la piscine par le fils du préfet romain! De même que sainte Agnès, alors miraculeusement nimbée d'un voile de feu et de lumière la protégeant du ravisseur, pour elle ce serait feu et soleil aussi, le jour du Jugement dernier. Elle avancerait aux tout premiers rangs de la troupe des Saintes. Elle retrouverait l'Agneau glorieux son Père rayonnant dans le mitan de la prairie. (I, Liévine, pp.6-7) Ces quelques lignes sont représentatives de l'ensemble des douze chapitres constituant le volet ‘roman’: ils sont peu romanesques, peu narratifs, mais plutôt réflexifs et émotifs. De surcroît, ces chapitres en prose sont relayés chaque | |||||||||
[pagina 127]
| |||||||||
[Nederlands]la troupe des Saintes. Elle retrouverait l'Agneau glorieux son Père rayonnant dans le mitan de la prairie. (I, Liévine, pp. 6-7).Ga naar eindnoot11 Deze enkele regels geven een goed beeld van de twaalf hoofdstukjes die de ‘roman’ uitmaken: zoals men ziet, nauwelijks romanesk, nauwelijks verhalend, maar bespiegelend en gevoelsmatig. Bovendien worden deze hoofdstukjes in proza telkens gevolgd door meerdere hoofdstukjes in verzen. Op de 49 kapittels van het boek, lezen we dus 37 kleine dichtbundels! Maar wat kan de band zijn tussen de hoofdstukjes in proza - niet echt verhalend zoals we zagen - en die in verzen? Het antwoord ligt niet voor de hand. Fundamenteel gaat het steeds om associaties, meestal van thematische aard, maar soms ook gewoon lexicale, visuele of auditieve. Hoe verhoudt zich bijvoorbeeld het eerste hoofdstuk met de twee volgende, in verzen? Hoofdstuk II brengt ons brutaal over van het jaar 1450 naar het einde van de twintigste eeuw, een 27 december, in Maastricht. De verteller en zijn gezellin, ‘jeunes conjoints de l'Europe’ rijden naar de stad van het bekende | |||||||||
[Frans]fois par des chapitres entiers en vers. Sur les 49 chapitres de l'ensemble, le lecteur lira donc 37 petits ‘recueils’ poétiques! Mais comme les chapitres en prose sont si peu romanesques, quel peut bien être le rapport entre eux et les chapitres en ‘vers’? La réponse n'est pas aisée. A la base, on trouve toujours des associations, le plus souvent thématiques, mais parfois aussi simplement lexicales, visuelles ou auditives. Comment par exemple, le premier chapitre se rapporte-t- il aux deux chapitres en vers qui le suivent? Le premier nous transporte brutalement de l'année 1450 à la fin du vingtième siècle, un 27 décembre, à Maastricht. Le narrateur et sa compagne, ‘jeunes conjoints de l'Europe’, se dirigent sur la ville du fameux traité du 7 février 1992, pour ‘vérifier /leur/ légitimité à Maastricht’ (II, Maastricht, 1, p. 9). Le dépaysement de Liévine, la Brugeoise transplantée à Maaseik, est donc vécu à son tour par ‘un couple français’, plus de cinq siècles plus tard (II, 3, p. 11). Et comme Liévine avait été charmée à l'époque par la Meuse qu'enfant elle avait vu briller ‘sur plusieurs tableaux peints par son père Jan dans | |||||||||
[pagina 128]
| |||||||||
[Nederlands]Verdrag van 7 februari 1992. Opzet: ‘vérifier notre légitimité à Maastricht’ (II, Maastricht, 1, p.9).Ga naar eindnoot12 De vervreemding van Liévine, de Brugse die naar Maaseik werd overgeplant, wordt dus op zijn beurt beleefd door ‘un couple français’, maar wel meer dan vijf eeuwen later (II, 3, p. 11). En zoals Liévine in haar tijd verrukt naar de Maas keek, die ze had zien schitteren ‘sur plusieurs tableaux
| |||||||||
[Frans]leur maison de Bruges’ (chap.I), le narrateur éprouve une émotion analogue devant le fleuve: J'aime croire que d'entre toutes les rivières françaises elle est celle qui me correspond le mieux. Le chapitre suivant porte sur Maaseik, la ville précisément où, cinq siècles et demi plus tôt, Liévine s'était retirée pour | |||||||||
[pagina 129]
| |||||||||
[Nederlands]peints par son père Jan dans leur maison de Bruges’ (I), zo is de verteller op zijn beurt ontroerd bij de aanblik van de Maas: J'aime croire que d'entre toutes les rivières françaises elle est celle qui me correspond le mieux.Ga naar eindnoot13 Hoofdstukje III speelt zich af in Maaseik, de stad waar vijfeneenhalve eeuw geleden, Liévine zich had terug getrokken voor een leven van contemplatie, voor een leven aan de grens tussen het hiernu en het hierna. Welnu, als de verteller, in december 1992 (?), er het spektakel aanschouwt van de Maas die uit zijn oevers is getreden, borrelen spontaan grensvervagende gedachten op: Les clôtures avaient l'air particulièrement absurdes de ne plus délimiter aucun espace. | |||||||||
[Frans]une vie de contemplation, pour une vie à la frontière de l'en-deçà et de l'au-delà. Or, quand le narrateur, en décembre 1992 (?), y contemple le spectacle de la Meuse sortie de son lit, les réflexions sur le thème de la frontière jaillissent spontanément: Les clôtures avaient l'air particulièrement absurdes de ne plus délimiter aucun espace. | |||||||||
SommeOn l'aura remarqué, alors que la prose de Darras glisse vers la poésie, sa poésie n'a pas peur de se faire narrative | |||||||||
[pagina 130]
| |||||||||
[Nederlands]tracée la frontière entre Pays-Bas Belgique. | |||||||||
SummaHet zal duidelijk zijn: het proza van Darras glijdt naar de poëzie toe, maar zijn poëzie deinst er niet voor terug zo nodig verhalend te worden! In zekere zin zijn er twee verhaallijnen, maar beide even discreet: de ene speelt zich af in de 16e eeuw, de andere in de 20e. Dit kan omdat zijn vers ‘lijkt op een vers’, zoals de dichter zegt. Wat concreet betekent: dit vers veroorlooft zich heel wat vrijheden! Naargelang het humeur van de dichter, wordt zijn poëzie verhalend, dramatisch, beschrijvend, verklarend, ontroerend, ‘plus près du coeur’: recht uit het hart, zeker, maar ook dichter bij het nieuwe soort ‘proza’ waarvan de dichter droomt... De schriftuur van Jacques Darras doet soms denken aan die van François Rabelais. Men kent de sappige taal van de | |||||||||
