Folium Librorum Vitae Deditum. Jaargang 5
(1957)– [tijdschrift] Folium– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Bibliotheca HeinsianaVan de 17e eeuwse boekenveilingen, die in Nederland werden gehouden, was de verkoping van de bibliotheek van Nicolaas Heinsius (1683) stellig de meest opmerkelijke. De veiling stak wat qualiteit en quantiteit van het aangebodene betreft verre uit boven alle tot dusver in Nederland gehouden aucties, en Willems getuigt dan ook terecht: ‘La Bibliothèque de Heinsius contenait la plus riche collection de livres qu'un particulier eût formée jusqu'alors en Europe pour l'étude de l'antiquité classique’Ga naar voetnoot1). Des te betreurenswaardiger mag het heten, dat een behoorlijke studie over deze veiling - voor de tijdgenoten een evenement -nog steeds ontbreekt. Het land, waar de boekenveilingen hun oorsprong vonden, heeft zich trouwens altijd weinig bekommerd om de historie van dit belangrijke onderdeel van de boekhandel. Is het eigenlijk niet beschamend, dat de enige desbetreffende studie, die van FrederiksGa naar voetnoot2), dateert van meer dan 60 jaren geleden? - Het is overigens merkwaardig, dat Frederiks van de Bibliotheca Heinsiana in het geheel niet rept, terwijl hij zich uitsluitend met de 17e eeuwse veilingen bezig houdtGa naar voetnoot3). Nu is het gelukkig niet zo, dat Heinsius' beroemde boekerij aan de aandacht van alle historici zou zijn ontsnapt. We vinden enkele gegevens in de verschillende biographische woordenboeken, o.a. bij van der AaGa naar voetnoot4) en in de te weinig bekende maar nog altijd waardevolle studie van Hofman PeerlkampGa naar voetnoot5). Last not least heeft een kleine 35 jaar geleden degene, die we de Nestor der Nederlandse veilingbezoekers mogen noemen, E.J. van der Linden, een korte bespreking aan de Bibliotheca Heinsiana gewijdGa naar voetnoot6). Van laatstgenoemd artikel heb ik mede voor enkele der hiernavolgende gegevens een dankbaar gebruik kunnen maken: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nicolaas Heinsius, zoon van Daniel Heinsius en Ermgard Rutgers, werd op 29 Juli 1620 te Leiden geboren. Opgevoed door zijn beroemde vader, ontwikkelde hij reeds zeer jong een grote aanleg voor studie, in het bijzonder voor de klassieke talen. Hij was amper 17 jaar oud, toen hij zijn eerste Latijnse gedichten publiceerde en zijn correspondentie met bekende geleerden een aanvang nam. Het grootste deel van zijn leven bracht Heinsius door in diplomatieke dienst, o.a. aan het hof van Christina van Zweden, later als resident te Stockholm. In 1671 trad hij uit de staatsdienst om zich metterwoon te Vianen te vestigen. Hier bracht hij zijn laatste levensjaren, voornamelijk met studie, door. Hij overleed op 7 October 1681 en werd in zijn vader's graf in de Pieterskerk te Leiden bijgezetGa naar voetnoot7). De Bibliotheca Heinsiana, zoals zij in de veilingcatalogus beschreven is, imponeert door haar grootte. Zelfs als men in aanmerking neemt, dat twee generaties aan de opbouw hebben gewerkt, dan nog verbaast men zich over de omvang van de boekerij. Over de omstandigheden, waaronder tot verkoop werd besloten, weten we niets. Nicolaas had twee zoons Daniël (geb. April 1652) en Nicolaas Jr. (waarschijnlijk in 1656 geboren), beiden buitenechtelijke kinderen uit zijn verhouding met Margaretha Wullen. Toen na acht jaar procederen de echtverbintenis, waartegen Nicolaas zich steeds had verzet, eindelijk tot stand kwam (15 Aug. 1665), werden de beide kinderen geëcht en daarmede in rechte erfgenamen. We weten, dat een groot deel van Heinsius' vermogen bij deze processen verloren ging en het is heel goed mogelijk, dat Margaretha Wullen na Nicolaas' dood in weinig rooskleurige omstandigheden achterbleef. Dit zou een der redenen kunnen zijn, waarom tot verkoop werd besloten. Daarbij komt nog, dat in het jaar van de verkoping, 1683, geen der erfgenamen meer grote belangstelling voor de bibliotheek zal hebben gehad. Nog tijdens het leven van zijn vader immers, op 20 Februari 1680, werd Nicolaas Jr. - verdacht van moord op een slagersknecht - door het Hof van Holland verbannen buiten Holland, Zeeland Friesland en Utrecht op straffe des doods, waarbij zijn goederen verbeurd werden verklaard. Hij verbleef toen al buitenslands om na vele omzwervingen eerst in 1695 naar Nederland terug te keren. Nicolaas' oudere broer Daniel (over hem is weinig bekend) schijnt in die jaren raad van Indië te zijn geweest. Uit niets blijkt, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat hij zich tot studie