| |
| |
| |
Auteursregister 1960-1974 op vijftien jaargangen Forum der Letteren
Pim de Vroomen
Aantekening. - Hoewel het vijftienjarig bestaan van Forum der Letteren nog niet behoeft uit te nodigen tot omvangrijke festiviteiten, lijkt een overzicht van de in dat anderhalve decennium in het tijdschrift verschenen bijdragen al gauw op zijn plaats. Voor de belastingbetaler, die het tijdschrift via de Nederlandse Organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO) subsidieert, is het een soort ‘verantwoording achteraf’ (waarvan hij vermoedelijk nimmer kennis zal nemen); - voor de vakgenoot is er, op het vlak van de informatieverzorging, het onmiskenbare en toch bij voortduring miskende nut van het register, de bibliografie, de documentatie.
Geschiedenis wordt overigens snel geschreven. Dat Forum der Letteren de voortzetting is van het tijdschrift Museum wordt aangegeven op de omslagen van de eerste tot en met de twaalfde jaargang. Meer dan een zakelijk gegeven is het eigenlijk niet. Het krijgt echter reliëf als men bedenkt dat als gevolg van de genoemde omstandigheid niet meer dan vijftien jaar geleden nog in het Latijn gestelde boekbesprekingen in Forum werden gepubliceerd. Sindsdien hebben de klassieke talen het in het onderzoek en het wetenschappelijk onderwijs zwaar te verduren gekregen.
Ook op een ander punt is sprake van geschiedenis. De eerste, uit vijf doctores bestaande, redactie van Forum der Letteren stelde in het ‘Ten geleide’ bij de start in 1960: ‘Forum der Letteren zal artikelen bevatten over algemene verschijnselen en theoretische vraagstukken op de gebieden van taalwetenschap, literatuurwetenschap en geschiedkunde.’ De tweede redactie, drie door haar voorgangster gecoöpteerde doctorandi, begaf zich in 1972 zonder (hernieuwde) geloofsbelijdenis op weg, en liet - in de geest van vroeger - op het omslag drukken: ‘Tijdschrift voor taalkunde, letterkunde en geschiedenis’. Met ingang van de vijftiende jaargang (1974) werd deze nadere aanduiding, zonder verder commentaar, evenwel gewijzigd in ‘Tijdschrift voor taal- en letterkunde.’
De vraag of hier, men zou haast zeggen: voor de zoveelste keer, sprake is van een wetenschappelijke of culturele verarming, is niet met een eenvoudig ja of nee te beantwoorden. Wel staat vast, dat in de afgelopen drie jaren een abonnementen-accres heeft plaatsgevonden, dat beduidend mag heten. Begin 1972 waren er iets meer dan vierhonderd abonnees, momenteel een kleine duizend. (Uiteraard staat geenszins vast dat deze stijging zich nog zal voortzetten). Het accres heeft het mogelijk gemaakt de buitengewone kostenstijgingen van de laatste paar jaren slechts in geringe mate in de abonnementsprijs te laten doorwerken, terwijl het ZWO-subsidie niet behoefde te worden verhoogd. De omvang van het tijdschrift kon bovendien enigszins worden vergroot.
| |
| |
Een enkel woord tenslotte over het hiervolgende, uiteraard eenvoudig gehouden, register over de afgelopen vijftien jaargangen. Op het auteursregister (1) volgt een overzicht van de in vroeger jaren zo bloeiende rubriek ‘Commentaar’ (2) en van de in het tijdschrift verschenen berichten en mededelingen (3). De boekbesprekingen zijn, zoals te doen gebruikelijk is, nog eens afzonderlijk gegroepeerd. Een opgave van de, niet steeds gehéél met het desbetreffende onderwerp gevulde, bijzondere afleveringen vindt men onder (5). Vanuit het auteursregister (1) wordt doorverwezen naar de afdelingen (2) en (4).