[Frans]au besoin! En un sens, il y a deux lignes narratives, toutes deux aussi discrètes l'une que l'autre: l'une se déroule au XVe siècle, l'autre, en contrepoint, à la fin du XXe. Son vers ‘ressemble à un vers’, selon l'expression du poète, comprenez: il s'octroie des libertés bien plus grandes! Selon l'humeur du poète, sa poésie se fait narrative, dramatique, descriptive, explicative, affective, ‘plus près du coeur’, certes, mais aussi plus près d'une certaine ‘prose’ nouvelle que le poète appelle de ses voeux... L'écriture de Jacques Darras fait parfois penser à celle de François Rabelais. On connaît la truculence langagière de l'auteur du Pantagruel et du Gargantua. Souvent, il s'amuse, et nous amuse, avec des jeux lexicaux cocasses, basés entre autres sur l'exploitation de tous les registres de la langue. Chez Darras, l'écriture n'est jamais si dévergondée. Mais, comme chez Rabelais encore, elle se plaît à jouer à saute-mouton avec les langues. En dehors des ‘laisses’ en français, on trouve des poèmes en anglaisGa naar eindnoot5, des bribes de latin, des termes allemands et néerlandais. Parfois même, le poète confond toutes ces langues en une seule | |||||||||
[pagina 131]
| |||||||||
[Nederlands]auteur van Pantagruel en Gargantua. Geregeld amuseert hij zich - en ons - met potsierlijke woordspelletjes, vaak gebaseerd op een spel met de taalregisters. Bij Darras gedraagt de taal zich nooit zo ‘schaamteloos’ als bij de oude meester. Maar, zoals ook soms bij Rabelais, speelt ze graag haasje-over met de talen. Zo lezen we, naast de strofen in het Frans, strofen in het Engels,Ga naar eindnoot15 Latijnse citaten en Duitse en Nederlandse woorden. Soms vermengt de dichter zelfs al die talen tot één enkele.Ga naar eindnoot16 Waarom? Natuurlijk om de grenzen tussen de talen te vervagen; maar ook voor het oor, voor het genoegen van een akoestische vervreemding. Zo zijn sommige hoofdstukjes echte meesterwerkjes van verbale en muzikale virtuositeit, exclusief gericht op het auditieve genot. De verzen over Basel, de stad aan de Rijn waar Erasmus verbleef, geven er een adembenemend voorbeeld van. De dichter/verteller heeft de trein genomen naar Zürich waar hij hoopt de Dom te bezoeken. Het ritmisch geraas van de trein brengt hem in vervoering: Quelle quelle quelle quelle - il faut que je fasse démarrer l'admiration au starter | |||||||||
[Frans]écriture!Ga naar eindnoot6 Pour quoi faire? D'abord, pour brouiller les frontières linguistiques, bien sûr; puis, pour le plaisir de l'oreille, pour le plaisir du dépaysement acoustique. Ainsi, certains chapitres constituent des petits chefs-d'oeuvre de virtuosité verbale et musicale, où seule la volupté auditive est en jeu. Les vers sur ‘Bâle’, ville sur le Rhin où résida Érasme, en fournissent un exemple époustouflant. Voici que le poète/narrateur a pris le train pour Zurich où il compte visiter le Dom. Le tintamarre rythmé du convoi le fait entrer en transe: Quelle quelle quelle quelle - il faut que je fasse démarrer l'admiration au starter | |||||||||
[pagina 132]
| |||||||||
[Nederlands]Un peu froide ce matin l'admiration devant son triptyque de la Roue mystique Een tweede voorbeeld, nog sterker. Net zoals bij Rabelais laat de auteur soms gewoon namen defileren, hier de 59 namen van alle rivieren die hij telde tussen Compiègne en | |||||||||
[Frans]Tringles les tringles les tringles les triangles les triangles les triangles les courroies les cour Autre exemple plus fort encore: dans le droit fil de Rabelais, le narrateur fait défiler les noms des 59 rivières qu'il a dénombrées au cours de son voyage de Compiègne à Auschwitz, plus étranges les uns que les autres: l'Oise l'Aisne la Suippe la Marne l'Aire la Meuse l'Orne la Moselle /../ A Darras s'applique pleinement le mot de Plume, le fou des ducs de Bourgogne: ‘il n'y a d'autre réalité pour les ar- | |||||||||
[pagina 133]
| |||||||||
[Nederlands]Auschwitz, de ene al vreemder dan de andere: L'Oise l'Aisne la Suippe la Marne l'Aire la Meuse l'Orne la Moselle /.../ Men kan op Darras perfect het woord van Plume toepassen, de nar van de hertogen van Bourgogne: ‘il n'y a d'autre réalité pour les artistes que celle que commande le plaisir à l'ingéniosité humaine’ (XXXI, Plume, p. 249).Ga naar eindnoot18 Waartoe dient uiteindelijk dit stuivertje wisselen tussen poëzie en proza, deze rabelaisiaanse omwenteling van de literaire gewoontes? Niet meer en niet minder dan om ‘een nieuwe versie van Europa’ te creëren, ‘une version nouvelle de l'Europe’ (XL, Jacques, p. 395)! De Jacques in deze titel is echt Jacques Darras in eigen persoon. Hier legt hij zijn kaarten op tafel: als de grenzen - tussen de genres, tussen de mensen, tussen de naties - verwondingen zijn geworden, dan is dit te wijten aan een gebrek aan intellectuele moed, aan waarachtig humanisme. | |||||||||
