Forum der Letteren. Jaargang 1984
(1984)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Een bibliografie van en over vertaalde literatuur Maarten SteenmeijerIn dit artikel zullen de belangrijkste bronnen worden besproken ten behoeve van de samenstelling van een bibliografie van na de tweede wereldoorlog in het Nederlands vertaalde literatuur en in het Nederlands geschreven artikelen, recensies en interviews over buitenlandse literatuur. Dit gebeurt aan de hand van de reeds gepubliceerde (en inmiddels uitgebreide) bibliografie Spaanse literatuur in Nederlandse vertalingGa naar eind1, maar het hier gestelde geldt in principe voor alle in Nederlandse vertaling gepubliceerde literatuur en wat er over dit onderwerp is geschreven. Dit betekent dat het met behulp van dit artikel mogelijk moet zijn om in betrekkelijk korte tijd bibliografieën samen te stellen van vertalingen uit willekeurig welk taalgebied. | |
1. InleidingEr is nauwelijks bibliografisch onderzoek gedaan naar vertalingen in het Nederlands die na de tweede wereldoorlog zijn gepubliceerd. In de weinige bibliografieën die er op dit gebied zijn verschenen ontbreekt bovendien een verantwoording. Nergens wordt uiteengezet welke bronnen geraadpleegd werden, welke graad van volledigheid werd nagestreefd, etc. Dit betekent dat receptieonderzoek op basis van deze bibliografieën in zeer beperkte mate mogelijk is. Hieronder zullen de bronnen besproken worden met behulp waarvan Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling is samengesteld. In deze bibliografie is zowel een overzicht te vinden van na de tweede wereldoorlog gepubliceerde vertaalde Spaanse literatuur (zowel in boekvorm als in periodieken) als een lijst van artikelen, recensies en interviews die betrekking hebben op deze literatuur. Met behulp van deze bronnen kunnen vergelijkbare bibliografieën van uit andere gebieden vertaalde literatuur worden samengesteld. Op basis hiervan is uitgebreid receptieonderzoek mogelijk. De bronnen voor publicaties in boekvorm, in tijdschriften en in kranten zullen elk afzonderlijk worden beschreven. | |
2. BoekenVoor de samenstelling van een bibliografie van na de tweede wereldoorlog in Nederland en België uitgegeven vertalingen in boekvorm dienen verschillende bronnen te worden geraadpleegd. Er is geen archief noch bibliografie waar men een volledig overzicht van vertalingen uit een bepaald land of taalgebied kan vinden. Er zijn vele bronnen denkbaar: archieven van uitgeverijen, de systematische catalogi van bibliotheken, diverse bibliografieën, vakbladen, enz. De belangrijkste (want meest volledige) zijn de bibliografieën Index translationum (hieronder genoemd Index) en Brinkman's cumulatieve catalogus van boeken (hieronder Brinkman).
De ondertitel van Index luidt ‘International bibliography of translations’. | |
[pagina 39]
| |
Deze jaarlijkse uitgave van de Unesco te Parijs biedt een overzicht per land van de vertalingen die in een bepaald jaar zijn verschenen, inclusief herdrukken en eventuele aanvullingen uit voorafgaande jaren. Index tracht zoveel mogelijk landen in kaart te brengen. Het aantal landen dat medewerking verleent aan deze monumentale bibliografie verschilt per jaargang. Het aantal landen is in de loop der jaren toegenomen: in jaargang 1948 (de eerste aflevering die na de tweede wereldoorlog werd gepubliceerd) staan 26 landen (waaronder Nederland en België), in jaargang 1977 (de laatst gepubliceerde aflevering) bedraagt dit aantal 70. In het voorwoord van jaargang 1951 valt te lezen: ‘Index translationum seeks to present, in succint form, as complete a listing as possible of all translations published from year to year’. Hoe volledig Index is, kan onmogelijk vastgesteld worden. De samenstellers zijn volledig afhankelijk van de medewerking en zorgvuldigheid van de instanties die in de respectievelijke landen de gegevens verzamelen. Voor Nederland is dit de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Deze had het werk uitbesteed aan mevrouw H.J. Laceulle-van der Kerk, die de jaargangen 1948 t/m 1978 heeft verzorgd. De eerste jaren gebruikte zij als basis het Nieuwsblad voor de Boekhandel, hierna werd Brinkman haar uitgangspunt. Andere bronnen die zij raadpleegde waren folders van uitgeverijen, recensies en andere publicaties waarmee de bibliografie kon worden uitgebreid. Sinds jaargang 1979 verzorgt de Koninklijke Bibliotheek zelf het overzicht van vertalingen voor Index. Omdat deze instantie sinds 1974 ook verantwoordelijk is voor de samenstelling van Brinkman, ligt het in de lijn der verwachtingen dat sinds 1979 Index en Brinkman exact dezelfde vertalingen vermelden. In hoeverre dit het geval is, zal pas vastgesteld kunnen worden als de jaargangen vanaf 1979 van Index zijn verschenen. De in Index vermelde vertalingen zijn per land onderverdeeld volgens de Universele Decimale Classificatie. Voor het overzicht van de literaire vertalingen is men aangewezen op de ingang ‘Literature’. Hier is een alfabetisch overzicht op auteur te vinden van de literaire vertalingen die in een bepaald jaar in een bepaald land zijn gepubliceerd, met