In de vindplaatsaanduiding (uiterst rechts) wordt niet alleen de jaargang maar ook de aflevering aangegeven. Zo betekent 8cd:224-227: jaargang 8, aflevering 3/4, bladzijde 224 t/m 227. Eventuele rectificaties zijn in het auteursregister meteen opgenomen na de verwijzing waar ze op terugslaan.
De eerste twaalf jaargangen van Forum der Letteren werden gedrukt en uitgegeven door A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij te Leiden; de drie volgende door Smits, Drukkerij en Uitgeverij te 's-Gravenhage. Ook dat moet niet vergeten worden.
| |
1. Auteursregister
AL, TITUS |
1974 |
Literatuur als taalkunst: over verschillende soorten literatuurtheorieën |
15d: 169-197 |
|
ALER, JAN |
1960 |
Congres voor esthetica te Athene |
1d: 267-269 |
1963 |
Mythische verbeeldingen in de moderne Duitse vertelkunst |
4a: 22-40 |
1965 |
Dichtwerk en levensloop; aspecten van Goethe's actualiteit |
6c: 111-121 |
|
ANBEEK, TON |
1970 |
De romantypologie van Franz Stanzel |
11cd: 170-181 |
1972 |
De tastbaarheid van de tekens; over de poëzie-analyse van Roman Jakobson |
13c: 148-161 |
|
ANCEAUX, J.C. |
1963 |
Glottochronologie en lexicostatistiek |
4b: 94-102 |
|
BAKKER, D.M. |
1969 |
Transformationele en functionele grammatica |
10d: 203-233 |
|
BASTET, F.L. |
1968 |
De grote camee in Den Haag |
9b: 115-138 |
1968 |
Boekbespreking Scripta archaeologica |
9a: 63-64 |
1968 |
Boekbespreking Schefold, Karl |
9c: 198-202 |
1969 |
Boekbespreking Auberson, Paul |
1Od: 261-262 |
1969 |
Boekbespreking Oliver Jr., Andrew |
10d: 262-263 |
|
BERGH, B. VAN DEN |
1967 |
Veertig jaar na Rilke's dood; een poging tot informatie en oriëntatie |
8a: 37-54 |
| |
| |
BERGH, H. VAN DEN |
1967 |
Het toneel en de professionele lezer |
8b: 118-122 |
|
BERSMA, C.H.B. |
1972 |
Lodewijk en het grote gelijk; een onderzoek naar coördinerende herhaling in Ik heb altijd gelijk |
13a: 50-68 |
|
BLOK, W. |
1966 |
De roman Breekwater van Sybren Polet |
7d: 203-214 |
1960 |
Boekbespreking Drop, W. |
1c: 196-198 |
1969 |
Boekbespreking Brandt Corstius, J.C. |
10a: 59-62 |
|
BIRREL, T.A. |
1962 |
Engelse literaire kritiek op zoek naar een methodologie; opmerkingen omtrent enige recente tendenzen in Engelse en Amerikaanse universiteiten |
3c: 166-176 |
|
BLANKEN, G.H. |
1961 |
Onderzoek en lezer |
2a: 1-10 |
|
BOER, W. DEN |
1960 |
Het parthenon gesloopt |
1d: 258-266 |
1961 |
Op zoek naar de Grieken en hun goden |
2c: 161-170 |
1966 |
Polybius en de geschiedenis |
7a: 41-53 |
|
BOMHOFF, J.G. |
1960 |
De oosterse roman; beschouwingen van een buitenstaander |
1b: 146-155 |
1960 |
Congres van de FILLM te Luik van 28 augustus tot 4 september 1960 |
1d: 270-272 |