[Frans]tistes que celle que commande le plaisir à l'ingéniosité humaine’ (XXXI, Plume, p. 249). A quoi doit servir finalement ce chassé-croisé constant entre prose et poésie, ce chambardement rabelaisien des habitudes littéraires? A produire ‘une version nouvelle de l'Europe’ (XL, Jacques, p. 395), ni plus ni moins! Le Jacques de ce titre de chapitre est bien Jacques Darras luimême. Il joue enfin cartes sur table: si les frontières - entre genres, entre gens, entre nations - sont devenues des blessures, c'est faute de courage intellectuel, faute d'humanisme réel. Son appel: cultivons ces blessures, elles nous garderont d'une rechute dans le nationalisme excessif; convertissons-les en autant d'invitations à découvrir l'autre: Par manière de ‘métaphysique médicale’ il cultivait la blessure des anciennes frontières sur lui-même. Témoin simultané et contradictoire du passé comme du présent, il refusait l'hypocrisie des historiens dont les choix réels se cachaient sous les masques de la science. Il composerait un guide rythmé du savoir et du goût (voire du mauvais goût) | |||||||||
[pagina 134]
| |||||||||
[Nederlands]Vandaar zijn oproep: laten we deze verwondingen koesteren, zij zullen ons beletten weer in de oude val van het extreme nationalisme te trappen. Laten we ze ook herwaarderen als even zovele uitnodigingen om de andere te ontdekken: Par manière de ‘métaphysique médicale’ il cultivait la blessure des anciennes frontières sur lui-même. Témoin simultané et contradictoire du passé comme du présent, il refusait l'hypocrisie des historiens dont les choix réels se cachaient sous les masques de la science. Il composerait un guide rythmé du savoir et du goût (voire du mauvais goût) auquel il initierait ses lecteurs par échange constant du poème et de la prose. Car la prose était devenue un tyran universel à qui jamais personne ne demande raison. Plus humble, la poésie avançait sur la pointe des pieds dans les marges, proie facile pour l'ethnologie. Jamais la paix ne s'obtenait par résolution concertée des conflits mais par effort de conversion arrachant les hommes aux frontières de leur confort. Vieil humaniste proto-millénariste, il travaillait à sa table, la | |||||||||
[Frans]auquel il initierait ses lecteurs par échange constant du poème et de la prose. Car la prose était devenue un tyran universel à qui jamais personne ne demande raison. Plus humble, la poésie avançait sur la pointe des pieds dans les marges, proie facile pour l'ethnologie. Jamais la paix ne s'obtenait par résolution concertée des conflits mais par effort de conversion arrachant les hommes aux frontières de leur confort. Vieil humaniste proto-millénariste, il travaillait à sa table, la Prairie mystique en permanence devant les yeux. (ibid., pp. 399-400) On n'en finirait pas de gloser sur cette ‘somme’ qui tisse inlassablement des rapports surprenants entre cinq siècles de notre histoire commune, comme entre les personnages historiques, le narrateur et le lecteur actuels, entre les diverses contrées ayant constitué la Bourgogne, entre les fleuves et les rivières, entre les innombrables champs de bataille enfin qui jonchent macabrement cette région du Nord. Mais tournons-nous encore vers deux autres ouvrages majeurs de notre auteur. | |||||||||
[pagina 135]
| |||||||||
[Nederlands]Prairie mystique en permanence devant les yeux. (ibid., pp. 399-400).Ga naar eindnoot19 We zouden kunnen doorgaan met onze kanttekeningen bij deze ‘summa’ die altijd maar weer verrassende verbanden legt, gespreid over vijf eeuwen van onze gemeenschappelijke ‘noordelijke’ geschiedenis, tussen de historische personages onderling, tussen hen en de hedendaagse verteller en lezer, tussen de vele streken die ooit tot Bourgondië behoorden, tussen de stromen en de rivieren, tussen de talloze slagvelden ten slotte die als doodse vlekken deze noordelijke regio tekenen. Maar bij Darras is er meer, nog meer. Laten we ook nog eens twee andere belangwekkende werken van hem onder de loep nemen. | |||||||||
‘Le Génie du Nord’Als we daarnet zijn ‘Van Eyck’ bestempelden als een ‘summa’, dan was het niet alleen om de encyclopedische kennis over de streken van het Noorden die erin verwerkt is, maar ook omdat dit werk, voorlopig misschien, het | |||||||||
[Frans]‘Le Génie du Nord’Si nous qualifions le ‘Van Eyck’ de ‘somme’, ce n'est pas seulement parce qu'il brasse un savoir vraiment encyclopédique sur les pays du Nord, mais parce qu'il semble bien constituer, provisoirement peut-être, le point d'aboutissement de la quête de Jacques Darras. Plusieurs thèmes traités dans ‘Van Eyck’, en effet, ont mûri longuement dans ses ouvrages antérieurs, recueils de poésie, essais, voire même guides touristiques. Parmi les essais, nous nous limiterons à un seul, ‘Le Génie du Nord’ (1988). Le titre ne qualifie donc pas l'auteur, comme le croyait naïvement le collaborateur de la BBC. Non, l'ouvrage tente de caractériser l'esprit, l'originalité, l'individualité de ces régions du Nord. Mais l'auteur n'est pas naïf: il sait que le génie est un esprit, qui souffle où il veut, qui ne se définit ni ne se laisse fixer. Jacques Darras avertit à plusieurs reprises les tenants d'un régionalisme pur et dur: le plus gros piège pour tout régionalisme est le glissement vers le nationalisme, qui est désir de se figer et de se murer au mépris de la liberté des gens: | |||||||||
[pagina 136]
| |||||||||
[Nederlands]eindpunt is van de zoektocht van Jacques Darras. Vele thema's die opduiken in ‘Van Eyck’ lijken lange tijd gerijpt te zijn in de vorige werken: dichtbundels, essays, zelfs toeristische gidsen. Voor wat de essays betreft, beperken we ons tot een enkel, ‘Le Génie du Nord’ (1988). Het zij duidelijk: de titel slaat niet op de auteur, zoals de technicus van de BBC ooit dacht. Het werk tracht het ‘ingenium’, de geest, de originaliteit, de individualiteit 
De baai van de Somme bij eb.