eventuele aanvullingen uit voorafgaande jaren en met herdrukken. Voor dit onderzoek zijn de lijsten van België en Nederland van belang. De indeling in genres van Index levert problemen op. Auteurs als de mysticus San Juan de la Cruz (= Sint Jan van het Kruis) en de filosoof José Ortega y Gasset bijvoorbeeld zijn niet bij de ingang ‘Literature’ ondergebracht, hoewel ze wel tot de Spaanse literatuur worden gerekend. Zo zijn er in ieder taalgebied auteurs die weliswaar als literair worden beschouwd, maar in Index niet onder deze noemer zijn gerangschikt. Wil men de vertalingen van dit soort auteurs via Index vinden, dan dienen alle tien de ingangen doorgenomen te worden. Dit betekent echter een kostbare investering met een klein rendement. Besluit men alleen de ingang ‘Literature’ na te lopen (zoals voor Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling is gedaan), dan zal dus een aantal vertalingen gemist worden. Door het grote aantal landen dat gegevens verstrekt aan Index verschilt de genre-indeling per land soms aanzienlijk. Het werk van Ortega y Gasset biedt hier een goed voorbeeld van. Zijn essays zijn bij minstens zes van de tien ca- | |
[pagina 40]
| |
tegorieën van de Universele Decimale Classificatie ondergebracht, zoals een steekproef bij vijf jaargangen (1948-1952) heeft uitgewezen: General; Philosophy; Law, Social Sciences and Education; Arts, Games and Sports; Literature; History, Geography and Bibliography. Index lijkt ideaal vergelijkingsmateriaal te leveren. In korte tijd is het mogelijk om de in Nederland en België gepubliceerde vertalingen uit diverse taalgebieden met elkaar te vergelijken. Bijvoorbeeld: hoe verhoudt het aantal vertalingen uit het Spaans zich tot de uit het Italiaans vertaalde literatuur? Is de belangstelling voor deze taalgebieden constant geweest of hebben zich verschuivingen voorgedaan? Ook vergelijking tussen Nederland, België en andere landen is mogelijk via Index, bijvoorbeeld door middel van het statistische overzicht waarmee iedere jaargang wordt afgesloten. Hierin staat het aantal vertalingen per land per genre, zodat bijvoorbeeld snel af te lezen is hoeveel literaire vertalingen Frankrijk, Duitsland, Engeland, etc. in een bepaald jaar gepubliceerd hebben. Dit soort vergelijkingen op basis van Index zijn echter van een twijfelachtige betrouwbaarheid. In de eerste plaats omdat er verschillende opvattingen over literatuur bestaan. Over het ontbreken van auteurs als San Juan de la Cruz en Ortega y Gasset is hierboven al geschreven. Voor een betrouwbare vergelijking dient bovendien overeenstemming te bestaan over wat wel en niet als literatuur wordt beschouwd: behoren kinderliteratuur, Trivialliteratur, bewerkingen, enz. hier wel of niet toe? Index is hier niet duidelijk over. In de tweede plaats zijn de jaarlijkse lijsten van Index in beperkte mate betrouwbaar omdat de bibliografie niet alleen de in een bepaald jaar gepubliceerde vertalingen vermeldt, maar eveneens herdrukken en aanvullingen. Vandaar dat de statistische overzichten achterin hoogstens een globale indruk geven. In het voorwoord van jaargang 1977 valt hierover het volgende te lezen: ‘These figures have only an indicative value because of the different criteria applied in the various countries to define a book and because of the fact that a single entry can cover a series of volumes representing, for example, the complete works of an author.’ Hier kan nog aan toegevoegd worden dat de manier waarop en de zorgvuldigheid waarmee de overzichten van vertalingen werden samengesteld per land sterk verschillen. Door de alfabetische registers achterin leent Index zich echter wel uitstekend voor vergelijkingen tussen verschillende landen voor wat betreft de publicaties van een bepaalde auteur. Tenslotte een opmerking over de lijsten van België en Nederland. Sinds 1912 bestaat in Nederland het wettelijk depot niet meer, d.w.z. de wettelijke plicht om alle publicaties die binnen de landsgrenzen verschijnen in te leveren bij de Koninklijke Bibliotheek. In België bestaat het wettelijk depot wel. Dit betekent dat iedere uitgeverij daar verplicht is een exemplaar van al zijn publicaties te sturen naar de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, die de lijsten voor Index verzorgt. Deze lijsten zouden dus volledig moeten zijn.Ga naar eind2 Dit blijkt niet het geval te zijn, want 4 in België gepubliceerde vertalingen uit Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling (= 13%) staan niet in Index. Dat dit percentage voor de Nederlandse lijsten iets hoger ligt (namelijk 18 van de 86 vermelde titels, d.i. 21%) zou erop kunnen wijzen dat de Belgische bijdrage aan Index minder onvolledig is dan die van Nederland, al is het verschil | |
[pagina 41]
| |
vrij gering. Samenvattend kan gesteld worden dat Index door de ordening per land en per genre een makkelijk toegankelijke bron is voor bibliografisch onderzoek op het gebied van vertalingen. Binnen redelijk korte tijd is uit diverse jaargangen een overzicht samen te stellen van literaire vertalingen die - uit welke taal dan ook - in het Nederlands zijn vertaald.
