Forum der Letteren. Jaargang 1963
(1963)– [tijdschrift] Forum der Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 165]
| |
Soviet-Russisch imperialisme in centraal-AziëKanttekeningen bij een bezoek aan Tashkent, Samarqand en BukharaWanneer in deze tijd het kolonialisme of imperialismeGa naar eind1. van de Soviet-Unie wordt vermeld, dan denkt de belangstellende lezer daarbij waarschijnlijk in de eerste plaats aan de Europese volken die zich thans nog - naar het zich laat aanzien steviger dan ooit - onder Soviet-Russische heerschappij bevinden, in het bijzonder in de Oost-Europese en Baltische landen. Men dient evenwel niet uit het oog te verliezen, dat de Soviet-Unie in haar Aziatische gebiedsdelen nog een uitgestrekt koloniaal rijk heeft behouden en dat zij hier de koloniale traditie van het Tsarenrijk vrijwel consequent heeft voortgezet. In Centraal-Azië immers leven naar schatting millioenen Turken onder Russische heerschappij, wonend in de Soviet-Republieken Kazakhstan, Kirghizia, Uzbekistan, Tadjikistan en Turkmenistan, waarin het grote gebied, dat Turkestan placht te heten, thans is onderverdeeld. De laatste jaren is dit gebied weer iets beter toegankelijk geworden, al betekent dit niet dat het gemakkelijk is om het te bereizen. In de practijk is het naar het voorkomt alleen nog mogelijk om in Uzbekistan te reizen, het gebied dat trouwens het belangrijkste en volkrijkste is en waar de toeristische bezienswaardigheden zich bevinden. Met name Tashkent, de hoofdstad van Uzbekistan, een stad van 1 millioen inwoners, wordt door de Russen thans als een etalage van hun Aziatische bezittingen, vooral voor het Oosten, beschouwd. Er zijn reeds verscheidene Aziatische congressen georganiseerd en Uzbekistan was ook het doel van een der excursies die na afloop van het Oriëntalisten congres van Moskou in 1960 werden gehouden. Ook de beide andere grote steden van Uzbekistan, Samarqand en Bukhara, die Tashkent in historische betekenis ver overtreffen, kunnen thans weer bezocht worden, al kan men uiteraard niet spreken van een toeristisch verkeer. Het is des te merkwaardiger dat van Afro-Aziatische zijde zo zelden het Russische kolonialisme aan de kaak wordt gesteld, omdat de geschiedenis van de Russische penetratie in Turkestan er een is van ouderwets militair imperialisme. In 1552 werd het Khanaat van Kazan onderworpen en in 1783 werden de Turken uit de Krim verjaagd, maar de Russische verovering van Centraal-Azië vond in de 19e eeuw, de eeuw van het imperialisme, plaats.Ga naar eind2. Het eerst werden de gebieden ten noorden van het Aral-meer en het | |
[pagina 166]
| |
Balkhash meer bezet. De tweede etappe begon in 1852 met een aanval tegen de vesting Aq-mestjid en eindigde in 1884 met de inneming van de stad Merw in het Zuiden. Daarmee waren de drie Khanaten waarin Turkestan in de 19e eeuw hoofdzakelijk uiteen was gevallen, onder Russische heerschappij gebracht. Twee daarvan, die van Bukhara en Khiwa, bleven onder Russische heerschappij voorlopig bestaan; het derde, dat van Khoqand, werd voor het grootste deel ingelijfd en onder direct militair bestuur gebracht. Hiermede hadden de Tsaren hun invloed in Centraal-Azië uitgestrekt tot aan Afghanistan en Perzië. De Russische koloniale politiek in Turkestan streefde, behalve rechtstreeks militaire, in het bijzonder twee doeleinden na, namelijk kolonisering in letterlijke zin, d.w.z. vestiging van kolonisten op grote schaal, én inpassing van Turkestan in de Russische economie. Naar schatting werden tussen 1890 en 1917 in Turkestan 327.000 Kozakken en 1.648.000 Russische boeren gevestigd, voor wie op grote schaal onteigeningen werden doorgevoerd.Ga naar eind3. Een na de oorlog in Duitsland verschenen studie van een Turks nationalist beschuldigt de Russen ervan, dat deze kolonisering ten koste van de Turkse nomaden en boeren heeft plaats gevonden en dat de komst van arme Russische boeren, van wie ruim een derde zonder enig kapitaal naar Turkestan was gekomen, een