La baie de Somme à marée basse. | |||||||||
[Frans]Des nations, il faut en ce sens penser comme si c'étaient des nasses d'étranglement ayant pour objet de ne pas laisser les espèces humaines s'ébattre librement dans l'eau des courants (p. 226). Serait-ce à dire que Jacques Darras renonce à avoir une identité? Nullement. Picard il est et a toujours été, né en 1939 à Bernay-en-Ponthieu (Somme), sur la Maye, de parents tous deux instituteurs au village. Et ces instituteurs à | |||||||||
[pagina 137]
| |||||||||
[Nederlands]van deze noordelijke regio's te achterhalen. Maar de auteur is niet naïef: hij weet dat ‘le génie’ een geest is, die blaast waar hij wil, die zich niet laat definiëren noch vastpinnen. Jacques Darras vermaant meerdere keren de aanhangers van een extreem regionalisme: Des nations, il faut en ce sens penser comme si c'étaient des nasses d'étranglement ayant pour objet de ne pas laisser les espèces humaines s'ébattre librement dans l'eau des courants (p. 226).Ga naar eindnoot20 Wil dit zeggen dat Jacques Darras een eigen identiteit ontkent? Helemaal niet. Hij is Picardiër en is het altijd geweest, geboren als hij is in 1939 te Bernay-en-Ponthieu (Somme), aan de oevers van de Maye, uit ouders die beiden onderwijzer waren in het dorp. En deze leerkrachten zijn op hun beurt telgen uit een oud Picardisch geslacht: Paysan, issu d'une branche paysanne depuis des dizaines de générations, mon propre lignage fut et reste foncièrement de l'espace, du sol. Je n'amorce que tardivement ma douloureuse mais lucide conversion (p. 168).Ga naar eindnoot21 Een beke- | |||||||||
[Frans]leur tour sont issus d'un long lignage picard: Paysan, issu d'une branche paysanne depuis des dizaines de générations, mon propre lignage fut et reste foncièrement de l'espace, du sol. Je n'amorce que tardivement ma douloureuse mais lucide conversion (p. 168). En effet, dans sa jeunesse, il a sacrifié lui aussi ‘à la mode de retour au sol’ (p. 182), comme, un instant, il a tenté de ressusciter le dialecte picard moribond, convaincu comme toute sa génération qu'il fallait ‘reconquérir les “racines” que nos ancêtres dans leur migration urbaine forcée ont laissées sur place’ (p. 186). Depuis, il combat fougueusement ce régionalisme étriqué, même et surtout s'il prend la forme de l'ethnocentrisme français triomphaliste qui, de force, répand partout ‘les lumières françaises’ (pp. 176-177). Nationalisme et régionalisme ne sont donc que deux noms d'une seule attitude férocement égocentrique. Cette éviction de l'autre repose, répète-t-il, sur une amnésie soigneusement entretenue. Pourtant, ce faisant, l'orthodoxie politique française s'auto-ampute de toute une partie de son Moyen Age: toute la partie constituée des divers du- | |||||||||
[pagina 138]
| |||||||||
[Nederlands]ring, inderdaad: in zijn jonge jaren deed hij ook mee met ‘la mode de retour au sol’ (p. 182), en, een ogenblik toch, heeft hij ook gepoogd het bijna uitgestorven Picardische dialect weer tot leven te wekken. Net als zijn leeftijdgenoten was hij er toen van overtuigd dat men moest ‘réconquérir les “racines” que nos ancêtres dans leur migration urbaine forcée ont laissées sur place’ (p. 186).Ga naar eindnoot22 Sedertdien echter weet hij beter: hij bestrijdt dit kortzichtige regionalisme, ook en vooral als het de vorm aanneemt van het triomfalistische Franse etnocentrisme dat overal het ‘Franse licht’ doet (!) schijnen (pp. 176-177). Nationalisme en regionalisme zijn dus slechts twee namen voor eenzelfde koppig egocentrisme. Darras herhaalt het: deze starre afwijzing van de andere berust op een zorgvuldig gekoesterd geheugenverlies. Nochtans heeft deze amnesie kwalijke gevolgen: zo amputeert de politieke orthodoxie van Frankrijk zichzelf van een flink stuk van zijn Middeleeuwen; heel het stuk namelijk dat bestond uit de vele hertogdommen, graafschappen en baronieën, die elkaar be-streden om hun plaats onder de | |||||||||
[Frans]chés, comtés et baronnies, jouant des coudes pour garantir ou pour agrandir leur place au soleil, s'entre-déchirant au besoin mais s'insurgeant certainement contre le centralisme capétien réducteur. De même, depuis que cette amnésie sélective est de règle, le canon littéraire officiel ne commence plus qu'avec Villon, laissant dans l'ombre toute la littérature médiévale. Non, dit Jacques Darras: reprendre les fils distincts de l'histoire, retracer les pistes effacées pour essayer de comprendre, de pressentir au risque de faire erreur les données du présent est une entreprise excitante à laquelle vous me voyez voué (p. 187).Ga naar eindnoot7 L'un de ces fils à reprendre est par exemple celui de l'histoire de la Bourgogne, histoire qui, si l'issue de la bataille de Nancy avait été autre, aurait pu orienter la France vers de tout autres horizons. Il ne s'agit pas de verser des larmes tardives sur cette défaite des ducs: il importe de reconnaître que la France a été travaillée autant par des forces centripètes que par des forces centrifuges. C'est l'idée dont sortira ‘Van Eyck et les rivières’! Pour faire justice à cette autre force historique, tendant à la variété plutôt qu'à | |||||||||