De tweede belangrijke bron is Brinkman, waarvan de ondertitel sinds 1976 luidt: ‘Nederlandse bibliografie bevattende de in Nederland en Vlaanderen uitgegeven of herdrukte boeken die werden ontvangen door het depot van Nederlandse publicaties K.B.’ (K.B. wil zeggen de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag). In deze bibliografie zijn de boeken alfabetisch op auteur gerangschikt. Brinkman verschijnt een aantal malen per jaar in afleveringen. Deze worden vervolgens per jaar, en tenslotte per vijf jaar cumulatief gebundeld, met eventuele aanvullingen en verbeteringen. De jaarlijkse afleveringen verschijnen altijd snel, zodat Brinkman toegang biedt tot de zeer recent gepubliceerde literatuur. De verantwoordelijkheid voor deze bibliografie is sinds de tweede wereldoorlog in verschillende handen geweest.Ga naar eind3 Sinds 1974 is het Depot van Nederlandse publicaties van de Koninklijke Bibliotheek betrokken bij de samenstelling. Omdat deze instantie een actief zoekbeleid voert, d.w.z. niet alleen de door de uitgeverijen gestuurde boeken vermeldt, maar via advertenties, recensies, etc. ook de niet ontvangen boeken tracht te achterhalen, mag men aannemen dat Brinkman steeds minder omissies vertoont. Want Brinkman is weliswaar de belangrijkste bibliografie van in Nederland en Vlaanderen uitgegeven boeken, maar zeker niet volledig. Dit bewijst bijvoorbeeld het feit dat, zoals hieronder zal blijken, niet alle vertalingen in boekvorm uit Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling in Brinkman staan. Een mogelijke oorzaak van deze onvolledigheid is het ontbreken van het wettelijk depot in Nederland. Dat dit niet de enige oorzaak is, bewijst de onvolledigheid van de in Index gepubliceerde lijsten van België, waar wel een wettelijk depot bestaat (zie hierboven). Men mag echter aannemen dat het grootste deel van de in Nederland en Vlaanderen gepubliceerde boeken in Brinkman zijn te vinden. Brinkman biedt een uitgebreid systeem van cross-references, vooral dankzij het Onderwerpenregister (vóór 1966 Repertorium geheten). Dit register, dat eveneens in afleveringen wordt gepubliceerd, maakt Brinkman op velerlei wijzen toegankelijk, ook op het gebied van de literaire vertalingen. Voor de samenstelling van een bibliografie van vertaalde literatuur uit een bepaald (taal)gebied zijn drie ingangen uit het Onderwerpenregister van belang: ‘Gedichten-vertaald’, ‘Romans en novellen-vertaald’ en ‘Toneelstukken-vertaald’. (De ingang ‘Essays-vertaald’ is slechts in enkele jaargangen aanwezig.) Hierin staan de titels van de vertalingen in deze genres alfabetisch op auteur gerangschikt. Hieruit kunnen de vertalingen uit een bepaald (taal)gebied geselecteerd worden. De overige gegevens (uitgeverij, jaar van uitgave, vertaler, etc.) zijn terug te vinden in de eigenlijke bibliografie. Het Onderwerpenregister heeft eveneens diverse letterkunde-ingangen per taalgebied: Franse letterkunde, Engelse letterkunde, etc. Hoewel hier wel | |
[pagina 42]
| |
enkele verwijzingen naar vertalingen worden vermeld, zijn deze overzichten verre van volledig. Deze ingang is vooral belangrijk als vindplaats van secundaire literatuur (bibliografieën, biografieën, literaire studies, etc.). Toch dekken deze vier ingangen van het Onderwerpenregister niet al de vertaalde literatuur die in Brinkman staat. De vertaalde essays en memoires zijn via deze ingangen bijvoorbeeld niet of nauwelijks te vinden. Bovendien zijn sommige als literair beschouwde schrijvers bij andere ingangen ondergebracht dan de hierboven genoemde, een probleem dat zich ook voordoet bij Index. Voorbeelden hiervan uit de Spaanse literatuur zijn de mystici San Juan de la Cruz en Santa Teresa de Jesús (= Teresia van Avila), die beiden zijn te vinden onder de ingang Mystiek; San Ignacio de Loyola (= Ignatius van Loyola), die alleen onder zijn eigen naam is te vinden; Juan Ruiz, auteur van een van de hoogtepunten uit de Spaanse middeleeuwse literatuur, Boek van goede liefde (te vinden onder Liefde); en de essayisten Baltasar Gracián en José Ortega y Gasset (beiden te vinden onder Filosofie). Zo zullen enkele als literair beschouwde schrijvers uit andere taalgebieden eveneens in deze (of andere) niet-literaire ingangen zijn ondergebracht, hetgeen een beperking van de toegankelijkheid van Brinkman betekent.