1961 |
De ontologische status van het literaire kunstwerk |
2b: 84-93 |
1967 |
Problemen der dramaturgie |
8b: 70-83 |
1967 |
Een weerwoord |
8b: 128-146 |
|
BOS, G.F. & H. ROOSE |
1968 |
Toelichting van de verzorgers van De Groots Nagelaten geschriften |
9c: 195-197 |
|
BOSCH, F.D.K. |
Zie de rubriek Commentaar |
|
BRANDT CORSTIUS, J.C. |
1961 |
Tekst en context van Marsmans De zee |
2b: 126-137 |
1962 |
De poëzie, haar wezen en plaats in de samenleving |
3d: 261-268 |
1968 |
In memoriam Herman Uyttersprot |
9a: 1-3 |
1968 |
Tekst en literatuurgeschiedenis |
9b: 81-95 |
|
BREE, C. VAN |
1971 |
Nieuwe voorbeelden voor Stutterheim; bij wijze van commentaar |
12b: 135-140 |
|
BREEBAART, A.B. |
1963 |
Gedachten bij de ban der geschiedenis |
4a: 57-68 |
| |
| |
BREMER, J.M. |
1970 |
Euripides' Hecuba en Brecht's Mutter Courage |
11a: 50-66 |
1969 |
Boekbespreking Stallmach, Josef |
10d: 258-259 |
|
BRINKE, J.S. TEN |
1970 |
Taalwetenschap en taalonderwijs |
11b: 77-85 |
|
BRINKMAN, H.J. |
1974 |
De ongeloofwaardigheid van tekstgrammatica |
15c: 213-232 |
|
BRUGMAN, J. |
1963 |
Soviet-Russisch imperialisme in Centraal-Azië; kanttekeningen bij een bezoek aan Tashkent, Samarqand en Bukhara |
4c: 165-175 |
|
BÜCH, B.M.I. zie P.A.W. van Zonneveld en B.M.I. Büch |
|
BUCK, A. DE |
1960 |
De Egyptische roman |
1b: 74-84 |
|
BULHOF, F. |
1967 |
De proloog van de Zauberberg |
8cd: 224-227 |
1968 |
Terug tot Else Bohler |
9c: 178-191 |
1970 |
Daniël Robberechts: Aankomen in Avignon |
11cd: 182-202 |
|
BULHOF-RUTGERS, ILSE-NINA |
1966 |
Verdrinken in de tijd; ding en tijd in La Nausée van J.-P. Sartre |
7c: 137-155 |
|
CAENEGEM, R.C. VAN |
1971 |
Het parlementarisme: een europese afwijking? |
12cd: 191-209 |
|
CARON, W.J.H. |
1967 |
Wat is een lijdend voorwerp? |
8a: 1-12 |
|
CHORUS, A. |
1963 |
Hagiografie als levensbeschrijving |
4b: 115-128 |
|
CLAES, PAUL |
1971 |
Claus-reading; een ontleding van Visio Tondalis |
12cd: 228-244 |
|
COHEN, A. |
1965 |
Versprekingen als verklappers van het proces van spreken en verstaan |
6d: 175-186 |
|
COHEN, A.E. |
1960 |
‘In naam van het onrecht’ |
1c: 157-168 |
|
CROON, J.H. |
1965 |
De orphiek |
6a: 17-34 |
| |
| |
DEUGD, C. DE |
1961 |
Verhaal, lezer en literatuurwetenschap |
2a: 11-27 |
1973 |
Sonische poëzie; een poging tot plaatsbepaling en evaluatie |
14a: 1-29 |
|
DIK, S.C. |
1969 |
Oppervlaktestructuur en dieptestructuur |
10a: 19-41 |
1970 |
Kort verslag van de discussie [over ‘Taalwetenschap en taalonderwijs’] |
11b: 99-100 |
|
DITTRICH, Z.R. |
1961 |
Het West-Oost vraagstuk in de Europese geschiedenis |
2b: 94-109 |
|
DONKERSLOOT, N.A. |
1960 |
Het lyrisch ik |
1c: 183-186 |
