Panopticum
In de gribbele-grabbele
Voor de ideeën van onze dictatoren heb ik in het algemeen niet veel
respect; hetgeen voor de hand ligt, omdat het niet op den weg dezer wezens ligt
zich in het theoretische origineel te betoonen; de schepper gaf hun tot taak de
ideeën van anderen zoo te vervalschen, dat zij waarachtig konden zijn voor de
schare. Dit vooropgesteld; er valt dan echter toch nog een zekere technische
eerbied te koesteren voor de vondsten van de altijd bezige breinen der
dictatoren. Het is immers voor een menschelijk organisme onmogelijk om
volkomen zonder bewustzijn te leven; dat voorrecht valt, naar
men zegt, alleen ‘lagere’ organismen ten deel. Het ligt dus voor de hand, dat
menschelijke organismen met een zoo sterke behoefte aan expansie en
beweeglijkheid als dictatoren van tijd tot tijd ook behoefte hebben aan
expansie en beweeglijkheid in het denken. Bij Hitler leidde dat tot
Mein Kampf, het geesteskind van een uiterst expansief en door
gevangenisstraf aan de gebruikelijke armen-, beenen- en
strottenhoofd-beweeglijkheid onttrokken individu. Ook Mussolini heeft, gelijk
men weet, van die strottenhoofd-denkbevliegingen, wier originaliteit nauw
verwant is aan die van den wonderdokter. De man van actie komt, wanneer hij
iets bedenkt, tot zijn eigen verbazing tot de ontdekking, dat originaliteiten
denken volstrekt niet zoo moeilijk is en volstrekt tot niets verplicht, wanneer
men de macht heeft om het bedachte in de Popolo d'Italia te
laten afdrukken.
In dit blad heeft de Duce dezer dagen weer een van zijn groote
denkmomenten aan de publiciteit prijsgegeven. Hij is een voorstander van den
oorlog ‘als de opwekker van de grootste spanning van de menschelijke
wilskracht’ en richt zich daarom in dit artikel tegen den ‘doodenden straal’ en
‘tegen de vervalsching van het karakter van den oorlog als een strijd van de
wezenlijke waarden door techniek en wetenschap’. ‘Men moet nu maar eens zeggen,
dat de mechanische en de chemische oorlog slechts bereiken, dat de ware
heldhaftigheid ter zijde wordt gesteld.’ Men moet dus, volgens den origineel
Mussolini, radicaal ontwapenen, ‘om weer een heerschappij van deze heldhaftige
waarden te weeg te brengen, die het respect en de vrees voor den waarachtig
goede en flinkste verzekert... Pas als de dag zal aanbreken, waarop de strijd
weer gaat tusschen man en man, tusschen volk en volk, zal de strijd ontketend
worden die leven beteekent, de levensstraal.’
Ik had altijd al verondersteld, dat Mussolini's denkactie in het
theoretische het gevolg moet zijn van een slecht verteerde Nietzsche-lectuur;
maar dit document, deze oprisping van originaliteit, mag men wel zeggen,
bevestigt mijn vermoeden op de overtuigendste wijze. De theorie over den
verachtelijken stroodood, die uit het strotten-