zware last voor Turkestan betekende, nog afgezien van de gevolgen van de kunstmatige russificering.Ga naar eind4. Op economisch gebied was het Russische streven er op gericht om de katoenproductie uit te breiden en de verbouw van graan te beperken.Ga naar eind5. Hiermede zou Rusland van de noodzaak van invoer van katoen van buiten het rijk worden bevrijd en kon tegelijkertijd de markt gevonden worden voor het overtollige Russische graan. Deze economische politiek had bovendien tot gevolg, dat Turkestan voor zijn voedselvoorziening geheel afhankelijk werd van het noorden, hetgeen voor de Russen na de eerste wereldoorlog, toen zij Turkestan dreigden te verliezen, een onschatbaar voordeel heeft betekend. Tenslotte hebben de Russen getracht door onderwijs en andere maatregelen zoveel mogelijk de Turken te russificeren. Bovendien was de Russische politiek in Turkestan van de aanvang af tegen de Islam gericht, omdat de Russen vreesden dat een krachtige Islam het verzet tegen de vreemde overheersing zou stimuleren. De Mohammedanen van Turkestan verkregen, in tegenstelling bijvoorbeeld tot die van de Krim of van de Wolga-Ural provincies, geen verlof een religieus centrum te stichten.Ga naar eind6. Onmiddellijk na de revoluties van 1917 hebben de Turken van Turkestan getracht om onafhankelijkheid, althans autonomie te verwerven door gebruik te maken van de zwakte van de Russische regeringen na de omwentelingen in het centrum. Het eerste congres van de Mohammedanen van Turkestan, dat reeds in April 1917 in Tashkent plaats | |
[pagina 167]
| |
vond,Ga naar eind7. eiste dan ook territoriale autonomie voor Turkestan. Verschillende oorzaken hebben tot gevolg gehad, dat ondanks deze tijdelijke zwakte van de Russen Turkestan niet verloren is gegaan en dat het thans steviger dan ooit onder Russische heerschappij lijkt te staan. De eerste oorzaak is waarschijnlijk geweest de innerlijke verdeeldheid van de Turken zelf, voornamelijk die tussen liberale en progressieve intellectuelenGa naar eind8. en de meer behoudende Mohammedaanse geestelijke leiders, die onder het volk nog grote invloed hadden. Van de aanvang af bleek dat de reformistische intellectuelen, die het politiek meest bewuste deel van het volk vormden, in conflict waren met de conservatieve ‘ulamâ’, waardoor de Turkse weerstand aan effectiviteit inboette. Voorts was er in Turkestan een grote Russische bevolkingsgroep, die het de Russische regeringen mogelijk maakte aan hun tegenzetten kracht bij te zetten, temeer omdat deze Russen voor het grootste gedeelte in de steden waren geconcentreerd. Verder werd vooral door de Bolshevistische leiders in de verwarde periode na 1917 een politiek superieure leiding gegeven. Zonder de perfide methoden waarmee de Russische communisten hun politiek bedreven goed te praten, moet men wel een zekere bewondering hebben voor de energieke en doelbewuste wijze waarop zij onder hopeloos schijnende omstandigheden het Russisch gezag in het verafgelegen Turkestan hebben weten te handhaven. Tenslotte hebben de Russen op meedogenloze wijze gebruik gemaakt van hun belangrijkste troef, namelijk hun monopoliepositie in de voedselvoorziening van Turkestan, die, zoals gezegd, afhankelijk was geworden van de Russische graantoevoer door eenzijdige concentratie op de verbouw van katoen. Inderdaad begon eind 1917 een hongersnood, die tot 1919 voortduurde en die voor Turkestan een ware catastrophe heeft betekend. Desondanks heeft het nog jaren geduurd voordat de Russische heerschappij weer volledig was gevestigd. In 1918 brak namelijk in Turkestan een nationale opstand uit tegen het Russische gezag, de zogenaamde Basmatshi-beweging,Ga naar eind9. die tot 1928 heeft voortgeduurd. Basmatshi betekent rover en was oorspronkelijk een scheldnaam die de communisten aan de opstandige beweging gaven. In 1920 konden deze nationalistische guerillastrijders ongeveer 16.000 man in het veld brengen, waarvan de meesten te paard. In 1921 koos Enver pasha, de voormalige minister en schoonzoon van de Ottomaanse sultan, die in 1914 belangrijk had bijgedragen aan de oorlogsverklaring van Turkije tegen de geallieerden, hun zijde. Een jaar later werd deze fantastische figuur echter in een gevecht gedood, hetgeen voor de beweging der Turkse onafhankelijkheid een groot verlies betekende. De communisten hebben tenslotte ook deze gevaarlijke guerillabeweging weten te onderdrukken. | |