|
DORSTEN, J.A. VAN |
1968 |
Boekbespreking Forster, Leonard |
9b: 138-140 |
|
DRESDEN, S. |
1960 |
De literaire betekenis van het vreemde |
1a: 3-13 |
1960 |
Romantechniek |
1b: 134-145 |
1964 |
Over het humanisme |
5c: 133-146 |
1965 |
Kunst en leven bij Marcel Proust |
6c: 122-141 |
1966 |
De betekenis van het boek in het humanisme |
7d: 215-237 |
1971 |
Nova nubis species |
12b: 58-73 |
1971 |
Het herkauwen van teksten |
12cd: 142-172 |
1972 |
Rondom Erasmus |
13b: 85-103 |
1969 |
Boekbespreking Actes du IV congrès etc. |
10a: 57-58 |
|
DREWES, G.W.J. |
1960 |
De Arabische roman |
1b: 85-97 |
1970 |
Het godsdienstig toneel in Iran |
11a: 32-49 |
1960 |
Boekbespreking Kramers, J.H. |
1c: 214-215 |
1965 |
Boekbespreking Gerhardt, Mia I. |
6c: 170-174 |
|
DROP, W. |
1968 |
Stijl en structuur; het verhaal van Oom Jan |
9a: 43-55 |
|
DROSSAART LULOFS, H.J. |
1960 |
Aristoteles Arabus |
1c: 169-182 |
|
DROSTE, F.G. |
1968 |
Mens en machine in het vertaalproces |
9c: 152-177 |
|
DRIJKONINGEN, F.F.J. |
1963 |
Stilistiek en het onderzoek der periodestijlen |
4d: 207-214 |
1969 |
De genetische kritiek van Georges Poulet |
10b: 82-94 |
|
DUCHEMIN, JACQUELINE |
1961 |
Boekbespreking Radt, Stefan Lorenz |
2d: 266-267 |
| |
| |
DUYVENDIJK, A.J. VAN |
1961 |
Boekbespreking Woodtli, Otto |
2c: 196-198 |
|
DIJK, T.A. VAN |
1970 |
Informatietheorie en literatuurtheorie |
11c: 203-233 |
1974 |
De noodzaak van (kon-)tekst-grammatika's |
15c: 233-243 |
|
EEKMAN, T. |
1965 |
Boekbespreking Kadic, Ante |
6b: 105-106 |
1965 |
Boekbespreking Wellek, René |
6b: 107-109 |
|
ENG, J. VAN DER |
1964 |
Zirmunsky contra Zirmunsky |
5c: 105-132 |
1965 |
Boekbespreking Trubetzkoy, N.D. |
6d: 245-247 |
|
ERNÉ, B.H. |
1965 |
Boekbespreking Roose, Lode |
6a: 53-58 |
|
EXTRA, G. |
1974 |
Taalkompensatieprogramma's als bijdrage aan het socialisatieproces van het kind ? Een poging tot evaluatie |
15d: 198-223 |
|
EIJGENDAAL, A.W.G. |
1973 |
Boekbespreking Kloepfer, R. & U. Oomen |
14d: 293-306 |
|
FOKKEMA, D.W. |
1969 |
Problemen bij de waardering van niet-westerse literatuur |
10b: 63-81 |
1972 |
Westers toneel in China, China in het westerse toneel |
13d: 140-150 |
1973 |
De evaluatie van niet-westerse literatuur |
14b: 158-162 |
1974 |
Semiotiek en structuralisme in de Sovjetunie |
15b: 138-156 |
|
FOSSEN, J.W. |
1970 |
Taalwetenschap en onderwijs |
11b: 85-88 |
|
GAEFFKE, P. |
1972 |
On the problem of evaluation of non-western literature |
13b: 104-112 |
|
GAN, T.T. |
1972 |
Akrobatiek en de Opera van Peking |
13d: 133-139 |
|
GESCHIERE, L. |
1960 |
Boekbespreking Recueil d'Etudes |
1c: 198-200 |
|
GEURTS, P.A.M. |
1966 |
De historicus betrekkelijk |
