nemende democratisering en socialisering en, op het internationale vlak, voor een dreigend nabij geachte, grote oorlog. De irrationaliteit van Burckhardts overtuigingen vindt bevestiging in duidelijke sporen van antisemitisme, maar gecompliceerd als hij is, gaat dit allerminst met Germanenverheerlijking gepaard.
Interessant is zijn reactie op Engeland, of liever op Londen, waar hij enige weken lang met het notitieboekje in de hand de musea doorloopt om door eigen aanschouwing der kunstwerken zijn kennis levend te houden voor het kunsthistorisch onderwijs, dat hem in deze jaren blijkens de inhoud van zijn brieven nader aan het hart schijnt te liggen dan het historische. Het moderne Londen, metropolis van roet en rook, lijkt geen aanlokkelijk verblijf voor een die de massa en het moderne industrialisme verfoeit, maar het valt wat mee. Zonder er zich echt happy te voelen berust hij in de gedachte dat men verzamelingen als die van de National Galery, het British Museum en het South Kensington Museum alleen kan bezichtigen door voor enige tijd medeburger van 4½ miljoen mensen te worden. Burckhardt doet dit laatste symbolisch door een Engelse bolhoed te kopen (een goedkope, want te Bazel wil hij hem niet dragen). In zijn hotel waarvan leiding en personeel niet-Engels waren, voelt hij zich toch wel op zijn gemak; het is er bovendien niet duur, vertelt de zuinige Zwitser herhaaldelijk. Maar met zijn gebrekkige Engels en mede daardoor zonder die aansluiting aan de bevolking, die hem in de Italiaanse wijnhuizen zo gemakkelijk gelukte, ging de assimilatie toch bijzonder weinig ver. De kunstschatten (ook tot enkele particuliere verzamelingen kreeg hij toegang) zijn echter uniek en de museumdirecties zorgen voortreffelijk. En op Bank holiday wordt Burckhardt vertederd door Engelse kinderen die speelden ‘mitten zwischen Phidias und Poliklet ...Denken Sie einmal: was würde der grosse alte Phidias gesagt haben, wenn man ihn geweissagt hätte: nach 2000 und etlichen Jahren wird ein Gesandter des Staates Thule mit grosser Mühe per fas et nefas von einem scythischen Barbarensultan, der dennzumal über Hellas regieren wird, die Reste deiner Sculpturen erwerben und nach Thule bringen (1811); dann werden Leute derselben Insel, die an und für
sich nicht wissen was sie aus deinen Sculpturen machen sollen, dennoch an einem der 4 einzigen Freien Tage im Jahr mit Kind und Kegel kommen und die Kinder werden poltern und toben und dann wird's wieder stille werden bis zum nächsten Bank Holiday’ - (p. 47).
De nieuwste architectuur wekt gemengde, en dus niet alleen negatieve gevoelens: ‘Dem Backstein gewinnt man das Unglaubliche auf bisweilen ganz geniale Weise ab’ (p. 45). Maar huilen moet Burckhardt over het nieuwste utiliteitsproduct dat het gezicht van Londen bedorven heeft: ‘Man hat nämlich eine hohe, infame, gradlinige Gitterbrücke mitten durch den schönsten Hauptaspect gezogen und eine Haupteisenbahn drauf gelegt und einen grässlichen Damenkoffer (den Kopfbahnhof von