Ieder zijn kunstenaar?
Ik geloof niet in de verdeeling der menschen volgens uniformen,
standen, beroepen, programs en wereldbeschouwingen. Er is maar één mensch. Ik
geloof niet dat de karabiniers, de meubelmakers, de vereenigde eigenaars en de
vegetariërs zich door de kunst misdeeld mogen achten, zoolang zij hun eigen
kunstenaar niet hebben. Zoolang zij van den kunstenaar verwachten wat zij met
recht eischen van den secretaris hunner vereeniging of van hun
volksvertegenwoordiger, verdienen zij niet er een te hebben. Zoolang een
kunstenaar zich tot hen richt, met uitsluiting van anderen, verdient hij zijn
naam niet. Indien hij zijn naam verdient, kan noch uniform, noch beroep, noch
stand, noch iets anders, zijn stem onverstaanbaar maken voor om 't even wie, om
't even waar. Men late zich niet beïnvloeden door de advertenties ‘Ieder zijn
eigen huisje’. Ieder zal mettertijd ook zijn eigen filmtoestel en zijn eigen
auto krijgen. De kunstenaar blijft van allen en niemand.
G.W.