[pagina 139]
| |||||||||
[Nederlands]zon te behouden of uit te breiden, die elkaar zo nodig afmaakten, maar die in ieder geval koppig het hoofd boden aan het dreigend centralisme der Capetingers. Zo ook begint, sedert deze selectieve amnesie van toepassing is, de officiële literaire canon nog slechts met Villon, terwijl men de hele middeleeuwse literatuur in het verdomhoekje duwt. Neen, zegt Jacques Darras ‘reprendre les fils distincts de l'histoire, retracer les pistes effacées pour essayer de comprendre, de pressentir au risque de faire erreur les données du présent est une entreprise excitante à laquelle vous me voyez voué’ (p. 187).Ga naar eindnoot23 Een van de draden die Darras wil heropnemen is bijvoorbeeld die van de geschiedenis van Bourgondië. Was de uitslag van de veldslag bij Nancy anders geweest, dan was de geschiedenis van Frankrijk misschien wel helemaal anders gegroeid zijn. Niet dat we post factum tranen hoeven te plengen over de nederlaag van de hertogen. Het komt er wel op aan te beseffen dat er niet alleen centrumzoekende maar ook centrumvlie- | |||||||||
[Frans]l'uniformité, Darras appelle ses concitoyens à étudier d'autres langues que le français. Car l'Europe de demain sera plurilingue et multiforme ou ne sera pas: A la cour de Bourgogne, le plurilinguisme est non seulement un fait mais il est de rigueur. Charles le Téméraire parle sept langues. C'est une dimension européenne non négligeable qui se perpétuera jusqu'à nos jours dans les ‘États bourguignons’. Le Téméraire, le mal aimé, n'a peutêtre que le tort d'avoir été un Européen avant la lettre face au monolithisme national, absolutiste en voie de constitution de l'autre côté de la rivière Somme. (p. 197) Voilà l'apport inappréciable des régions du Nord à la construction de l'avenir! Les ducs de Bourgogne ont été appuyés dans leur lutte par les artistes de leur époque: eux aussi ont montré la voie vers une Europe plus diversifiée, plus bariolée. Breughel, artiste contemporain du duc, n'at-il pas été le Superbe coloriste de la terre Europe, qui le premier marie les barrières alpestres de l'Italie aux champs moissonnés de la Flandre et du Nord (p. 197)? | |||||||||
[pagina 140]
| |||||||||
[Nederlands]dende krachten aan het werk waren in Frankrijk. Dit is dus reeds een van de ideeën die in ‘Van Eyck’ weer naar voren zal komen. Om recht te doen aan deze andere historische kracht, die streefde naar pluriformiteit in plaats van naar uniformiteit, roept Darras zijn landgenoten op om vreemde talen te studeren. Het Europa van morgen zal immers meertalig en meervoudig zijn of niet zijn: A la cour de Bourgogne, le plurilinguisme est non seulement un fait mais il est de rigueur. Charles le Téméraire parle sept langues. C'est une dimension européenne non négligeable qui se perpétuera jusqu'à nos jours dans les ‘États bourguignons’. Le Téméraire, le mal aimé, n'a peut-être que le tort d'avoir été un Européen avant la lettre face au monolithisme national, absolutiste en voie de constitution de l'autre côté de la rivière Somme (p. 197).Ga naar eindnoot24 Dit is de onschatbare inbreng van de regio's uit het Noorden aan het Europa van de toekomst. Bedenk ook dat de hertogen in deze strijd werden bijgestaan | |||||||||
[Frans]Ce peintre n'a-t-il pas montré aussi combien ‘Babel est séduisante’ /.../: ‘Il faut construire Babel. L'Europe sera Babel ou bien ne sera pas. Ce sera l'anti-Bastille’! (p. 198) Et voilà notre rôle, dit Darras, à nous autres ‘Babéliens du Nord’, car: nous avons conservé le sens du mouvement, de la marche. /.../ Nous n'avons pas le sens de l'autonomie comme nos voisins des extrémités, les Bretons, les Corses ou les Basques retranchés dans leurs ‘castilles’ de mer ou de Pyrénées. La dissidence, à l'Occident, ne nous intéresse pas. Nous sommes au contraire la ‘marche’, le degré de l'espace où par une conversion inouïe de l'Histoire sur elle-même la nouvelle réalité adviendra ou n'adviendra pas. (p. 201) | |||||||||
Le fleuve enseigne la fluidité‘Le Génie du Nord’ comprend encore pas mal d'autres analyses tout aussi visionnaires. Mais, s'agissant d'un poète, nous préférons terminer ce portrait par un salut à sa poésie. D'ailleurs, on sera frappé par la constance de la | |||||||||
[pagina 141]
| |||||||||
