Forum. Jaargang 3(1934)– [tijdschrift] Forum– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 543] [p. 543] Dubbel Uitzicht 't Is Februari, maar de lucht wordt zoel. Het raam staat open naar de ruimte en wijd En zijd, zoover het naakte veld zich breidt, Siddert in plant en dier het lustgevoel. Daarginds een heimachine met haar palen Schuin overeind. Een slagersjongen fluit. Naar 't barre zand ijlt aan een troep vooruit Een hond, die zich wil laten achterhalen. De minnaars blaffen om 't gejaagde dier. Vijf kerels wachten tot het zal gebeuren. De lentemorgen waait met lichte geuren Menschen en honden naar een nieuw vertier. Ik wend mij af en meen beschaamd, onzeker, Dat in het klaslokaal de kindren spieden En, vaag vermoedend, in het onkruid wieden Dat wast in 't hart van hun vergrijpenwreker. Waar gaan de driften heftiger? Daarbuiten Of hier op die stompzinnige aangezichten, Die mij herinneren aan andre plichten Dan weg te rennen en mijn lied te fluiten? Maar als 'k nauwkeuriger de horde schouw, Herken 'k opeens de bestiale trekken Waarmee zij eens hun kroost zullen verwekken En ik vergeef hun en bespeur berouw. Want 'k zie de vrucht van evenvele honden Hier, als er hijgend vluchten over 't land: Wissel getroost het beeld ter rechter hand Voor 't spiegelbeeld van deze kindermonden. A. van Roosenburg Vorige Volgende