't Fonteintje. Jaargang 3(1924)– [tijdschrift] Fonteintje, 't– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 162] [p. 162] Karel Leroux: Het leelijke koppel. Een leelijk koppel gaat voorbij, hun innigheid verwondert mij, zoodanig is de mensch gewoon de liefde te zien als een schoonen droom. 't Is een glanzend geluk dat het hart dezer menschen verrukt of een groot verdriet, want de dingen der wereld zien ze niet. Omtrent de teederheid van dit paar met pokkeputten en ros haar, is mijn hart vol angst om te weten wat ze hun schamelheid doet vergeten. [pagina 163] [p. 163] Misschien is het tóch een groote vreugd, de mensch hoeft niet veel: een kind al verheugt; en nog minder: misschien maakt de hoopt op een kind deze twee voor de dingen der wereld blind. De uiterlijke vreugde en 't uiterlijk leed, de afzichtelijke tronie, 't ellendig kleed, het verzwindt al te gaar bij de schoone liefde van dit leelijk paar. [pagina 164] [p. 164] Aan 't Brugman-ziekenhuis. Hier is 't dat Brussel, lijk een moede zee haar slappe golfjes stuwt naar strand en duinen, zijn laatste straten strekt naar de innige vreê der schamele werkmanstuinen. 't Lijkt hier bij dag een dood-verlaten oord - de stad is ver en verder nog de buiten -, 't gerinkel dat men om het half uur hoort is van de tram die rijdt langs perken spruiten. En was 't niet hier en daar het versche rood der baksteengevels van de nieuwe huizen, men vroeg zich af: door welken nood moest hier de mensch verhuizen? 't Is hier zoo stil; 't is hier zoo dicht bij de eeuwigheid, dat wie in 't Brugman-ziekenhuis den dood verbeiden, er kunnen vol gelatenheid van 't leven scheiden. [pagina 165] [p. 165] Eerste lentedag. Over de wereld vloeit de eerste lentedag open als een kindjes-glimmelach; en in den tuin is de bloeiende kerselaar als een witte bruid naast den notelaar. Eenmaal heb ik ook zoo gestaan: argeloos en gansch aangedaan door de schoone wereld en 't goede leven, dat ik mijn hart heb weggegeven. Sindsdien is op die plaats iets weg; telkens ik er de hand op leg is 't of 't geklop wil stille staan en luisteren naar wat is vergaan. Vorige Volgende