7b: 121-133 |
|
GONDA, J. |
1960 |
De Indische roman |
1b: 98-107 |
1963 |
De ‘inspiratie’ der Indische dichters |
4a: 1-21 |
1965 |
Boekbespreking Mikkola, Eino |
6a: 48-50 |
1965 |
Boekbespreking Anthology |
6d: 241-245 |
1966 |
Boekbespreking Mikkola, Eino |
7d: 238-240 |
| |
| |
GRONINGEN, B.A. VAN |
1961 |
Cultuur en woord: woord en cultuur |
2a: 28-36 |
1964 |
Pindarus en de wereld waarin hij leeft |
5b:57-66 |
1966 |
Literaire vormen der Griekse verbeelding |
7d: 191-202 |
1969 |
Keizer Julianus |
10c: 140-153 |
|
GUÉPIN, J.P. |
1972 |
Propp kan niet en waarom [I] |
13c: 129-147 |
1973 |
Idem (II) |
14a: 30-51 |
|
'T HART-VAN DEN MUYZENBERG, H.J. |
1974 |
Tamil, Dravidisch, Indisch |
15a: 40-52 |
|
HOEKSTRA, A. |
1961 |
Boekbespreking Kamerbeek, J.C. |
2a: 57-60 |
|
HOFF STOLK-HUISMAN, A.Z. VAN 'T |
1969 |
Grenzen der vertaling |
10a: 42-46 |
|
HOGENDOORN, W. |
1972 |
Boekbespreking Swerling, Anthony |
13c: 188-192 |
|
HOOYKAAS, C. |
1962 |
Indisch-Indonesische poëzie |
3d: 217-230 |
|
HORMAECHA, G. zie Montens, Frans & Gabriel Hormaecha |
|
HUGENHOLTZ, F.W.N. |
1962 |
Historicus - mythe - publiek |
3a: 1-10 |
1965 |
Adriaan Kluit en het onderwijs in de mediaevistiek |
6c: 142-160 |
1971 |
Froissart: riddereer en gezond verstand |
12b: 74-82 |
|
HUISMAN, J.A. |
1961 |
Boekbespreking Holmberg, Martha Aasdahl |
2a: 63-64 |
|
HUNNINGHER, B. |
1971 |
Shaw en Brecht; wegen en grenzen van socialistisch theater |
12cd: 173-190 |
|
IDEMA, W.L. |
1972 |
Een korte bibliografie van het Chinese toneel |
13d: 73-79 |
1972 |
De opvoering van de Yuan-komedie |
13d: 80-107 |
1972 |
Lan Cai-he, een anonieme Chinese komedie uit de 14e eeuw |
13d: 108-132 |
|
IDEMA, WILT & PIM DE VROOMEN (Eds.) |
1972 |
Vormen van dramatische kunst in China, Korea en Japan (bijzondere aflevering) |
13d: 1-164 |
|
JANSSENS, MARCEL |
1965 |
Retarderende structuurelementen in Max Havelaar |
6d: 187-200 |
1968 |
De stijl in De jazzspeler van Maurice Roelants |
9d: 240-256 |
| |
| |
JONG, J.W. DE |
1964 |
Het ontstaan van het Boeddhisme in India |
5d: 177-190 |
|
JONG, M. DE |
1968 |
De Lettres Portugaises - gezien door Portugese bril |
9d: 225-239 |
|
JONKER, D.R. |
1962 |
Drie T'ang gedichten; ter illustratie van enkele aspecten van de Chinese poezie |
3d: 231-246 |
1970 |
De populaire oorsprong van Chinese literaire genres |
11b: 124-140 |
|
JONKER, N. |
1972 |
Kabuki, het populaire theater in Japan |
13d: 49-72 |
|
JOSSELIN DE JONG, P.E. DE |
1962 |
Anthropologische interpretatie van culturen |
3b: 97-112 |
1973 |
Voltooide symphonie: de Mythologiques van Claude Lévi-Strauss |
14b: 95-120 |
|
KAMERBEEK, J.C. |
1962 |