[pagina 168]
| |
Wanneer men met deze feiten in gedachten de hoofdstad van Uzbekistan, Tashkent bezoekt, dan is men uiteraard niet spoedig onder de indruk van deze ‘etalage’, als hoedanig de Russen deze stad kennelijk beschouwen. Nu is het waar dat Tashkent een veel rianter indruk maakt dan Moskou of zelfs Leningrad, voornamelijk door de 19e eeuwse aanleg van de stad, met brede straten met bomen, stromend water en veel parken, althans in de Russische stad, die op vrij grote afstand van de inheemse is gelegen. Maar de stad is minder monumentaal dan de beschrijvingen hadden doen vermoeden, en ook hier treft men de gevolgen van het communistische systeem aan: de grauwheid van de winkels, de slecht geklede bevolking, en de bijna totale afwezigheid van gezelligheid. Het is ook opvallend dat in de Russische wijk het Oosterse straatleven volkomen ontbreekt. Men ziet er niet alleen zeer weinig nationale klederdrachten, maar over het algemeen ook weinig Uzbeken. Blijkens de aan de bezoekers verstrekte mededelingen bestaat de bevolking van Tashkent voor 60% uit Uzbeken, voor 20% uit Russen,Ga naar eind10. en voor 20% uit andere nationaliteiten, maar van de voorbijgangers in de Russische stad is echter wel 60% Russisch, hetgeen gemakkelijk te zien is, omdat de Uzbeken door hun Mongoolse inslag niet moeilijk te herkennen zijn. Het valt op, hoe weinig het Uzbekisch in opschriften van winkels en gebouwen wordt gebruikt. Deze Turkse taal, volgens de Anatolische Turken een Turks dialect, dat door hen zonder moeite kan worden verstaan, wordt thans met Russisch schrift geschreven. Men krijgt echter de indruk dat het Uzbekisch in het openbare leven van Uzbekistan slechts een ondergeschikte rol speelt. Merkwaardig is, dat ondanks deze dominerende positie van de Russen en het Russisch, er in de inheemse stadswijk veel Russen wonen, die in kennelijk armoedige omstandigheden verkeren. Blijkbaar bestaat er in de Soviet-Republieken van Turkestan een Russisch proletariaat dat, weliswaar volgens oncontroleerbare berichten, het nageslacht zou zijn van politieke ballingen. Met de Islam in Turkestan lijkt het treurig gesteld. De Tsaren waren de Islam reeds weinig goedgunstig gezind, maar het communistisch regime heeft tot het verder verval waarschijnlijk bewust bijgedragen, enerzijds wegens zijn principieel atheïstische instelling en anderzijds omdat de Islam als factor voor verzet tegen de Russische overheersing werd beschouwd. Een wandelaar in Tashkent, waar dan toch blijkens officiële gegevens 600.000 Uzbeken wonen, vindt er niet één geopende moskee! Slechts aan het kantoor van de Mufti van Tashkent,Ga naar eind11. Sheikh Ziyaaddin Baba Khan, in zekere zin het hoofd van de Moslims in dit gebied, is een moskee verbonden die voor godsdienstoefening geopend is. Het kantoor is overigens in een voormalige moskee ingericht, een feit dat elke rechtgeaarde Mohammedaan een gruwel moet zijn, omdat een moskee immers geacht wordt als zodanig in gebruik te blijven. Bij bezoeken ontzien de Russen | |
[pagina 169]
| |