[Nederlands]door de kunstenaars van hun tijd: ook zij hebben de weg gewezen naar een meer divers en veelkleuriger Europa. Is Breughel, tijdgenoot van de hertog, niet geweest de Superbe coloriste de la terre Europe, qui le premier marie les barrières alpestres de l'Italie aux champs moissonnés de la Flandre et du Nord (p. 197)?Ga naar eindnoot25 Heeft deze schilder ook niet aangetoond hoezeer ‘Babel est séduisante’ /.../ ‘Il faut construire Babel. L'Europe sera Babel ou bien ne sera pas. Ce sera l'anti-Bastille’! (p. 198)Ga naar eindnoot26 En dat is dan de rol die voor ons is weggelegd, zegt Darras, voor ons, ‘les Babéliens du Nord’, want: nous avons conservé le sens du mouvement, de la marche. /.../ Nous n'avons pas le sens de l'autonomie comme nos voisins des extrémités, les Bretons, les Corses ou les Basques retranchés dans leurs ‘castilles’ de mer ou de Pyrénées. La dissidence, à l'Occident, ne nous intéresse pas. Nous sommes au contraire la ‘marche’, le degré de l'espace ou par une conversion inouïe de l'Histoire sur elle- | |||||||||
[Frans]thématique darrassienne: si, dans ‘La Maye’, recueil publié en 1988 et donc strictement contemporain du ‘Génie’, Darras change le fusil d'épaule, le gibier qu'il pourchasse reste le même. Le volume surprend d'abord par un jeu constant sur le système typographique: caractères romains, italiques, gras ou non, minuscules, majuscules, en une ou en deux colonnes... Ajoutez-y la présence de poèmes entiers en anglais et en latin et vous comprendrez l'étonnement du lecteur. Mais on aura reconnu ici une technique qui, dix ans plus tard, fera un des charmes de ‘Van Eyck’. L'acrobatie typographique fait peut-être davantage problème. A quoi peut-elle servir? Sans doute à rendre visibles l'éclatement de l'écriture et l'abolition des frontières entre les divers genres et les divers registres. En effet, le poète fait fi des distinctions entre prose et poésie, entre poésie (féminine) et philosophie (masculine), entre essai lucide et délire, entre photographie et poésie, entre français et anglais, entre français familier et français standard, entre écrit et oral... La typographie, pro- | |||||||||
[pagina 142]
| |||||||||
[Nederlands]même la nouvelle réalité adviendra ou n'adviendra pas. (p. 201)Ga naar eindnoot27 | |||||||||
De rivier leert het vloeienLe Génie du Nord telt nog vele dergelijke visionaire analyses. Maar, aangezien we met een dichter te doen hebben, verkiezen we zijn portret te voltooien met een eresaluut aan zijn poëzie. Overigens, men zal verrast zijn hoe standvastig de thematiek van Darras wel is. Als hij in La Maye, een bundel uit 1988 die dus de strikte tijdgenoot is van ‘Le Génie’, het geweer van schouder verandert, dan jaagt hij toch nog steeds op hetzelfde wild! De bundel verrast in de eerste plaats door een permanent spel met het typografische systeem: Romeinse karakters, cursieve, vetjes of niet, kleine en grote letters, in een of twee kolommen... Voeg daarbij complete gedichten in het Engels en het Latijn en je begrijpt de initiële verwarring van de lezer. Maar herkennen we hier niet een techniek die, tien jaar later, een van de charmes van ‘Van Eyck’ zal uitmaken? De typografische acrobatie stelt misschien meer | |||||||||
[Frans]mue graphie des divers ‘types’ du langage poétique universel! Qui lui a enseigné cette sensibilité à l'effacement des frontières, à la fluidité universelle? Bien sûr, une rivière, ‘La Maye’, aux bords de laquelle il est né et qui a dilaté son coeur à la dimension du monde entier: mon enfance, ma source est traversée d'une rivière, la maye, teneur celtique du nom depuis longtemps limpide par l'usage, l'opacité des mémoires. Je n'y remonte pas pour m'y dénicher, je la pose, je la dépose, petite eau picarde dans sa corbeille de joncs, je la déserte, je la dessers, je l'aime au point de l'essaimer. Des eaux d'Asie, d'Afrique, d'Amérique je fais ses multiples. La confluence m'emprunte. Je ne suis l'exote de personne. (La Maye, p. 9). Dans la section intitulée ‘oedipe en ponthieu’, il s'explique: J'aime que la partie cachée, enfouie du ponthieu soit sa partie marine: le découvrant, j'entre dans un jeu d'analogies qui ne procèdent plus de mon seul arbitre, de ma faculté de rapprocher les éléments de la réalité par la grâce | |||||||||
[pagina 143]
| |||||||||
[Nederlands]problemen. Wat wil de dichter ermee? Via deze middelen visualiseert hij het openbreken van de schriftuur en het verdwijnen van de grenzen tussen de vele genres en de vele registers. We weten het reeds: de dichter maakt brandhout van alle kunstmatig onderscheid: tussen proza en poëzie, tussen (vrouwelijke) poëzie en (mannelijke) filosofie, tussen het lucide essay en de waanzin, tussen fotografie en poëzie, tussen Frans en Engels, tussen standaard Frans en familiair Frans, tussen geschreven en gesproken taal... De typografie wordt bevorderd tot de ‘grafie’ van de verschillende ‘types’ van de universele poëtische taal! Wie heeft hem deze gevoeligheid voor het verdoezelen van de grenzen, voor het universele vloeien geleerd? Een rivier, natuurlijk, ‘La Maye’: aan haar oevers is hij geboren, zij heeft zijn hart opengebroken tot de dimensie van de hele wereld: mon enfance, ma source est traversée d'une rivière, la maye, teneur celtique du nom depuis longtemps limpide par l'usage, l'opacité des mémoires. Je n'y remonte pas pour m'y dénicher, je la pose, je la dépose, petite eau | |||||||||