aangetrokken heeft gevoeld, en het valt dan ook niet aan te nemen, dat Daniel op het behoud van de boekerij prijs heeft gesteld. Margaretha Wullen zelf tenslotte was in 1682 tegen de zestig jaar oud (op 30 September 1656 noemde zij zichzelf reeds meer dan 30 jaar oud). Van haar is getuigd, dat haar levenswandel verre van onberispelijk was. Dat zij voor de bibliotheek van haar echtgenoot enige affectie koesterde, is mede gezien de gebeurtenissen die vooraf gingen, derhalve zeer onwaarschijnlijk. Het was onder deze omstandigheden, dat de verkoop van de Bibliotheca Heinsiana, op 15 Maart 1683 een aanvang nam. Met het maken van de catalogus moet de auctionaris, de Leidse boekhandelaar Johannes de Vivié, reeds spoedig na de dood van Nicolaas Heinsius Sr. (7 October 1681) begonnen zijn. Het sorteren en beschrijven toch van de boeken dezer omvangrijke bibliotheek betekende zeker enkele maanden werk, terwijl met het zetten, corrigeren en afdrukken van de catalogus ook weken gemoeid geweest zullen zijn. Nochtans kwam de catalogus reeds in 1682 van de pers, hetgeen een indicatie mag zijn, dat direct na Heinsius' dood tot liquidatie werd besloten. Men schijnt overigens eerst nog een poging te hebben gedaan de bibliotheek in haar geheel aan de Leidse Universiteit te verkopen. Het toenmalige curatorium wenste echter te bezuinigen en wees het aanbod van de handGa naar voetnoot8). De catalogus van de Bibliotheca Heinsiana zelf plaatst ons voor enkele bibliographische problemen: Er bestaan n.1. verschillende uitgaven, die wat het ‘voorwerk’ betreft nogal uiteenlopen. We hebben evenwel een stevig houvast aan het feit, dat de titel en de eventuele rest van het voorwerk in geen der exemplaren in de collatie z ij n opgenomen. De eigenlijke catalogus begint telkenmale op pag. 1 met signatuur A (1). Dit wettigt de veronderstelling, dat het, reeds vóór de druk begonnen werd, in de bedoeling lag van elkaar afwijkende exemplaren samen te stellen, anders was stellig de normale weg gevolgd en had de titel deel van de collatie uitgemaakt. In dit verband moge allereerst worden opgemerkt, dat de catalogus onder auspiciën van niemand minder dan de Elseviers verscheen (de druk is een der vele Annex-Elsevier-uitgaven). De uitgevers gaven er zich kennelijk zeer goed rekenschap van, dat de catalogus van deze belangrijke boekenverzameling een beter lot verdiende dan na afloop | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *1]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 1
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *2]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 2
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *3]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 3
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina *4]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 4
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van de auctie de vergetelheid in te gaan. Men drukte dus één titel voor exemplaren, bestemd voor de veilingbezoekers, terwijl een tweede titel werd gereserveerd voor exemplaren, die ten verkoop werden aangeboden; deze laatste werd naar het schijnt nog eens met kleine wijzigingen herdrukt. De titel van de eigenlijke veilingcatalogus vindt men bij WillemsGa naar voetnoot9). Hij onderscheidt zich van de titel van het door mij geraadpleegde exemplaar, - waarvan hieronder de beschrijving volgt - door de volgende toevoeging: ‘... Cujus bibliothecae publicam faciet auctionem Lugduni Batavorum, Johannes de Vivie, bibliopola, ad diem lunae 15. Martii, anni 1683. Stylo novo et sequentes. Lugd. Batav., apud Johannem de Vive (sic!), 1682.’ (afb. 1). Overigens heeft dit exemplaar (in het bezit van het Antiquariaat Menno Hertzberger) de volgende titel: BIBLIOTHECA / HEINSIANA / SIVE / CATALOGVS / LIBRORUM, / Quos, magno studio, & sumtu, / dum viveret, collegit / VIR ILLVSTRIS / NICOLAUS HEINSIUS, / DAN. FIL. / In duas partes divisus. / (drukkersmerk der Elseviers: Non Solus) / LVGD. BATAV. / Apud IOHANNEM DE VIVIE, / MDCLXXXII. (afb. 2). Het door Van der Linden beschreven exemplaar der Amsterdamse Universiteitsbibliotheek tenslotte heeft de verbetering ‘sumptu’ inplaats van ‘sumtu’, terwijl het eveneens verbeterde adres luidt: ‘Lugduni in Batavis. Apud Joannem de Vivié’. (afb. 3). Uit de correcties mag worden afgeleid, dat deze versie van de titel de jongste is. Wat de rest van het voorwerk betreft: Willems vermeldt na de titel een blad ‘Typographus lectori salutem’ en daarachter een portret van HeinsiusGa naar voetnoot10). (afb. 