Forum der Letteren. Jaargang 1980
(1980)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Redetwisten over rededelen De westerse indeling van de woordsoorten toegepast op het chinees P.J. PeverelliSamenvatting | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
0. InleidingEen ieder van ons, zeker als hij een lezer is van dit tijdschrift, is bekend met begrippen als ‘zelfstandig naamwoord’, ‘voorzetsel’, ‘tussenwerpsel’, etc. We raakten reeds op de lagere school met deze termen bekend en we leerden, al dan niet tot ons genoegen, aan de woorden van gegeven voorbeeldzinnen een van deze namen toe te kennen. In het traditionele China kende men nauwelijks het begrip ‘woord’, laat staan woordsoorten. De chinese filologen gebruikten dezelfde term, zi, voor zowel ‘karakter’ als ‘woord’, of beter gezegd, zij maakten geen verschil tussen het schriftteken ‘karakter’ en de taalkundige term ‘woord’. Deze groep van zi werd slechts ingedeeld in woorden met een konkrete betekenis, shizi ‘volle woorden’ en woorden zonder konkrete betekenis, xuzi ‘lege woorden’, de taaltechnische woorden. Toen China in de 19e eeuw voorzichtig begon westerse kennis te importeren en men als onderdeel hiervan westerse talen ging leren, kwamen de Chinezen voor het eerst in aanraking met de westerse grammatika. Men was vol bewondering over het vernuftige systeem van regels dat het leren van deze talen veel makkelijker zou maken dan het leren van chinees. De eerste in het chinees geschreven grammatika van het chinees (er bestonden reeds door missionarissen geschreven grammatika's) dateert van 1898. Vanaf dat moment tot het midden van de jaren dertig werden er in China verschillende grammatika's gepubliceerd, met als gemeenschappelijk punt dat ze vrijwel volledig de westerse grammatika imiteerden. Omdat het ook voor niet-sinologische taalkundigen interessant kan zijn te zien hoe dit overnemen van de westerse grammatika in China plaatsgevonden heeft, zullen we dit proces hier beschrijven aan de hand van één onderwerp, nl. de indeling van de woordsoorten. Dit onderwerp kreeg verreweg de meeste aandacht en over dit onderwerp verschilden de grammatici het meest van mening, maar alvorens over te gaan naar die chinese grammatika's, zullen we eerst kort stil staan bij de vraag uit welke westerse modellen men in China kon kiezen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Woordsoorten in de westerse grammatikaHet is niet zo dat chinese grammatici in die tijd toegang hadden tot alles wat er op dat moment in het Westen aan grammatika werd gedaan. Voor zover we kunnen achterhalen welke europese grammatika's er toendertijd in China in omloop warenGa naar voetnoot1., zijn het werken die aan het eind van de vorige eeuw gepubliceerd waren. We kunnen de chinese grammatika's uit de periode van imitatie indelen in twee groepen: de eerste groep baseert zich op de westerse schoolgrammatika, de tweede op de universele grammatika die z.g. logische kategorieën als uitgangspunt neemt. Voor deze tweede groep is een konkreet werk te noemen dat de meest gelezen europese grammatika van die tijd was, nl. Henry Sweet's A New English Grammar, Oxford, 1891. De indeling van de woordsoorten in de westerse schoolgrammatika is gebaseerd op zowel morfologische als semantische kriteria, bv. zelfst.nw. worden gedefinieerd als: ‘woorden die personen, plaatsen en dingen aanduiden’Ga naar voetnoot2. of als ‘woorden die verbogen worden naar getal en naamval’. Met name de laatste definitie vertoont sporen van het feit dat deze woordsoorten oorspronkelijk opgezet waren voor één konkrete taal, nl. het grieks, omdat deze taal dergelijke vormkategorieën kent. Deze indeling is door griekse en latijnse grammatici ontwikkeld en wordt tot op de dag van vandaag nog op scholen gebruikt. Omdat de eerste chinese grammatika gebaseerd is op de latijnse, zullen we hier bij de bespreking van de schoolgrammatika de latijnse termen gebruiken. De woorden worden allereerst verdeeld in verbuigbare en onverbuigbare (particulae). De verbuigbare