In hoeverre overlappen Index en Brinkman elkaar en in hoeverre vullen ze elkaar aan? Hieronder zal getracht worden enig inzicht hierin te krijgen aan de hand van Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling. Zoals hierboven al is uiteengezet, gebruikte de samenstelster van het Nederlandse gedeelte van Index vanaf het begin van de jaren vijftig Brinkman als basis. Men zou dus mogen verwachten dat de in Nederland uitgegeven vertalingen uit het Spaans die gevonden werden via de Brinkman-ingangen ‘Romans en verhalen-vertaald’, ‘Gedichten-vertaald’ en ‘Toneelstukken-vertaald’ allemaal zijn terug te vinden in Index. Dit is vreemd genoeg niet het geval: in de periode 1956-1977 (laatste uitgave van Index) zijn 5 in Brinkman vermelde titels niet terug te vinden in het Nederlandse gedeelte van Index. Voor deze periode overlappen deze twee bibliografieën elkaar dus niet. Een tweede bewijs hiervoor vormen de 3 in België uitgegeven titels die wel in Brinkman staan, maar niet worden vermeld in de Belgische afdeling van Index. Gedurende de periode 1948-1977 (de tot nu toe gepubliceerde jaargangen van Index na de tweede wereldoorlog) staan slechts 2 in Index gepubliceerde vertalingen uit het Spaans niet in Brinkman, d.w.z. 2,1% van het totale aantal titels vertaalde Spaanse literatuur. 10 titels (d.i. 10,8%) staan wel in Brinkman maar niet in Index. 5 titels (= 5,4%) staan in geen van beide bibliografieën. (Voor deze cijfers geldt dat ze niet zijn geconcentreerd in een bepaalde periode.) Hieruit kan geconcludeerd worden dat beide bibliografieën grotendeels dezelfde titels vermelden, maar eveneens dat beide bibliografieën elkaar voor een niet onbelangrijk gedeelte aanvullen. Streeft men dus naar volledigheid, dan dienen beide bibliografieën geraadpleegd te worden. Tenslotte blijkt uit bovenstaande gegevens dat men na raadpleging van Brinkman en Index nog geen volledig overzicht heeft van alle literaire vertalingen in het Nederlands. | |
[pagina 43]
| |
Conclusie: om een bibliografie van vertaalde literatuur die na de tweede wereldoorlog in boekvorm in Nederland of in België is gepubliceerd, samen te stellen kan het beste eerst Index worden geraadpleegd. In deze bibliografie hoeft men slechts per jaargang twee ingangen na te lopen, namelijk ‘Literature’ onder Nederland en onder België. Alle belangrijke gegevens over de vertaling (auteur, titel, uitgever, jaar en plaats van uitgave, vertaler) staan hier bij elkaar. Een nadeel van Index is dat de jaargangen 1946 en 1947 ontbreken, evenals de meest recente: die worden pas na ongeveer vijf jaar gepubliceerd. Door raadpleging van Index beschikt men binnen korte tijd over een redelijk uitgebreid, maar zeker niet volledig overzicht van vertalingen. De tweede bron die men zou kunnen raadplegen is Brinkman, hetgeen tijdrovender is omdat in het Onderwerpenregister hiervan alleen de naam van de auteur en de titel van de vertaling staan. De overige gegevens (uitgever, jaar en plaats van uitgave, vertaler) dienen opgezocht te worden in de bibliografie zelf. Daar staat tegenover dat Brinkman na enige tijd zijn gegevens ook per vijf jaar bundelt. Een ander voordeel van Brinkman is dat deze bibliografie wél de jaargangen 1946 en 1947 heeft gepubliceerd. Bovendien is Brinkman veel actueler dan Index. Een paar maanden na publicatie zijn de gegevens over een bepaald boek reeds te vinden in de maandelijkse afleveringen van Brinkman, die na ongeveer een jaar worden gebundeld in een jaargang. Pas ruim vijf jaar later is ditzelfde boek in Index terug te vinden. Een groot voordeel van Brinkman is dat via deze bibliografie ook secundaire literatuur over buitenlandse letterkunde snel te vinden is.