zich niet om een aantal blijkbaar daartoe bijeengedreven oude mannetjes het gebed te laten verrichten in hun bijzijn, en het te denatureren tot een soort vertoning ten bewijze van hun liberale godsdienstpolitiek. De Mufti van Tashkent maakt trouwens de indruk volkomen aan de leiband van de Russische machthebbers te lopen en zal ook wel om deze reden tot deze functie zijn uitverkoren. Wanneer men de Russen vraagt naar het aantal moskeeën in Uzbekistan, dan beweren zij dat er 200 zijn, die uit giften der gelovigen zouden worden onderhouden. Niet alleen wordt hiermee impliciet toegegeven dat de waqfs, de godsdienstige stichtingen waaruit in de meeste Mohammedaanse landen deze instellingen worden onderhouden, zijn genationaliseerd, maar wanneer de wandelaar in Tashkent, een stad van een millioen inwoners, geen enkele geopende moskee kan ontdekken, is het wel duidelijk dat er in de rest van Uzbekistan, zelfs in geheel Turkestan, zeer waarschijnlijk geen 200 zijn. Voorts delen de Russen met enige trots mede, dat er studenten in de godsdienstwetenschappen naar Egypte waren gezonden voor studie, maar dat zijn er blijkens nadere inlichtingen slechts enkelen, nooit meer dan 10, zodat men niet kan zeggen dat er op deze wijze wordt voorzien in de spirituele behoefte van de Uzbeken, een volk van ruim 6 millioen zielen. Een van de twee godsdienstige hogescholen die er blijkens de officiële gegevensGa naar eind12. nog in Uzbekistan over zijn, bevindt zich in Bukhara, een der voormalige centra van de Islamietische beschaving, vooral in de 8ste en 9de eeuw. Dit is de medreseh van Mîr Arab, gevestigd in een moskee. Dit gebouw maakt een zeer vervallen indruk. De lessen worden gegeven in kleine, donkere kamertjes, gelegen om een binnenplaats. Er zijn zeven klassen; blijkens het in het Arabisch gestelde lesrooster wordt er onderwijs gegeven in Arabisch en Arabische grammatica (ṣarf), Arabische conversatie (muhâwara), dogmatiek (‘aqâ’d), Mohammedaans recht (fiqh), Qoran (qirâ'at) en Russisch. Volgens de officiële gegevens zijn er honderd leerlingen, maar het is moeilijk zich voor te stellen hoe deze kunnen worden onderwezen in de zeven kleine kamertjes. De studenten hebben de beschikking over een gebedsruimte, die in vervallen staat verkeert, met een versleten mat op de grond, waar ook de ongelovige bezoeker zijn schoenen niet uit behoeft te doen. Nergens treft de ontluistering van de Islam, die juist in Bukhara zo'n ongeëvenaarde bloei heeft gekend, zozeer als in de zielige resten die in deze medreseh van Mîr Arab nog worden aangetroffen. Ziet het er dus naar uit dat de Russen de anti-Islamietische politiek der TsarenGa naar eind13. onverminderd hebben voortgezet, een bezoeker aan Uzbekistan bemerkt al spoedig dat zij ook consequent te werk zijn gegaan in hun maatregelen tegen het Turks nationalisme. In 1924 werd besloten de Republiek TurkestanGa naar eind14. op te heffen en te verdelen in een aantal afzonderlijke republieken. Na een aantal overgangsmaatregelen | |
[pagina 170]
| |
is Turkestan thans verdeeldGa naar eind15. in 5 zogenaamde volksrepublieken, namelijk Uzbekistan (7.3 millioen inw.), Kazakhstan (8½ millioen inw.), Kirghizia (1.9 millioen inw.), Tadjikistan (1.8 millioen inw.) en Turkmenistan (bijna 1.4 millioen inw.).Ga naar eind16. Hierdoor is de politieke eenheid van Turkestan verbroken, hetgeen uiteraard de overheersing vergemakkelijkt. Het is dan ook opvallend hoe elke toespeling op een groter Turks verband in Turkestan wordt vermeden. Dit geldt ook voor de cultuur. Voor alle dialecten waarin het Turks van Turkestan kan worden verdeeld, zijn afzonderlijke woordenboeken geschreven, en van hogerhand wordt kennelijk de politiek gevolgd, deze dialecten als zelfstandige talen te beschouwen.Ga naar eind17. Het gebruik van de dialecten wordt bevorderd, maar elk contact tussen de cultuurdragers der afzonderlijke republieken belemmerd. Bij de veelheid van congressen die in Tashkent zijn gehouden, is het opvallend dat er bijvoorbeeld geen enkel congres is geweest van schrijvers van Turkestan. Het groter Turkse verband is taboe en differentiatie is voorgeschreven. Zo heeft iedere deelstaat zijn eigen academie. In het Oosters Instituut van Tashkent hield een Uzbekisch geleerde een lange voordracht over de geschiedenis van Uzbekistan, waarin met geen woord werd gerept van de banden met de andere Turkse gebieden. Uitsluitend een lokaal patriotisme wordt getolereerd.Ga naar eind18. Hiernaast wordt er blijkens de literatuur op dit gebied