Gesignaleerd
De laatste jaren heeft Forum der Letteren een rubriek ‘Gesignaleerd’ waarin met name Arnoud Wils uit Leuven korte karakteristieken heeft gegeven van recente afleveringen van buitenlandse literatuurwetenschappelijke tijdschriften. In dit nummer van de laatste jaargang willen we enige weemoedige aandacht besteden aan een paar oude postbusklanten, waarmee Forum der Letteren zogenaamde uitwisselabonnementen heeft. Zulke tijdschriften verdwijnen anders gewoonlijk zonder veel omhaal in de kasten van geïnteresseerde redacteuren.
Bulletin de l'Association Guillaume Budé is een driemaandelijks huistijdschrift van Les Belles Lettres, de uitgever van o.m. de tweetalige uitgaven van Latijnse en Griekse teksten. Bulletin is deels een ‘verenigingsblad’ met aankondigingen van vergaderingen, maar heeft ook zeer gevarieerde artikelen op het gebied van de klassieke talen en culturen. 1994/3 is vooral gewijd aan het secundair onderwijs in de klassieken. Een van de bijdragen gaat over Nederland, van de hand van Josef Crousen: ‘Tradition ou traduction?’ Het artikel geeft zowel een overzicht van de situatie in het Nederlandse VWO als een pleidooi voor het onderwijs in de klassieken in ‘Europese’ scholen: Europa heeft onderwijs in de klassieken nodig. De auteur citeert een studie uit 1980 van H. Brugmans:
À une époque où elle doute d'elle-même, l'Europe a besoin de psychanalyse culturelle collective, et dans ce processus-là, elle ne peut pas ne pas retrouver ses classiques. (305)
Er zijn vergelijkbare bijdragen over andere Europese landen. In een van de artikelen lees ik dat in Ierland scholieren nog examen kunnen doen door (zij het slechts 80 woorden) te vertalen van het Engels naar het Latijn, maar ook kunnen kiezen voor het beantwoorden van vragen naar aanleiding van drie ‘antieke’ foto's.
In de aflevering 1993/4 zijn de belangrijkste bijdragen gewijd aan de antieke traditie in beeldende kunsten. Eén der studies betreft de sculptuur en de architectuur van de Saint-Étienne-du-Mont in Parijs. Hetzelfde Bulletin heeft ook een artikel van Nicholas Mann over de metamorfose, in feite een ‘remaniement radical’ van de Daphne-figuur en -fabel bij Petrarca:
Le mouvement narratif des Métamorphoses [d'Ovide JvL] est remplacé par un monde immobile, où [les] éléments familiers ne fonctionnent plus comme parties intégrantes d'une série d'événements fabuleux, mais comme des emblèmes dans un décor mythique intemporel. La métamorphose n'est plus le dénouement d'un deus ex machina, mais la condition statique du poète-amant. (402)
Neuphilologische Mitteilungen, het tijdschrift van het Finse Genootschap voor Moderne Talen, lijkt een Finse Neophilologus. De publikaties zijn vooral in het Engels, Duits en Frans, maar men schrikt ook niet terug voor een bijdrage in het Bable (Asturisch: in 1994/1 over reflexieve pronomina). De meeste artikelen hebben een literair-historische oriëntatie of hebben betrekking op historische grammatica. Niettemin is er incidenteel ook aandacht voor terreinen als narratologie en sociolinguïstiek. In 1994/2 (95e jaargang) las ik enerzijds (in een recensie) dat de Engelse ‘down-market papers’ de voorkeur geven aan een lidwoordloze constructie als ‘Labour Leader Neil Kinnock,’ terwijl de ‘upmarket broadsheets’ (de wat realistischer aanduiding voor wat vroeger nog kwaliteitskranten waren, JvL) de voorkeur geven aan ‘Mr. Neil Kinnock, the Labour Leader’ (255) Zo'n honderd pagina's eerder - het is een wonderlijke wereld - biedt hetzelfde tijdschrift informatie over Franse ontleningen in aansprekingen in het Middenhoogduits, een terrein dat al decennia lang de specifieke aandacht heeft van Finse germanisten. Het artikel van Marjatta Wis heeft de titel: ‘Mîn her, mî vrou gegenuber monsieur, madame.’ Wellicht is er sprake van invloed van de tweetalige Nederlandse ridders. Een passage bij Hendrik van Veldeke zou deze hypothese kunnen bevestigen (162).
Philological Quarterly uitgegeven door de University of Iowa is in zijn 74e jaargang. PQ heeft een oude en verdiende reputatie. De orientatie is sterk filologisch en historisch. In