Problematiek van de vergelijkingen in Homerus' Ilias |
3a: 33-47 |
1962 |
Aspecten van de poezie in Hellas |
3d: 247-260 |
1963 |
Individualiteit bij Euripides |
4d: 191-206 |
1969 |
Archaische Griekse lyriek als uitdrukking van persoonlijk beleven |
10a: 1-18 |
1970 |
Positie der philologie |
11a: 1-6 |
1971 |
Sophocles' Electra |
12b: 83-99 |
1961 |
Boekbespreking Lameere, William |
2c: 194-195 |
1964 |
Boekbespreking Association Guillaume Budé |
5c: 164-165 |
1965 |
Boekbespreking Deugd, C. de |
6b: 96-98 |
1967 |
Boekbespreking Stahl, Hans-Peter |
8a: 65-67 |
Zie voorts de rubriek Commentaar |
|
KAMERBEEK JR, J. |
1960 |
Strijdbaar non-conformisme |
1a: 33-55 |
1963 |
Vijf gedichten van J.C. Bloem |
4c: 176-190 |
1964 |
Geschiedenis en problematiek van het begrip ‘tijdgeest’ |
5d: 191-215 |
1968 |
Het begrip ‘historische overgangsperiode’ kritisch bekeken |
9d: 203-224 |
1964 |
Boekbespreking Meyer, Herman |
5b: 101-102 |
1965 |
Boekbespreking Müller-Vollmer, Kurt |
6b: 100-104 |
|
KIBÉDI VARGA, A. |
1966 |
Poëtica in de hedendaagse Franse poëzie |
7b: 81-92 |
1967 |
Naar aanleiding van Bomhoffs ‘Problemen der dramaturgie’ |
8b: 126-127 |
1970 |
Vertelstructuren van het Franse klassicisme |
11cd: 160-169 |
|
KOHLBRUGGE, D.J. |
1962 |
Problemen rondom de ‘nieuwe dichtkunst’ in Iran |
3d: 269-279 |
| |
| |
KOOIJ, J.G. |
1974 |
De semantische struktuur van Ned. blind |
15c: 186-212 |
1972 |
Boekbespreking Bakker, J.J.M. |
13b: 120-126 |
1973 |
Boekbespreking Dijk, Teun A. van |
14c: 207-215 |
|
KOOIJMAN, SIMON |
1962 |
Arthur van Schendel en de Zuidzee |
3c: 177-194 |
|
KOSTER, W.J.W. |
1960 |
Boekbespreking Lexikon des frühgriechischen etc. |
1c: 201-204 |
1960 |
Boekbespreking Pighi, G.B. |
1c: 207-208 |
|
KRAAK, A. |
1973 |
Negatieve zinnen over negatieve zinnen |
14a: 79-94 |
|
KRAUS, F.R. |
1962 |
De Babylonisch-Assyrische poëzie |
3d: 198-216 |
|
LAER, P.H. VAN |
1969 |
Wat is ‘wetenschap’? |
10c: 127-139 |
|
LAMBRECHTS, PIETER |
1963 |
De Keltische literatuur der vroege middeleeuwen |
4b: 103-114 |
|
LANDHEER, RONALD |
1972 |
Dubbelzinnigheid en taalbeschrijving |
13c: 178-187 |
|
LANKESTER, KO |
1972 |
Bob Dylan; portret van een controversieel zanger-dichter |
13a: 32-49 |
|
LECHNER, J. |
1974 |
Poëzie en engagement in Spanje na 1939 |
15c: 169-185 |
|
LEEMAN, A.D. |
1962 |
Formatieve elementen in de Latijnse litteratuur |
3b: 65-85 |
1961 |
Boekbespreking Fuchs, Harald |
2a: 60 |
1961 |
Boekbespreking Caesaris, C. Iulii |
2c: 195-196 |
|
LEEUWE, H.H.J. DE |
1967 |
Wat is en wat wil de theaterwetenschap ? |
8b: 84-95 |
|
LEVELT, W.J.M. |
1973 |
Recente ontwikkelingen in de taalpsychologie |
14d: 235-254 |
|