woorden worden ingedeeld naar de verschillende vormkategorieën volgens welke ze verbogen worden: nomina, met als vormkategorieën: getal, geslacht en naamval en verba, met: tijd, modus, persoon etc. De nomina vallen uiteen in substantiva en adjectiva, die sinds de middeleeuwen als aparte woordsoorten beschouwd worden. De adverbia vormen een lastige groep, omdat ze gedeeltelijk van adjectiva afgeleid zijn en gedeeltelijk uit pure adverbia bestaan.Ga naar voetnoot3. Bovendien behoren adverbia, bij een indeling van de woorden in noemende en grammatikale woorden, tot de eerste groep. Er is hier echter geen plaats om op het voor en tegen van de traditionele indeling in te gaan. De onverbuigbare woorden worden ingedeeld naar hun betekenis en naar de positie die ze innemen ten opzichte van andere woordsoorten, bv. een praepositio is een woord dat voor een nomen geplaatst wordt. Alles bij elkaar onderscheidt de westerse schoolgrammatika negen woordsoorten: nomina substantiva, nomina adjectiva, pronomina, verba, numeralia, adverbia, praepositiones, conjunctiones en interjectiones. De universele grammatika, in het bijzonder zoals die voorgestaan werd door Henry Sweet, maakte onderscheid tussen logische kategorieën en grammatikale kategorieën. De logische kategorieën geven de ideeën weer waaruit het menselijk denken is opgebouwd en zijn daarom universeel; de grammatikale kategorieën vormen de manier waarop een konkrete taal de logische kategorieën uitdrukt en zijn derhalve taalgebonden, bv. ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ zijn in het nederlands verschillende grammatikale | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kategorieën om de logische kategorie ‘getal’ weer te geven.Ga naar voetnoot4. Omdat de chinese grammatika die we als voorbeeld van deze stroming zullen nemen Sweets engelse terminologie overneemt, zullen we in het volgende overzicht ook de engelse termen gebruiken. De belangrijkste logische kategorieën zijn substances en hun attributes. Substances worden door ons gekend door hun attributes, bv. ‘goud’ is geel, hard, zwaar etc., met andere woorden de substance ‘goud’ wordt door ons gekend aan de hand van de attributes ‘geelheid’, ‘hardheid’, ‘gewicht’ etc. Dit zijn zg. permanent attributes. Daarnaast zijn er ook changing attributes of phenomena. Zo kennen we de substance ‘mens’ niet alleen door een aantal permanent attributes, maar eveneens aan de hand van bepaalde phenomena, zoals spreken, denken etc. Attributes bepalen de inhoud van substances. Daarnaast zijn er ook woorden die zich lijken te gedragen als attributes, bv. ‘enkele’, ‘alle’, ‘drie’ etc., maar die niets veranderen aan de inhoud en enkel iets zeggen over de hoeveelheid; deze woorden noemt men qualifiers. Niet alleen substances, maar ook attributes kunnen door qualifiers bepaald worden, bv. ‘zeer groot’. Er is een speciale groep qualifiers die geen hoeveelheid aangeven, maar op een of andere manier naar een substance verwijzen of het naar voren halen, deze noemt men mark-words; bv. ‘dit boek’, ‘de kamer’, ‘ik zie hem’, etc. Tenslotte kunnen ook attributes gebruikt worden als mark-words, bv. ‘ik wil witte, geen rode’; in deze gevallen spreekt men van qualifying attribute words.Ga naar voetnoot5. Er is een duidelijke overeenkomst tussen de logische kategorieën en de traditionele woordsoorten:
Deze lijst omvat bijna uitsluitend de noemende woorden; de taaltechnische termen vat Sweet samen onder de noemer form-words. Tot zover de beknopte beschrijving van de twee verschillende modellen die door chinese grammatica gebruikt zijn om een systeem van woordsoorten op te stellen voor het chinees. We zullen nu van beide stromingen één werk, het eerste, behandelen om te laten zien hoe dit proces van overname plaatsgevonden heeft en daarna een grammatika die beide stromingen kombineert. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Ma JianzhongDe eerste chineze grammatika werd in 1898 geschreven door Ma Jianzhong (1844-1900) en in 1904 uitgegeven door de Commercial Press in Shanghai, onder auspiciën van zijn broer Ma Xiangbo (1840-1939).Ga naar voetnoot6. Ma Jianzhong was afkomstig uit een katho- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lieke familie en had het grootste deel van zijn opleiding genoten in Xujiahui, het Jezuïeten-centrum in Shanghai; daarnaast had hij enige jaren rechten gestudeerd in Parijs. Ma was goed bekend met zowel de traditionele chinese filologie als met de latijnse grammatika en kende daarnaast engels en frans. Hij is bekend geworden als diplomaat en beschouwde de gebrekkige kennis van vreemde talen als een van de belangrijkste hinderpalen die de kontakten tussen China en de vreemde mogendheden in de weg stonden. Naar zijn mening moest men om vreemde talen te kunnen leren eerst een behoorlijk inzicht hebben in de grammatika van de eigen taal.Ga naar voetnoot7. Zijn Mashi Wentong ‘Grammatika van Mr. Ma’ is uit deze ideeën geboren. Verreweg de meeste plaats van de Mashi Wentong is ingeruimd voor de woordsoorten. Ma Jianzhong neemt de traditionele begrippen ‘volle’ en ‘lege woorden’ over. De volle woorden bestaan uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De ‘lege woorden’ bestaan uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Liu FuDe eerste chinese grammatika die zich baseerde op de universele grammatika was de Algemene Behandeling van de Chinese Grammatika van Liu Fu (1891-1934), uitgegeven door de Qunyi Shushe te Shanghai, 1919. Liu is o.a. hoogleraar geweest aan de Universiteit van Peking en was behalve als taalkundige ook bekend door zijn gedichten en onderzoek naar volksliedjes. Wat betreft de indeling van de woordsoorten gaat Liu Fu nog een stap verder dan Sweet. Sweets indeling is nog gelijk aan die van de schoolgrammatika, waarbij hij bij iedere woordsoort aangeeft welke logische kategorie deze weergeeft. Liu gaat verder door de indeling van de schoolgrammatika geheel af te wijzen en de logische kategorieën tot woordsoorten te maken. Op zich besteedt Liu veel minder aandacht aan de woordsoorten dan Ma, Liu ruimt ook veel plaats in voor de theoretische grondslagen en de syntaxis. Hij geeft een lijst van zijn eigen woordsoorten, waarbij hij aangeeft welke ‘traditionele’ woordsoorten daarmee overeenstemmen (de engelse termen worden ook door Liu zelf gebruikt)Ga naar voetnoot8.:
Deze indeling wijkt niet af van Sweets indeling van de logische kategorieën, zoals die boven reeds beschreven is. Liu's indeling is op verschillende punten een verbetering ten opzichte van die van Ma. Zoals gezegd hebben de definities van de (noemende) woorden in de westerse schoolgrammatika een morfologisch en een semantisch deel, maar aangezien het chinees geen morfologie kent, blijft alleen het semantische deel over. Zuiver semantische kriteria hebben echter het nadeel dat ze niet exakt genoeg zijn. Men kan vele verschillende indelingen maken, zonder dat er een evaluatieprocedure bestaat welke de meest geschikte is. Als morfologische kriteria niet mogelijk zijn en semantische ongeschikt, dan blijven alleen nog syntaktische over. Nu zijn Liu's woordsoorten logische en geen syntaktische kategorieën, maar toch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voegt hij ‘traditionele’ woordsoorten bij elkaar die zich syntaktisch gelijk gedragen. Zo is er syntaktisch geen verschil tussen de nomina en de zelfstandig gebruikte pronomina. Voor het latijn kan men nog aanvoeren dat de laatste afwijkend verbogen worden en voor de moderne westerse talen dat de pronomina nog oude naamvalsverschillen gehandhaafd hebben, maar dit gaat voor het chinees niet op en het is dan ook terecht beide groepen tot één woordsoort te rekenen. Het is eveneens beter de chinese ekwivalenten van onze adjectiva samen met de verba tot één woordsoort te rekenen. Logisch gezien hebben beide dezelfde, predicerende, funktie en het onderscheid in de schoolgrammatika is uitsluitend gebaseerd op morfologische verschillen. In het chinees gedragen woorden als gao ‘hoog’ zich op dezelfde manier als woorden als fei ‘vliegen’, bv.