[Frans]des comparaisons. La langue française est alors un peu comme une marée haute qui masquerait les bas champs romains (p. 119). Etre né en Picardie, quelle chance, car d'abord, on y a deux patries: le français et le picard. En outre, dans ce paysage où la terre et la mer se confondent, on est naturellement enclin à la poésie, ce code secret capable de faire se couvrir magiquement, instantanément l'air et la mer, de forteresses volantes, de bateaux. (ibid., p. 121) On y rejoint sans peine Josquin des Prés, ce Picard d'adoption, l'un des plus grands polyphonistes de l'école francoflamande, pour qui la vraie langue, la seule universelle, est la musique. Le poète interroge son compatriote le compositeur, en latin s'il vous plaît, sur le rôle des origines: ‘Credisne nationem nostram ad nos maxime referre? - (Josquin) Non credo’. - Darras: ‘Et la langue alors?’ - ‘(Josquin) Musica universalis est lingua’! Et Josquin de continuer (je traduis): ‘Nous ne devons parler ni penser en fonction de nos lieux d'origine: il importe d'être le plus ef- | |||||||||
[pagina 144]
| |||||||||
[Nederlands]picarde dans sa corbeille de joncs, je la déserte, je la dessers, je l'aime au point de l'essaimer. Des eaux d'Asie, d'Afrique, d'Amérique je fais ses multiples. La confluence m'emprunte. Je ne suis l'exote de personne (La Maye, p. 9).Ga naar eindnoot28 In de sectie ‘oedipe en ponthieu’ verklaart hij zich nader: J'aime que la partie cachée, enfouie du ponthieu soit sa partie marine: le découvrant, j'entre dans un jeu d'analogies qui ne procèdent plus de mon seul arbitre, de ma faculté de rapprocher les éléments de la réalité par la grâce des comparaisons. La langue française est alors un peu comme une marée haute qui masquerait les bas champs romains (p. 119).Ga naar eindnoot29 Geboren zijn in Picardië, wat een geluk! Om te beginnen, men heeft er twee vaderlanden: Frankrijk en Picardië. Verder, in een dergelijk landschap waar zee en land in elkaar overvloeien, wordt men spontaan bekoord door de poëzie. Poëzie is dan de ‘code secret capable de faire se couvrir magiquement, instantanément l'air et la mer, de forteresses volantes, de bateaux’ (ibid., p. 121).Ga naar eindnoot30 | |||||||||
[Frans]ficace possible dans notre art’. - ‘Ton âme ne doit-elle alors rien à tes origines vermandoise ou burgonde?’, demande le poète. - ‘Que si, répond Josquin: qu'il faut chanter partout et toujours la gloire de Dieu’ (Jean Scot Erigène à Laon, p. 392).Ga naar eindnoot8 Chanter la gloire de Dieu! Quel beau message pour un poète: chanter et faire chanter le Cosmos tout entier à travers son langage! Que devrait alors l'âme de Jacques Darras à sa Picardie? A coup sûr, le sens de la fluidité! Elle est au coeur de sa pensée comme au coeur de son écriture. Dans une page que je crois autobiographique, il avoue son ambition d'être le ‘Timée du Nord’.Ga naar eindnoot9 Un jour, il entra pieds nus dans l'eau de la Maye, il se chaussa de ‘sept semelles liquides à chaque pied’ (p. 452), comme d'autant de bottes de sept lieues. Ainsi botté, il ‘s'exclut de l'espace’ et découvrit, ‘grâce à ses semelles d'eau, l'étonnante, l'inouïe plasticité du temps’ (ibid.). A force de vivre dans l'eau du temps, ‘Timée commença à voir clair à travers l'eau’. Car ‘c'est une longue aventure, la transparence’ (ibid.)! Petit à petit, notre Timée du Nord | |||||||||
[pagina 145]
| |||||||||
[Nederlands]Men voelt er zich spontaan thuis bij Josquin des Prés, Picardiër door adoptie, een van de allergrootste polyfonisten van de Frans-Vlaamse school. Voor hem is muziek de ene, ware, universele taal. Onze dichter voert een vraaggesprek met de componist en streekgenoot - in het Latijn, toe maar! - over de rol van de nationale afkomst: ‘Credisne nationem nostram ad nos maxime referre? - (Josquin) Non credo’. - Darras: ‘En de taal dan?’ - ‘(Josquin) Musica universalis est lingua’, muziek is de universele taal!Ga naar eindnoot31 En Josquin gaat verder (ik vertaal): ‘We moeten niet spreken noch denken in functie van onze origine: het komt erop aan zo efficiënt mogelijk te zijn op het vlak van onze kunst.’ - ‘Heeft je ziel dan niets te danken aan je origine uit de Vermandois of Bourgondië?’, vraagt de dichter. ‘Toch wel, antwoordt Josquin: dat je overal en altijd de glorie van God moet zingen’.Ga naar eindnoot32 De lof van God zingen! Voor een dichter, wat een heerlijke boodschap: de goddelijke Kosmos bezingen en laten zingen door middel van de taal! Wat zou de ziel van Jacques Darras dan wel te danken hebben aan zijn geliefde Picardië? Ongetwijfeld de zin voor | |||||||||