van Russische zijde naar gestreefd om de ‘feodale’ tendenties in de literatuur, waaronder de nationalistische literatuur-uitingen en de verheerlijking van het nationale verleden worden verstaan, te bestrijden. Het contact met de ‘realistische literatuur’ van de hedendaagse Russische schrijvers wordt krachtig gepousseerd. Het schijnt zelfs, dat in de uitgaven van het nationale epos, bijvoorbeeld dat der Kirghiezen van Manas, opzettelijk veranderingen zijn aangebracht,Ga naar eind19. ten einde aanstotelijke passages te elimineren. Het kan misschien als een teken van vooruitgang worden beschouwd, dat tegenwoordig ‘Hamlet’ in het Uzbekisch kan worden opgevoerd - het was een vreemde ervaring om de bekende tekst op de steppen van Centraal-Azië in een Turkse taal te horen klinken - maar daardoor wordt de doelbewuste Russische cultuurpolitiek in Turkestan nog niet goed gemaakt. Zo merkt de aandachtige beschouwer ook spoedig, dat - zoals te verwachten valt - de Russische overheersers een bepaalde interpretatie van de geschiedenis van Turkestan trachten op te leggen. In het historisch museum van Tashkent kan men zien hoe de Arabische veroveraars, die in de 8e eeuw Turkestan veroverden, de samengedreven bevolking als slaven wegvoerden, dit alles in schrille kleuren en vormen afgebeeld op in Soviet-realistische stijl vervaardigde schilderijen, maar over de schittering van de Islamietische beschaving in Bukhara in de 8e en 9e eeuw of in Samarqand in de 15e eeuw wordt niet gerept. De gids bij het bezoek | |
[pagina 171]
| |
aan het befaamde observatorium van Ulughbek, de astronoom-vorst van Samarqand in de 15e eeuw,Ga naar eind20. houdt een lang relaas over de reactionnaire geestelijkheid, die deze ‘progressieve’ figuur tenslotte door een groep ‘religieuze fanatici’ had doen vermoorden, maar laat na te vermelden, dat de Islamietische beschaving juist in dit gebied zo bijzonder heeft gebloeid. Deze bloei beseft men maar al te goed bij een wandeling door Samarqand, langs de talrijke moskeeën en praalgraven, met fraai Perzisch tegelwerk versierd, en waarvan de vermaarde blauwe koepel van het graf van Timur Leng wel het mooiste voorbeeld is. In het Oosters Instituut van Tashkent krijgt de verbaasde bezoeker in een lange voordracht over de geschiedenis van Uzbekistan te horen dat in de loop van de 19e eeuw dit land met Rusland is ‘herenigd’, een verbazingwekkende fictie, die zonder blikken of blozen een wetenschappelijk gevormd gehoor wordt voorgezet. Het is duidelijk waar dit alles op neerkomt: op een historische ideologie, dat de Islam de inwoners van Turkestan niets dan ellende heeft gebracht, hen in de feodaliteit heeft gevangen gehouden, en dat het grote Russische broedervolk de Turken van Turkestan heeft bevrijd en verlicht met de ware beschaving. Op economisch gebied valt het niet te ontkennen dat door de Soviet-Russische heersers veel tot stand is gebracht - hierin hebben ze trouwens veel gemeen met de voormalige westerse koloniale mogendheden. Dit wordt zelfs toegegeven in geschriften van Turkse nationalisten van Turkestan, die in het buitenland vertoeven. Zo hebben zij een 1100 km lang kanaal gegraven tussen de Amu-Darja en de Kaspische zee, waardoor onder andere de mogelijkheden voor verbouw van katoen zeer worden uitgebreid. Van 1920 tot 1951 schijnen in Uzbekistan kanalen tot een gezamenlijke lengte van 120.000 km aangelegd te zijn.Ga naar eind21. Maar tezelfder tijd hebben de communistische machthebbers de politiek van de Tsaren, die gericht was op eenzijdige bevordering van de verbouw van katoen, voortgezet en op deze wijze Turkestan steeds sterker afhankelijk gemaakt van de invoer van Russisch graan. Tevens hebben zij in Turkestan hun systeem van kolchozen en sovchozen opgelegd. Voorts wordt de prijs van de katoen die in Turkestan wordt verbouwd, van het voornaamste uitvoerproduct dus, in feite eenzijdig door de centrale autoriteiten vast gesteld, zodat het hoogst twijfelachtig is of de specialisering op katoen voor Turkestan zelfs een puur economisch voordeel heeft betekend. Op een kolchoze herhaalde de woordvoerder in antwoord op een vraag van een Amerikaanse bezoeker steeds maar weer, dat er tussen afnemers en producenten nooit verschil van mening over de prijs voorkwam! En op deze modelkolchoze kan de welvaart overigens niet bijzonder groot geweest zijn: voor een inwonertal van 2000 bedroeg de eierproductie slechts 60.000 stuks, waarvan een gedeelte nog werd verkocht. Wat het straatbeeld in steden als Tashkent en Samarqand al doet | |