Minder wenselijk is het om de ‘qualifiers’ tot één woordsoort te rekenen. De ‘quantative words’ gedragen zich op dezelfde manier als woorden als gao en kunnen tot die groep gerekend worden, hetgeen Ma Jianzhong ook doet. Liu neemt de uitspraak van Sweet over dat ‘qualifiers’ niet predikatief gebruikt kunnen worden; dit geldt inderdaad voor het engels, maar niet voor het chinees, althans niet voor de ‘quantative words’. Hier is het dus Liu die blindelings imiteert. De behandeling van de grammatikale woorden is in beide werken zeer verschillend. Ma imiteert de indeling van de schoolgrammatika: voorzetsels, voegwoorden, tussenwerpselsGa naar voetnoot9. plus de chinese kategorie hulpwoorden, waarbij we reeds opgemerkt hebben dat de voorzetsels een hybride groep vormen die slechts gebaseerd is op vertaling uit westerse talen. Liu vat al deze woorden samen onder de noemer ‘form-words’, maar deze groep omvat woorden van zeer uiteenlopende aard, waaronder zelfs woorden die door anderen tot de ‘volle woorden’ gerekend worden.Ga naar voetnoot10. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat Liu zich niet, zoals Ma, beperkt tot één stijl, maar zijn voorbeelden kiest uit alle stijlen vanaf de oudste literatuur tot aan de moderne spreektaal (hoewel het standaard klassiek chinees overheerst), waardoor een adekwate indeling onmogelijk wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Li JinxiLiu's opvattingen hebben aanmerkelijk minder invloed gehad in China dan die van Ma Jianzhong. In feite was er naast Liu slechts één taalkundige die zich ook volledig baseerde op Sweets grammatika. Een punt dat hierbij een rol lijkt te spelen is de kontroverse tussen voor- en tegenstanders van het invoeren van de spreektaal als nationale taal die er in deze periode bestond (zie noot 7). De grammatici die zich beperken tot het klassiek chinees, zowel wat betreft de taal die zij beschrijven als de taal waarin zij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schrijven, volgen het systeem van de Mashi Wentong, met hooguit enkele terminologische veranderingen. Degenen die de spreektaal beschrijven en er ook in schrijven zijn navolgers van de universele grammatika. Liu Fu zelf nam aktief deel aan de spreektaalbeweging. Een andere leidende figuur uit deze beweging was Li Jinxi (1890-1978), die beschouwd kan worden als een van de belangrijkste chinese taalkundigen. Li is vanaf 1919 tot aan zijn dood hoogleraar geweest aan de Lerarenuniversiteit van Peking en van zijn hand zijn twee grammatika's die, elkaar opvolgend, gelden als standaardgrammatika's van het moderne chinees. We zullen ons hier beperken tot de eerste, de Nieuwe Grammatika van de Nationale Taal, Commercial Press, Shanghai, 1924; dit was de eerste volledige grammatika van de spreektaal en heeft als zodanig grote invloed gehad. Bij zijn indeling van de woordsoorten kombineert Li de beide bovengenoemde ‘stromingen’. Hij onderscheidt allereerst vijf kategorieën (lei), die ongeveer overeenkomen met Liu Fu's logische kategorieën. Deze kategorieën worden onderverdeeld in negen soorten (zhong), die overeenkomen met die van Ma Jianzhong. Li's indeling ziet er als volgt uit:
Li splitst Liu's ‘permanente’ en ‘veranderlijke attributen’ op in twee kategorieën, waarbij de ‘veranderlijke’ tot een aparte kategorie ‘vertel-woorden’ wordt gemaakt, terwijl de ‘permanente’ samen met Liu's ‘qualifiers’ tot één kategorie ‘bepalende woorden’ omgesmeed worden. Voorts splitst hij Liu's ‘vorm-woorden’ in twee kategorieën: ‘relatie-woorden’ en ‘modale woorden’; onder de laatste worden ook de interjekties gerekend, die bij Liu apart staan. Dat Li de bijv. nw. van de werkwoorden losmaakt en samen met de ‘qualifiers’ tot één kategorie maakt is gebaseerd op een andere logische kategorie, nl. ‘bepaling’ (‘adjunct-words’). Liu neemt de werkwoorden