4). Van der Linden spreekt alleen van een portret, dat bij hem aan de titel voorafgaat. Het exemplaar, dat ik onder ogen kreeg, heeft noch het portret, noch de opdracht aan de lezer. Wat de collatie van de eigenlijke catalogus betreft, stemmen, zoals gezegd, alle exemplaren overeen: Deel I: 12o. 188 bladen. A-P12, Q8 (laatste blad wit). Deel II: 12o. 144 bladen A-M12 (laatste blad wit). In het exemplaar in de U.B. Amsterdam en het exemplaar-Hertzberger zijn de op de veiling bereikte prijzen vermeld. Men kan dan ook aannemen, dat exemplaren met de gerealiseerde prijzen in de handel werden gebracht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij mijn weten is geen exemplaar bekend, waarin ook de namen der kopers genoemd zijn. Toch weten we van het lot van de boeken wel iets af: een niet onaanzienlijk deel van de Bibliotheca Heinsiana bevindt zich thans in de Bodleiana te OxfordGa naar voetnoot11). Voorts vermeldt Siegenbeek in zijn Geschiedenis van de Leidse Universiteit, dat de curatoren van de Leidse Hogeschool weliswaar voor aankoop van het gehele object niet voelden, doch ‘besloten nogtans den catalogus der genoemde boekerij te stellen in handen van de Hoogleraren Spanheim en Jac. Gronovius, teneinde hun die boeken op te geven, welke, naar hun oordeel, boven andere voor de Bibliotheek behoorden aangekocht te worden’Ga naar voetnoot12). Het resultaat was, dat 212 boeken door de Leidse Universiteitsbibliotheek werden aangekocht voor een totaal bedrag van ƒ 631,- en 9 stuivers. Dit betekent een gemiddelde van nog geen drie gulden per boek!!! De catalogus is gesplitst in twee hoofdgroepen: wetenschappelijke en literaire werken. De eerste groep is gescheiden naar de verschillende gebieden van wetenschap; de tweede voornamelijk naar talen. Elk der aldus gevormde groepen is zoals oudtijds gebruikelijk weer onderverdeeld naar de vier formaten: Folio, quarto, octavo en duodecimo. Het schema van de catalogus is dus: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. Pars prior
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Pars posterior
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bij een vergelijking tussen de verschillende groepen valt het onmiddellijk op, dat de Bibliotheca Heinsiana bijzonder rijk was aan theologie, wiskunde, wijsbegeerte en geschiedenis; bovendien - hoe kan het anders - aan klassieke literatuurGa naar voetnoot14). Voorts frappeert het aantal Italiaanse werkenGa naar voetnoot15), waartegenover het aantal Nederlandse ons buitengewoon gering voorkomt. Een uitvoerige analyse van de catalogus kan hier niet gegeven worden. Overziet men het geheel, dan treft het, dat de 17e eeuwse boeken een overweldigende meerderheid vormen; talrijk zijn voorts de werken uit de tweede helft der 16e eeuw. Geringer dan men wellicht zou verwachten zijn de boeken uit de eerste helft van de 16e eeuw, terwijl incunabelen slechts bij uitzondering voorkomen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het zal niemand verbazen, dat de in het Latijn geschreven werken verre in de meerderheid zijn, n.1. ruim 11.000 oftewel circa 85% van het totaal. Stelt men de boeken in het Italiaans op circa 10%, dan blijft er voor de overige moderne talen bij elkaar slechts 5% overGa naar voetnoot16). De opbrengst van de veiling - ƒ 23.833.- was voor die tijd een zeer aanzienlijk bedrag (Willems spreekt zelfs over een ‘somme énorme’). Toch lag het gemiddelde nog beneden de twee gulden per nummer. De folianten - dit geldt voor alle groepen - brachten hogere prijzen op dan de quarto's, terwijl deze op hun beurt doorgaans hoger werden gewaardeerd dan de kleinere formaten. Hieraan zal het feit niet vreemd zijn, dat de gezochte standaardwerken meestal in folio-formaat werden uitgegeven. Enkele der belangrijkste der behaalde prijzen zijn: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Theologie:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geneeskunde:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wiskunde en Wijsbegeerte:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Geschiedenis:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Litteratores:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Poetae:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tempora mutantur...!
B. De Graaf | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
NaschriftOver de bibliographische problemen waarvoor het ‘voorwerk’ van de BIBLIOTHECA HEINSIANA ons stelt nog de volgende opmerkingen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|