LOCHER, G.W. |
1961 |
De anthropoloog Lévi-Strauss en het probleem van de geschiedenis |
2d: 201 -216 |
1962 |
Reactie op Uhlenbecks kanttekeningen |
3a: 54-56 |
1962 |
Aantekening |
3a: 56 |
| |
| |
LOCHER, Th. J.G. |
1964 |
Over historisch relativisme |
5c: 147-163 |
1967 |
De raadselen van de Russische ervolutie |
8cd: 161-174 |
1960 |
Boekbespreking Baudet, Henri |
1d: 281-283 |
1961 |
Rectificatie |
2a:64 |
1962 |
Boekbespreking Burckhardt, Jacob |
3a: 62-64 |
1965 |
Boekbespreking Burckhardt, Jacob |
6c: 168-170 |
1967 |
Boekbespreking Burckhardt, Jacob |
8a: 63-64 |
1970 |
Boekbespreking Burckhardt, Jacob |
11b: 141-144 |
|
LOGGEM, M. VAN |
1967 |
Kunstonderwijs aan de universiteit |
8b: 123-125 |
|
MAATJE, FRANK C. |
1965 |
Literaire-ruimtebenadering; over de lyrische, epische en dramatische ruimte |
6a: 1-16 |
|
MEERTENS, P.J. |
1961 |
Boekbespreking Ghijsen, Ha. C.M. (Red.) |
2a: 61-62 |
1966 |
Boekbespreking Ghijsen, Ha. C.M. (Red.) |
7b: 134-135 |
|
MEIJER, P.W.M. |
1970 |
Eenvoudige vertelstructuren: Propp en Lévi-Strauss |
11cd: 145-159 |
|
MEY, SJAAK DE |
1974 |
Hoe empirisch is Chomsky's linguïstische theorie? |
15a:1-22 |
|
MOL, H. |
1966 |
De klinkerfonemen in het Nederlands |
7c: 156-170 |
|
MONTENS, FRANS & GABRIEL HORMAECHA |
1974 |
Het geluk of de romans van Françoise Sagan (een poging tot literair-sociologiese inhoudsanalyse) |
15b: 100-129 |
|
MOOIJ, J.J.A. |
1963 |
Over de methodologie van het interpreteren van literaire werken |
4c: 143-164 |
1967 |
De rol van het schrift in de poëzie |
8cd: 175-207 |
1968 |
Over klank en betekenis in de poëzie, in het bijzonder m.b.t. Een winter aan zee |
9b: 96-114 |
1973 |
Metafoor en vergelijking in de literatuur |
14b: 121-157 |
1966 |
Boekbespreking Maatje, Frank C. |
7a: 76-79 |
1973 |
Boekbespreking Dijk, T.A. van |
14c: 222-232 |
|
MOOIJMAN, WILLEM |
1974 |
Boekbespreking Nieuwenhuys, Rob |
15b: 163-168 |
|
MOSSEL, R.S. |
1970 |
Taalwetenschap en onderwijs |
11b: 88-94 |
| |
| |
NOOTEBOOM, S.G. |
1969 |
Hardop lezen als een vorm van continu taalgebruik |
10b: 95-106 |
1974 |
Eksperimentele bijdragen aan de fonologie |
15b: 73-99 |
|
NOSKE, F.R. |
1966 |
De roman als bron van muziekhistorische informatie |
7b: 100-120 |
|
NUCHELMANS, GABRIËL |
1967 |
Taaldaden |
8cd: 208-223 |
1973 |
De intensionalistische betekenistheorie van Jerrold J. Katz |
14d: 280-292 |
|
OPSTELTEN, J.C. |
1962 |
Ja, de Grieken waren meer visueel dan auditief van aanleg |
3c: 133-165 |
1960 |
Boekbespreking Eernstman, J.P.H. |
1c: 194-196 |
|
PAARDEKOOPER, P.C. |
1967 |
Rijpma ziet Abraham |
8b: 147-159 |
|
PEPPLINKHUIZEN, L. & J.F.P. DE SMIT |
1973 |
