Jaap Beckmann
De vier pagina's teekeningen, die in dit nummer worden gereproduceerd,
zijn gewijd aan werk van den nog vrijwel onbekenden Nederlandschen teekenaar
Jaap Beckmann (geb. 1914). Door toevallige omstandigheden
viel mij een aantal schetsboeken van Beckmann in handen; en verbaasd als ik was
door de overstelpende originaliteit van zijn fantasie en de zekerheid van zijn
techniek, vroeg ik hem om enkele bladen ter reproductie in Forum. Het kan uiteraard slechts een zeer onvolledige selectie
zijn; ik koos, om het samenvallen van fantasie en talent in dit werk zoo
duidelijk mogelijk in enkele specimina uit te drukken, zoowel de geestige
illustratie bij Gulliver's Reizen (met het collectief
bombardement door de lilliputters op de hulpelooze massiviteit van den mensch)
en enkele teekeningen uit den diensttijd, als de expressief geteekenden
ineengedoken kerel met de handen in de zakken en enkele kleine, sierlijke
‘notities’, waarvan de schetsboeken wemelen. Een bijzonder nadeel voor Beckmann
blijft desondanks, dat de onmogelijkheid van reproductie in kleuren mij de kans
ontneemt eenige van zijn allerbeste teekeningen aan het licht te brengen; hun
nuance wordt zoozeer door de kleur bepaald, dat de herleiding tot een gewoon
cliché het effect sterk zou schaden.
Het werk van Jaap Beckmann heeft niets van de gemakkelijke
commercialiteit, waardoor men met zulk een talent spoorslags carrière maakt;
wat hij aan virtuositeit bezit, zeker niet minder dan Jo Spier, wordt aangevuld
door een voorliefde voor de bijtende satyre à la Grosz. Het is mij daarom een
voorrecht hem in dit tijdschrift gastvrijheid te mogen verleenen en hem met een
enkel, gansch niet als deskundige ‘expertise’ bedoeld woord te mogen
voorstellen.
M.t.B.