Hoe kunnen de ontbrekende vertalingen worden gevonden? Hiertoe zijn verschillende bronnen beschikbaar. Enkele bibliotheken (waaronder de Openbare Bibliotheek te Den Haag) beschikken over een systematische catalogus, waarin men overzichten kan vinden van vertalingen uit een bepaald (taal)gebied die de bibliotheek in haar collectie heeft. Omdat geen enkele bibliotheek in Nederland kan pretenderen alle vertaalde literatuur in haar bezit te hebben, zijn deze overzichten niet volledig. De Centrale Catalogus van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag biedt een overzicht van de collecties van de belangrijkste bibliotheken in Nederland. Deze catalogus heeft echter uitsluitend ingangen op auteursnaam, niet op onderwerp, waardoor dit een moeilijk toegankelijke bron voor dit onderzoek is. Bovendien is door regelmatige raadpleging vastgesteld dat de Centrale Catalogus verre van volledig is. Een andere mogelijkheid is alle literaire uitgeverijen in Nederland en België aanschrijven met het verzoek een overzicht te geven van de door hen uitgegeven vertaalde literatuur. Hieraan kleven echter een aantal essentiële nadelen. In de eerste plaats is het aantal uitgeverijen niet alleen zeer groot, maar bovendien is het bestaan van kleine, niet-professionele uitgeverijen (die soms belangrijke uitgaven in hun fonds hebben) vaak bijzonder moeilijk te achterhalen. In de tweede plaats is het zeer twijfelachtig of alle uitgeverijen zouden reageren, terwijl de uitgeverijen die dit wel doen in sommige gevallen niet meer over de gevraagde gegevens blijken te beschikken, bijvoorbeeld omdat | |
[pagina 44]
| |
er geen goed archief aanwezig is. Om nog maar te zwijgen van de talrijke uitgeverijen die niet meer bestaan. Ook de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels beschikt niet over een archief waarin op systematische wijze de vertaalde literatuur geordend is. Het door de Vereeniging uitgegeven Boekblad (voorheen Nieuwsblad voor de Boekhandel) bevat overigens wel een wekelijks overzicht van in Nederland en Vlaanderen gepubliceerde boeken. Sinds 1968 publiceert dit tijdschrift bovendien een wekelijks, later maandelijks overzicht per onderwerp, ‘Titels naar rubriek’. De literaire rubrieken zijn ‘Toneelwerken’, ‘Poëzie’ en ‘Romans-novellen’. Desalniettemin zijn de hierin vermelde gegevens verre van volledig, omdat niet alle uitgeverijen gegevens verstrekken aan de Vereeniging. Hoewel de hierboven vermelde bronnen geen van alle geschikt zijn als uitgangspunt voor de samenstelling van een bibliografie van vertaalde literatuur, zijn zij wel waardevol als aanvullend materiaal. Zij kunnen hun nut niet alleen bewijzen als aanvulling op Index en Brinkman, maar ook als controlemiddel. Bovendien bieden zij als naslagwerk de mogelijkheid om detailkwesties op te lossen, bijvoorbeeld als bepaalde onontbeerlijke gegevens over een boek (de titel van het origineel, de naam van de vertaler, e.d.) ontbreken in de twee voornaamste bronnen, Index en Brinkman. Voorts is men voor het vinden van ontbrekende vertalingen aangewezen op onsystematisch speurwerk als het nagaan van verwijzingen in artikelen, boeken, recensies en advertenties, het snuffelen in antiquariaten, etc. Ook de recensieoverzichten in Nijhoff's Index (die in de paragraaf ‘Tijdschriften’ behandeld zullen worden) kunnen een sporadische aanvulling opleveren. Tot besluit dient nog gewezen te worden op het bestaan van een archief van toneelvertalingen, ondergebracht bij de Bibliotheek van het Nederlands Theaterinstituut te Amsterdam. Hierin zijn ook niet gepubliceerde vertalingen opgenomen. Het archief is slechts in beperkte mate toegankelijk, omdat de vertalingen uitsluitend op auteursnaam zijn gerangschikt.