[pagina 172]
| |
vermoeden, wordt bevestigd door de cijfers: namelijk dat de communisten de vestiging van Russische kolonisten met kracht hebben voortgezet. In Kazakhstan zijn thans meer dan de helft van de inwoners Russen, van de 8½ millioen inwoners in 1956 waren er nog maar 4.250.000 Kazakhen. In dit gebied zullen de oorspronkelijke inwoners dus weldra een minderheid in eigen land zijn. In Uzbekistan is thans 13% van de bewoners van Russische of Slavische (Ukraïnische) afkomst en in Kirghizia, een overigens dun bevolkt gebied, 21%. Overal in Turkestan bevinden zich dus thans krachtige Russische minderheden, die uiteraard voor de centrale regering een steun bij de handhaving van haar gezag zijn.Ga naar eind22. Dit brengt ons op het vraagstuk dat al velen heeft bezig gehouden, namelijk hoe valt het te verklaren, dat van alle koloniale mogendheden de Soviet-Unie tot nu toe de minste, en in de laatste jaren vrijwel geen moeilijkheden heeft ondervonden bij de handhaving van haar gezag? Ongetwijfeld is een van de factoren daarbij geweest de aanwezigheid van deze talrijke Russische volksgroep in de koloniën, die vooral een onschatbaar voordeel is geweest in de periode onmiddellijk na de revolutie van 1917. Maar dit is niet de enige verklaring voor de althans uiterlijke stabiliteit van het Russisch gezag in Turkestan. Een belangrijke factor is ook de geographische situatie: in tegenstelling tot de koloniën der West-Europese mogendheden zijn de Russische koloniën over land bereikbaar, een feit dat bij de bedwinging van de opstanden na 1917 van groot belang is gebleken. Van nog grotere betekenis is echter de eigen aard der Russische koloniale politiek, die in de beschouwingen over dit probleem wel eens wordt veronachtzaamd. De Russische politiek is steeds doelbewust gericht geweest op de handhaving van het Russisch gezag, en wel in de meeste gevallen door middel van direct en gecentraliseerd bestuur. Weliswaar zijn de regeringen der deelstaten van Turkestan grotendeels samengesteld uit Turken, en worden bijvoorbeeld buitenlandse bezoekers van enige distinctie ontvangen en onthaald door een Turkse ministerpresident, maar dit mag niemand bedriegen die de ware machtsverhoudingen onderzoekt.Ga naar eind23. Er is immers in werkelijkheid geen sprake van locale autonomie, zelfs niet in de beperkte zin waarin dit vooral in het Engelse koloniale systeem gebruikelijk was. De feitelijke macht berust ook in de deelstaten der Soviet-Unie bij de communistische partij, die door middel van haar locale afdelingen op alle niveaux een doelbewuste, en naar het voorkomt zeer effectieve contrôle uitoefent. De partij nu is in de Soviet-Unie zeer centralistisch georganiseerd en het lijdt geen twijfel, dat ook de deelstaten - die in theorie zelfs uit de Soviet-Unie kunnen treden - door de centrale leiding der partij in Moskou worden geregeerd. | |
[pagina 173]
| |