[Frans]déserta l'espace et se convertit au temps.’ /.../ Il conçut le retour d'un pacte avec la durée. L'endurance liquide et claire. Non pas le raidissement des muscles. L'éducation de l'âme, l'apprentissage de la saveur longue. (p. 453). Ainsi, l'amour juvénile de l'espace picard, qui risquait d'enfermer le poète en lui-même, s'épanouit en l'amour adulte du temps, aussi souple, aussi fluide, aussi clair que la Maye. Finalement, c'est donc bien la Maye de son enfance qui a enseigné au poète la liquéfaction des frontières comme la meilleure façon de rester soi sans gommer les différences savoureuses entre les diverses cultures. Jacques Darras, génie de l'eau, parce que génie du Nord! | |||||||||
Bibliographie1. Poésie: Le petit affluent de la Maye, poème, 1993 (épuisé). William Shakespeare sur la falaise de Douvres, poème, 1995. La Maye, poème en sept chants. Éds. 1/nuit - 3 cailloux, Collection de la revue ‘in'hui’, 3, rue Laënnec et Maison de la culture d'Amiens, 484 p., 1988. Contient: la maye (p. 7-113); oedipe en ponthieu (p. 117-122); christine au parc de marquen- | |||||||||
[pagina 146]
| |||||||||
[Nederlands]het universele vloeien! Het vloeien staat centraal in zijn denken en zijn schriftuur. In een bladzijde die me autobiografisch lijkt, bekent hij zijn ambitie de ‘Timaeus van het Noorden’Ga naar eindnoot33 te zijn. Op een goeie dag liep hij blootsvoets het water van de Maye in; hij schoeide zich met ‘sept semelles liquides à chaque pied’ (p. 452)Ga naar eindnoot34, als even zoveel zevenmijlslaarzen. Zo geschoeid, ‘il s'exelut de l'espace’ en ontdekte, ‘grâce à ses semelles d'eau, l'étonnante, l'inouïe plasticité du temps’ (ibid.).Ga naar eindnoot35 Toen hij lang genoeg in het water had geleefd, ‘Timée commença à voir clair dans l'eau’. Want ‘c'est une longue aventure, la transparence!’ (ibid.) Beetje bij beetje, ‘Timée déserta l'espace et se convertit au temps. /.../ Il conçut le retour d'un pacte avec la durée. L'endurance liquide et claire. Non pas le raidissement des muscles. L'éducation de l'âme, l'apprentissage de la saveur longue.’ (p. 453).Ga naar eindnoot36 De jeugdige verliefdheid op de Picardische ruimte, die ooit de dichter in zichzelf dreigde op te sluiten, bloeit zo open in een volwassen liefde voor de tijd, een liefde zo soepel, zo vloeiend, zo klaar als de Maye. | |||||||||
[Frans]terre, p. 125-171; la falaise d'ault, p. 175-268; l'ambe, p. 271-330; usages de la forêt, p. 333-387; jean scot érigène à laon, p. 391-485.
2. Roman: Van Eyck et les rivières (dont la Maye), roman, Le Cri Édition, Bruxelles, 1996, p. 438.
3. Essais: La forêt invisible: au nord de la littérature française, le picard, Amiens, Trois cailloux, 1986, 479 p.
Arpentage de la poésie contemporaine (essai sur la poésie et choix anthologique), Amiens, Trois cailloux, 1987, 283 p. Le Génie du Nord, Paris, Grasset, 1988, 260 p. Beyond the Tunnel of History, Jacques Darras & Daniel Snowman, A revised and expanded version of the 1989 BBC Reith Lectures, Macmillan, 1990, 123 p. La Mer hors d'elle-même, Coll. ‘Brèves’, Paris, Hatier, 1991 (épuisé). Progressive transformation du paysage français par la poésie, essai sur la poésie, Bruxelles, Le cri, 1993. La Picardie, verdeur dans l'âme, Paris, Éds. Autrement, dirigé par Jacques Darras, Série France no 13, 199 p., 1993. Joseph Conrad veilleur de l'Europe, Paris, Marval, 1992. Joseph Conrad and The West. Signs of Empire, Translated from the French by Anne Luyat and Jacques Darras, 1982, The | |||||||||
[pagina 147]
| |||||||||
[Nederlands]Uiteindelijk is het dus de Maye van zijn kinderjaren die de dichter de charme van vloeiende grenzen heeft geleerd: vloeiende grenzen laten je toe jezelf te blijven zonder voorbij te gaan aan de sappige verschillen tussen de vele culturen. Jacques Darras, geest van het Noorden en genius van het water! | |||||||||
Bibliografie1. Poëzie:
| |||||||||
2. Roman:
| |||||||||
3. Essays:
| |||||||||
[Frans]Macmillan Press LTD, London and Basingstoke, 1992.
4. Guide touristique: Somme: Vimeu, baie de Somme, Marquenterre, etc., Éds. Casterman, Jacques Darras et Michel Destombes, Éds. Casterman Le guide, 1994, 267 p. (avec plusieurs collaborateurs)
5. Traductions: ezra pound, Cantos (traduction collective), Paris, Flammarion, 1986 malcolm lowry, Sous le volcan (traduction nouvelle), Paris, Grasset, 1987 basil bunting, Briggflats, Amiens, Trois cailloux, 1988 david jones, Anathemata, Amiens, Trois cailloux, 1988 geoffrey hill, Hymnes de Mercie, Amiens, Trois cailloux, 1989 Malcolm Lowry, Textes choisis (dont 50 poèmes inédits), Coll. ‘Pochothèque’, Paris, Hachette, 1995 walt whitman, Feuilles d'herbe, t. I et t. II (traduction nouvelle), Paris, Grasset, 1995. | |||||||||
[pagina 148]
| |||||||||
[Nederlands]
| |||||||||
4. Toeristische gids:
| |||||||||
5. Vertalingen:
| |||||||||
[pagina 149]
| |||||||||
[Nederlands]
|
|