Uit het bovenstaande zal duidelijk geworden zijn dat een bibliografie van vertaalde literatuur nooit volledig kan worden genoemd. De enige redelijke pretentie die men kan hebben bij de samenstelling van een dergelijke bibliografie is dat men streeft naar volledigheid. Desalniettemin is een dergelijke pretentie vrijblijvend en dus van geen waarde als de uiteindelijke bibliografie niet op een of andere wijze gecontroleerd wordt. Een bibliografie van vertaalde literatuur laat in ieder geval de volgende twee controles toe, die uitgevoerd zijn voor Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling. In de eerste plaats een controle via de namen van de vertalers in Brinkman. Uit het overzicht van de vertaalde titels is het mogelijk een lijst samen te stellen van alle vertalers. Voor de bibliografie van vertaalde Spaanse literatuur bedraagt dit aantal 99. Deze namen dienen vervolgens nagelopen te worden in alle jaargangen van Brinkman, die ook de vertalers (met verwijzingen naar de door hen vertaalde werken) vermeldt in het alfabetisch gerangschikte overzicht van alle publicaties. Het is op deze wijze mogelijk om andere door deze mensen vertaalde werken op het spoor te komen. Het nalopen van de lijst van | |
[pagina 45]
| |
vertalers uit Spaanse literatuur in Nederlandse vertaling leverde geen enkele aanvulling op. In de tweede plaats een controle via de jaarlijkse overzichten van de boekenproductie, die samengesteld worden door de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels. In deze overzichten staat o.a. per genre het aantal boeken dat uit een bepaalde taal vertaald en gepubliceerd is. De literatuur is onderverdeeld in de genres ‘Toneelwerken’, ‘Dichtwerken’ en ‘Romans en novellen’. Telt men deze drie kolommen op, dan heeft men het aantal literaire vertalingen dat volgens de gegevens van de Vereeniging in een bepaald jaar gepubliceerd is. Deze cijfers zijn inclusief de herdrukken, Trivialliteratur en bewerkingen. Zoals bekend zijn de laatste twee soorten publicaties niet opgenomen in de bibliografie van vertaalde Spaanse literatuur. Hierdoor zouden de aantallen die in de overzichten van de boekenproductie worden genoemd hoger kunnen zijn. Uit vergelijking tussen het aantal vertalingen uit het Spaans dat in de bibliografie staat en het aantal dat in de overzichten van de Vereeniging staat, blijkt dat dit slechts in 3 van de 36 vermelde jaren het geval is. In 3 andere jaren zijn de aantallen gelijk. In de overige gevallen (30) is het aantal in de bibliografie vermelde vertalingen hoger dan de in de Overzichten van de boekenproductie vermelde aantallen.Ga naar eind4 Het verschil tussen de totalen is bovendien groot. 378 (bibliografie) tegenover 272 (Vereeniging). Deze cijfers zijn een indicatie voor de grondigheid van de hier beschreven strategie voor de samenstelling van een bibliografie van vertaalde literatuur. | |
3. TijdschriftenHet aantal tijdschriften dat - in welke vorm dan ook (vertalingen, artikelen, recensies, interviews) - over buitenlandse literatuur publiceert is bijna onbeperkt. Op de meest onverwachte plaatsen zijn dergelijke publicaties te vinden (radio- en t.v.gidsen, dames- en sensatiebladen, etc.). Het is daarom onmogelijk een volledige bibliografie samen te stellen, zeker als men voor ogen houdt dat er van vele tijdschriften geen toegankelijke archieven of registers bestaan. De meeste tijdschriften hebben echter hooguit sporadisch over buitenlandse literatuur gepubliceerd. Het is daarom redelijk zich te beperken tot de tijdschriften die regelmatig over dit onderwerp publiceren. Dit zijn de literaire tijdschriften en de weekbladen. Voor de samenstelling van een bibliografie van vertalingen, artikelen, recensies en interviews die in literaire tijdschriften en weekbladen zijn verschenen zijn Nijhoff's Index op Nederlandse en Vlaamse periodieken (hieronder Nijhoff's Index genoemd) en de Bibliografie van de Literaire Tijdschriften in Vlaanderen en Nederland (hieronder BLT) de belangrijkste bronnen. Nijhoff's Index is een maandelijks gepubliceerde bibliografie die een groot aantal Nederlandse en Vlaamse periodieken in kaart brengt, waaronder de meeste landelijke culturele tijdschriften en weekbladen. Nijhoff's Index biedt o.a. een overzicht van: - de titels van de vertalingen, artikelen en interviews die in bovengenoemde tijdschriften zijn gepubliceerd; - de titels van de boeken die in genoemde tijdschriften werden gerecenseerd. Deze maandelijkse publicaties zijn gebundeld in jaargangen, die zijn voorzien | |