Maar niet alleen is het Russische gezag doelbewust centralistisch. De communistische machthebbers hebben evenmin - ondanks tijdelijke concessies aan separatistische stromingen, die slechts door de noodzaak waren afgedwongenGa naar eind24. - getwijfeld aan hun recht om in Turkestan hun wil op te leggen. Er is bij hen nooit iets gebleken van innerlijke twijfel aan het eigen gelijk, laat staan van het schuldbewustzijn, dat bij Westerse koloniale mogendheden zo vaak voorkwam, en dat zo vaak heeft geleid tot compromissen met locale zelfstandigheidsbewegingen. Deze doelbewustheid en de afwezigheid van enige twijfel aan het eigen gelijk, die kenmerkend zijn voor de Russische koloniale politiek, zijn ongetwijfeld een bron van kracht geweest. Dit brengt ons tot een ander aspect van de Russische methoden, vooral onder het communistisch bewind. ‘It is easy to be wise after the event’, maar er is nu wel gebleken, dat het streven der West-Europese koloniale mogendheden om de onder bestuur gebrachte volken zoveel mogelijk in hun eigen sfeer te laten, en met name de autochthone culturen, in het bijzonder de locale godsdiensten, te ontzien, een averechtse uitwerking heeft gehad. Tegenover de opdringende Westerse levens- en beschavingsvormen zijn de eigen culturele en gedragspatronen immers over het algemeen nauwelijks levensvatbaar gebleken. Juist nu, op het ogenblik dat de directe westerse invloed vrijwel verdwenen is, wordt de verwestersing krachtiger dan ooit voortgezet. Verwestersing betekent immers vrijwel steeds voor de autochthone bevolking een sociale stijging, een deel hebben aan de machtiger cultuur. Welnu, de communisten hebben in Turkestan geen enkele poging gedaan om met de niet-westerse culturen, met name met de Islam, tot een compromis te komen. Hun concessies aan het locale patriotisme moet men mijns inziens niet tot zulk een compromis bestempelen. Verwestersing in Turkestan is immers niet identiek met russificatie, en wanneer de communisten grenzen stellen aan hun russificatiepolitiek, dan betekent dit nog niet dat zij aan de verwestersing grenzen hebben gesteld. Integendeel, zij hebben overal hun - in onze ogen gedenatureerde - versie van de westerse beschaving met kracht gepousseerd. Het ziet er naar uit dat deze politiek op den duur juister is. Zij heeft immers in vele opzichten de nationalisten in Turkestan de wind uit de zeilen genomen. Het veel gehoorde verwijt dat de koloniale mogendheden de onderworpenen ‘achterlijk’ hebben gehouden, met andere woorden onvoldoende hebben laten deelnemen aan de verworvenheden der (westerse) beschaving, wordt ten aanzien van Rusland weinig of nooit gehoord. De Russen dwongen de ‘inheemsen’ niet als dragers van een onderworpen cultuur tweederangs burgers te blijven, maar boden hun een plaats in het overheersende communistische systeem. Het was misschien een magere toekomst, maar het was in dat opzicht meer dan wat de westelijke mogendheden hun onderdanen in het uitzicht stelden, welke laatsten immers door hun ras of nationali- | |
[pagina 174]
| |
teit hun deelneming aan het heersende systeem beperkt zagen. Waarschijnlijk is dit een van de belangrijkste oorzaken van de betrekkelijke stabiliteit in de Russische koloniën. Daarom kunnen de Russen nu ook Tashkent gebruiken als etalage van hun koloniale bezit ten opzichte van de jonge Aziatische en Afrikaanse staten. Zij kunnen hun bezoekers er bovendien rondleiden in moderne landbouwbedrijven en in fabrieken, waar een rondleiding voor een Europeaan een dodelijke verveling betekent, maar die een Afro-Aziaat met andere ogen beziet. Men moet ook niet vergeten dat de Afro-Aziaat onder westerse beschaving in de eerste plaats haar technische aspecten verstaat, en dat hij voor de in onze ogen zo kostelijke cultuurgoederen van geestelijke vrijheid en tolerantie veel minder waardering heeft. Met het voorgaande is niet bedoeld te beweren dat de Soviet-Russische heerschappij in Turkestan nu voorgoed is gevestigd en dat geen macht ter wereld haar daaruit zal kunnen verdrijven. Het diene slechts als een poging, haar huidige stabiliteit te verklaren. Wanneer door een samenloop van omstandigheden het rechtstreeks militair gezag van de Soviet-Unie zou verdwijnen, bijvoorbeeld door een oorlog, dan zouden de nationale krachten zeer waarschijnlijk weer de overhand krijgen. Maar vooralsnog ziet het er naar uit dat de Russen de situatie nogstevig in de hand hebben en dat van een serieus en effectief verzet tegen de Russische overheersing geen sprake kan zijn. J. Brugman |
|