en de bijv.nw. samen, omdat beide attributen weergeven; Li vindt kennelijk de kategorie ‘bepaling’ belangrijker dan ‘attribuut’, met als resultaat zijn kategorie ‘bepalende woorden’. Boven hebben we reeds gezien dat zowel Ma als Liu geen bevredigende indeling | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de grammatikale woorden kunnen maken. Li Jinxi verdeeld deze in twee kategorieën, woorden die de relatie tussen syntaktische groepen (variërend van woorden tot zinnen) markeren (guanxici) en woorden die modaliteit, gevoel, pauze e.d. aangeven (qingtaici). Van de drie hier besproken grammatika's is dit de beste oplossing, op deze manier kunnen naast de ‘voorzetsels’ en de ‘voegwoorden’ (de vraag of het chinees deze woordsoorten kent even buiten beschouwing gelaten) ook het woord zhi, dat hierboven reeds ter sprake gekomen is, of zijn spreektaaltegenhanger de tot deze kategorie gerekend kunnen worden, ze markeren immers een zekere relatie tussen woorden en woordgroepen. Het probleem is hiermee echter nog niet geheel opgelost, omdat Li aan de andere kant toch het onderscheid tussen jieci en lianci handhaafd, waarbij hij het verbindingswoord de, net als Ma Jianzhong doet met zhi, tot de eerste soort rekent.
Tot zover de korte inleiding in de manier waarop de eerste generatie chinese taalkundigen trachtten een systeem van rededelen op te zetten voor hun eigen taal. Tegen het midden van de jaren dertig begonnen diskussies over de ‘vernieuwing van de grammatika’, dat wil zeggen de manier waarop de westerse grammatika aangepast zou moeten worden voor het chinees. Ook bij deze diskussies speelde de indeling van de woordsoorten een sleutelrol. Maar ook nog lang daarna bleef dit probleem de aandacht van de chinese linguisten opeisen, vanaf september 1953 tot juli 1955 werd er in Zhongguo Yuwen (‘Chinese Taalkunde’), het belangrijkste taalkundige tijdschrift van China, een doorlopende polemiek gevoerd over de woordsoorten. We hebben hierboven reeds aantallen van vijf en negen woordsoorten gezien; daarnaast echter waren er ook voorstanders van zeven, acht en zelfs vier woordsoorten. Bovendien waren de taalkundigen ook nog in twee kampen verdeeld over de vraag of het behoren tot een woordsoort een inherent kenmerk van ieder woord is, of dat dit pas in zinsverband vastgesteld kan worden. Dit houdt natuurlijk ook verband met het feit dat woordsoorten in het chinees niet op grond van formele kriteria onderscheiden kunnen worden. Deze artikelen werden in 1955 en 1956 nogmaals gebundeld gepubliceerd. De chinese taalkunde was nog niet veel verder gekomen, toen in de periode van de Kulturele Revolutie ook het onderzoek op dit gebied vrijwel stil kwam te liggen. Pas in de laatste jaren, nu het wetenschappelijk onderzoek weer op gang komt, zien we dat de chinese taalkundigen hun aandacht naar andere onderwerpen gaan verplaatsen. In het tijdschrift Zhongguo Yuwen, dat sinds 1978 weer verschijnt, worden recentelijk veel artikelen gepubliceerd over het begrip ‘struktuur’, waarin ook zeer voorzichtig met transformationele grammatika geëxperimenteerd wordt. Dit is echter een ander onderwerp en bovendien is het nog te vroeg om deze ontwikkelingen te kunnen evalueren. De les die wij hieruit kunnen leren is dat we uiterst voorzichtig moeten zijn bij het toekennen van universaliteit aan theorieën die opgezet zijn op basis van slechts een kleine groep verwante talen. Het dwingen van een niet-westerse taal in de dwangbuis van een op westerse talen gebaseerd model (en dit geldt niet alleen voor de traditionele schoolgrammatika) kan nooit tot bevredigende resultaten leiden. Een werkelijk universele taaltheorie zal gebaseerd moeten zijn op de studie van konkrete taalverschijnselen in een groot aantal zeer uiteen lopende talen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur
|
|