De symbolische implicaties van De redding van Fré Bolderhey |
14d: 255-279 |
Zie voorts J.F.P. de Smit & L. Pepplinkhuizen |
|
PLEKET, H.W. |
1966 |
Boekbespreking Akte des IV internationalen Kongresses |
7a: 71-73 |
1966 |
Boekbespreking Benson, J.L. |
7a: 73-74 |
|
POORTER, E.G. DE |
1972 |
Een korte bibliografie van het Japans etoneel |
13d: 35-37 |
1972 |
De theoretische geschriften van Zeami |
13d: 38-48 |
|
POTT, P.H. |
1963 |
Boekbespreking Stein, R.A. |
4d: 263-264 |
|
PRAAG, J.A. VAN |
1963 |
De meesterlijke interpretatie van een meesterwerk |
4d: 215-227 |
|
PRINS, A.A. |
1969 |
Boekbespreking Klein, E. |
10b: 125-126 |
|
PRINS, R.S., BERNARD TH. TERVOORT & E. WAGENAAR-CORNELISSEN |
|
1972 |
Taalpathologie (deel I); enkele psycholinguïstische opmerkingen over het vak en de beoefening ervan in Nederland |
13b: 69-84 |
1973 |
Idem (deel II) |
14a: 52-78 |
|
PIJLS, P.J.H. |
1966 |
Techniek in Zaide van Mme De la Fayette |
7a: 23-40 |
|
RAMONDT, MARIE |
1961 |
De Christusdans en Strawinsky's cantate-liederen |
2c: 171-186 |
| |
| |
RAVESTEYN, W. VAN |
1964 |
De ‘achtergrond’ van Op hoop van zegen |
5d: 171-176 |
|
RESINK, G.J. |
1965 |
Conradiaanse interraciale vriendschappen |
6a: 35-47 |
1971 |
Axel Conrad en Martin Rimbaud |
12a: 41-46 |
1971 |
J[oseph] C[onrad] en C[laude] D[ebussy] |
12a: 47-52 |
|
REVE, K. VAN HET |
1961 |
‘In die doos zat weer een doos’; de artistieke functie van het kader-procédé |
2a: 49-56 |
|
REIJNDERS, KAREL |
1960 |
Brummell in boekvorm en zijn invloed op de theorie van het dandyisme |
1d: 217-232 |
1962 |
Tweemaal: non in een landschap |
3b: 113-131 |
|
ROGIER, L.J. |
1960 |
Contra-revolutionaire journalistiek omstreeks 1853 |
1d: 233-246 |
1961 |
Rectificatie en aanvulling |
2b: 137 |
1961 |
Boekbespreking Tex, Jan den |
2d: 267-268 |
1962 |
Boekbespreking Zee, Daan van der |
3a: 64 |
1965 |
Boekbespreking Kritisch kwintet |
6b: 96 |
1967 |
Boekbespreking Oerlemans, J.W. |
8cd: 228-229 |
|
ROOSE, H. zie Bos, G.F. & H. Roose |
|
RUTTEN, M. |
1974 |
Retoriek en poëtiek |
15a: 53-71 |
|
RUIJGH, C.J. |
1961 |
Huidige stand van de mycenologie |
2b: 65-83 |
1963 |
Vrouwen en kinderen in Pylos; de interpretatie van de Myceense kleitabletten en haar resultaten |
4d: 228-262 |
|
SCHAERLAEKENS, A. |
1974 |
Een generatief-transformationeel model voor kindertaalverwerving |
15b: 130-137 |
|
SCHALLENBERG, E.W. |
1966 |
Een probleem betreffende Gustav Mahler |
7c: 171-177 |
1968 |
Willem Pijper en romantiek |
9a: 56-63 |
|
SCHAPER, B.W. |
1965 |
Sir Winston Spencer Churchill; 30 Nov. 1874 - 24 Januari 1965 |
6b: 59-65 |
|
SCHENKEVELD, MARGARETHA H. |
1964 |
Boekbespreking Buijnsters, P.J.A.M. |
5c: 168-170 |
|
|