[pagina 46]
| |
van een alfabetisch trefwoorden- en auteursregister. Voor de samenstelling van een bibliografie van vertalingen, artikelen en interviews dienen de trefwoorden- en auteursregisters doorgenomen te worden. Na het bekijken van de maandelijkse recensie-overzichten beschikt men over de lijst van boeken die in deze tijdschriften werden besproken. Op deze wijze biedt Nijhoff's Index toegang tot een groot aantal belangrijke tijdschriften. Er kleven echter enkele nadelen aan deze bibliografie. In de eerste plaats zijn enkele belangrijke tijdschriften niet opgenomen, bijvoorbeeld Hollands Maandblad. In de tweede plaats vermeldt de bibliografie sommige tijdschriften in bepaalde jaargangen wel, maar in andere niet. Dit is bijvoorbeeld het geval met Haagse Post en Vrij Nederland. In de derde plaats zijn enkele recensie-overzichten slechts voor de helft gepubliceerd. Bovendien kon vastgesteld worden dat de trefwoorden- en auteursregisters van Nijhoff's Index fouten en omissies bevatten. In 1970 is de publicatie van Nijhoff's Index om economische redenen definitief stopgezet. De sinds 1972 uitgebreide BLT is voor wat de literaire tijdschriften betreft te beschouwen als de opvolger van Nijhoff's Index. Tot dat jaar hadden de samenstellers zich beperkt tot de Vlaamse literaire tijdschriften (die dus eveneens in Nijhoff's Index staan), terwijl zij sinds 1972 ook de Nederlandse literaire tijdschriften vermelden. De registers van de jaarlijkse afleveringen van de BLT bieden de mogelijkheid om in korte tijd een overzicht samen te stellen van de publicaties op het gebied van de buitenlandse letterkunde in literaire tijdschriften. In tegenstelling tot Nijhoff's Index vermeldt de BLT echter geen overzichten van in weekbladen gepubliceerde bijdragen. Er bestaat naast Nijhoff's Index zelfs geen enkele andere bibliografie die toegang biedt tot de weekbladen. Een grote leemte, die snel aangevuld zou moeten worden. Nijhoff's Index en de BLT bieden dus zeker geen volledig overzicht van de literaire tijdschriften en de weekbladen, zodat andere bronnen aangeboord dienen te worden als men ernaar streeft om bepaalde tijdschriften volledig in kaart te brengen. Voor de ontbrekende tijdschriften en jaargangen is men aangewezen op bronnen van zeer diverse aard, die voor een groot deel gevonden kunnen worden via twee overzichten uit Dokumentaal (Informatie- en communicatiebulletin voor neerlandici), t.w. ‘Aanzet tot een Repertorium van de registers op tijdschriften’ (1972,1) en ‘Bijdrage tot een tijdschriftenbibliografie’ (1972,3). De in deze overzichten vermelde registers zijn echter minder toegankelijk dan Nijhoff's Index en de BLT, waar per jaargang slechts de auteurs- en trefwoordenregisters doorgenomen hoeven te worden. In laatstgenoemde registers zijn alle tijdschriften ondergebracht. De diverse in Dokumentaal vermelde registers kunnen echter niet anders dan apart doorgenomen worden. Maar als aanvulling op Nijhoff's Index en de BLT zijn deze overzichten zeer waardevol. Ook de DOTA (Documentatie van tijdschriftartikelen) is een mogelijke aanvullende bron. Dit is een sinds 1973 verschijnende cumulatieve, maandelijkse uitgave van het NBLC (Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum). Deze maandelijkse uitgaven worden in jaargangen gebundeld, waarin artikelen | |
[pagina 47]
| |
