‘de eenige manier om in drie weken tijds twintig pond af te
nemen’ den volke in het hoofd worden geheid. Hart en geest dienen niet
gebradeerd.
Wie spreekt daar den naam van Paillasse uit? Of denk ik dat maar bij het
zien van Elseviers kroniek Auteurs voor het voetlicht? Arm
licht, arme voeten, nog armere auteurs. Hoort.
‘Tijdens de Vlaamsche boekenweek heeft Lode
Zielens een lezing gehouden te Oostende. Er was geweldig veel belangstelling,
om half negen zou de lezing beginnen en om zeven uur was de zaal reeds
uitverkocht. Politie te paard (wij spatieeren) moest de
orde handhaven. De teleurgestelden vonden onderdak in een
naburig café (id.), waar de lezing door de microfoon te volgen was.
Gelukkig het volk, dat zoo zijn schrijvers waardeert!’
Ik weet nu niet of Elseviriana te
Oostende-in-Vlaanderen veel lezers telt. Zoo ja, zal Zielens door Barnum niet
gediend worden. Een Oostendenaar is maar ernstig als hij glimlacht en dan koopt
hij nooit boeken. Welnu velen van de aanwezigen op de lezingen, zullen
Elseviriana genieten met een guirlande van glim- en
grimlachjes.
De belangstelling, nu, was meer dan ‘geweldig’; ze was onrustbarend en
allesoverweldigend. Doch uitverkocht was de zaal niet, voor geen enkele van de
zeven ingeschreven sprekers; noch te 7 uur, noch te 8.30. De toegang was
kosteloos, wat niets vermindert aan de goedbedoelde aanwezigheid van 800
Vlamingen voor 400 zitplaatsen. Van een charge te paard, geen spoor. Vraag het
aan de musschen te Oostende... Waar Pegasus wordt bereden is la plus noble
conquête de l'homme voorloopig van geen tel.
Het ‘naburig café’, waar alleen kon gehoord en gezwegen, was zoo
‘naburig’, dat alleen een glazen deur, voor de gelegenheid met ‘Ken uw
schrijvers, lees hun werk’-plakkaten gedrapeerd, de continuïteit afbrak. Een
toeschouwer, die hier ‘onderdak’ gevonden had, verveelde zelfs enkele
gelukkigen, wèl du côté de chez Swann, in casu Lode Zielens, door zijn neus
aquariumgroen te drukken tegen het glazen beschot.
Gelukkig het volk, dat zoo zijn schrijvers waardeert. Even gelukkig de
uitgevers van die schrijvers.
Mogen echter, in het vervolg, wanneer Hollandsche fanfares Vlaamsche
schrijvers een serenade brengen, wat minder valsche grossecaisseslagen
bonken.
K. Jonckheere