uit voornamelijk populair-wetenschappelijke tijdschriften op trefwoorden zijn gerangschikt. Deze trefwoorden zijn op hun beurt weer geordend volgens de hoofdrubrieken van het SISO (Schema voor de Indeling van de Systematische Catalogus in Openbare Bibliotheken), die sinds 1979 achterin de DOTA staan. Voor een bibliografie van vertaalde literatuur is de hoofdrubriek Taalen Letterkunde van belang. In de DOTA staan echter uitsluitend artikelen. Literaire verhalen en gedichten neemt deze bibliografie niet op. Ook het ontbreken van een auteursregister en een verantwoording voor de selectie van de tijdschriften doet afbreuk aan de bruikbaarheid van de DOTA, die bovendien van recente datum is. Geen bron van grote betekenis dus, maar door het aanzienlijke aantal tijdschriften dat wordt vermeld (ruim honderd) en door zijn toegankelijkheid de moeite waard als bron voor recente publicaties. Tenslotte moeten ook de knipseldiensten van de diverse grote Openbare Bibliotheken worden genoemd. Hierin zijn recensies, artikelen en interviews over buitenlandse literatuur te vinden, geordend op auteursnaam. Sinds 1976 wordt deze documentatie verzorgd door het NBLC. Hiervóór droegen de belangrijkste Openbare Bibliotheken zelf zorg voor hun knipseldienst. Sommige bibliotheken, bijvoorbeeld de Openbare Bibliotheek in Den Haag, vullen de documentatie van het NBLC aan met eigen materiaal. Evenals bij de bibliografie van boeken spreekt het vanzelf dat de bibliografie van tijdschriften uitgebreid kan worden met onsystematisch speurwerk als het nagaan van verwijzingen in boeken, artikelen, e.d. | |
4. KrantenKranten zijn nog moeilijker toegankelijk dan weekbladen, omdat er geen enkele bibliografie is die krantepublicaties in kaart brengt. Bijdragen over literatuur zijn uitsluitend via de respectievelijke archieven van de dagbladen te vinden. Maar ook deze zijn slechts in beperkte mate toegankelijk, omdat culturele of literaire archieven ontbreken. Alles is ondergebracht in één (algemeen) archief, dat alfabetisch op onderwerp is geordend. Sommige archieven (waaronder die van het Parool en de Volkskrant) beschikken echter wél over een apart archief van boekrecensies. In het algemene archief ontbreekt een ingang als ‘Vertaalde literatuur’ of ‘Buitenlandse literatuur’. De enige mogelijkheid om een volledige bibliografie van publicaties over buitenlandse literatuur in bepaalde kranten samen te stellen zou zijn alle ingangen van de respectievelijke archieven na te lopen. Dit is niet alleen een uiterst tijdrovende bezigheid, maar vereist bovendien teveel gastvrijheid van de dikwijls krapbehuisde documentatie-afdelingen van de dagbladen. Wel kan men binnen redelijke tijd de lijst van vertaalde auteurs nalopen in deze archieven, zonder dat hiermee volledigheid gepretendeerd kan worden. Men beschikt dan in ieder geval wél over een volledig overzicht van boekbesprekingen (die - zoals gezegd - bij sommige kranten in een apart archief zijn ondergebracht), met dien verstande dat de mogelijkheid bestaat dat er besprekingen zijn zoekgeraakt of om andere redenen ontbreken in het archief. Er worden regelmatig stukken uitgeleend en niet terugbezorgd. Bovendien is men - zoals bij elk archief en elke bibliografie - volledig af- | |
[pagina 48]
| |
hankelijk van de zorgvuldigheid van de samenstellers. Dat die niet overal gelijk is, spreekt vanzelf. | |
FilologencongresDe vereniging ‘Het Nederlands Filologencongres’ organiseert op maandag 16 en dinsdag 17 april a.s. aan de Katholieke Universiteit Nijmegen haar 38e congres, rond het centrale thema ‘Recente ontwikkelingen op het gebied van taal-, literatuur- en cultuurwetenschappen’. In vier interdisciplinaire ‘afdelingen’ wordt een programma van lezingen en discussies aangeboden rond de vier volgende onderwerpen: décadence, taal- en cultuurverlies, maecenaat en censuur, mystiek en verbeelding. Daarnaast wordt in acht verschillende ‘secties’ gesproken over onderwerpen als taalgebruik en taalverwerving, taalbeschrijving en computerlinguistiek; literaire vertalingen, literaire kritiek; originaliteit in de beeldende kunst, de vrouwelijke kunstenaar. Uit de 56 lezingen kunnen de deelnemers een zo breed mogelijk keuzepakket samenstellen. Daarnaast wordt op maandagavond 16 april een programma georganiseerd rond het werk van Arnold Schönberg. Dit programma staat ook open voor niet-congresdeelnemers. Het congres is bedoeld voor leden van de vereniging, en voor alle geïnteresseerden. Het inschrijfgeld bedraagt Hfl. 10,- voor het congres excl. maaltijden; Hfl. 10,- voor het Schönberg-programma. De Handelingen van het congres kosten Hfl. 50,-. Inlichtingen en inschrijfformulieren: Secretaris Vereniging ‘Het Nederlands Filologencongres’, Instituut Duits, KUN, Postbus 9103, 6500 HD Nijmegen, tel 080-515459/512196. |
|