Bladerend in een catalogus
Onder dit opschrift verscheen van de hand van de door het inktpotje aangeduide medewerker van De Groene Amsterdammer in haar nummer van 17 November 1951 een opstel, dat eigenlijk over Stevenson gaat, waaruit wij echter de volgende alinea ontlenen, die voor de lezers van Folium bijzonder geschikt lijkt: De schrijver heeft het over een genoegen, dat hij - naar het schijnt - alleen meent te hebben, dat ons inziens echter zeer verbreid moet zijn, het genoegen namelijk
hetwelk bestaat in het lezen van boekenlijsten of catalogussen - een hebbelijkheid, die men vooral niet met verzamelwoede moet verwarren. De beoefenaar van deze tak van vermaak leest namelijk die fondslijsten allerminst om na te gaan of er soms ook iets van zijn gading bij is, al zal hij uiteraard niet nalaten van een fortuinlijke gelegenheid gebruik te maken. Hij snuffelt die ge schriftjes echter niet door met een vastomlijnd doel voor ogen. O neen, wanneer hij begint te lezen, is elke gedachte aan een mogelijke aankoop hem vreemd, ja, zij is hem zelfs antipathiek. Er staan genoeg boeken in zijn kast, vindt hij, te veel zelfs om ze allemaal bij zijn leven nog te kunnen uitlezen... Maar ondertussen zit hij nu toch maar met dat gedrukte of gestencilde pamfletje voor zich, het voorhoofd vol plooien, een potlood in de hand, en bladzijde na bladzijde wordt omgeslagen het forsend oog glijdt snel langs de vet gedrukte auteursnamen voor in de regel, zwenkt soms even zijwaarts, blijft haken op een saillante plaats, spiedt van tijd tot tijd naar de koopprijs aan de uiterste rechterzijde, keert terug, glijdt verder... O, het is een kostelijk tijdverdrijf, een ontspanning, die overigens maar weinig kost, want slechts heel zelden komt men een boek tegen, waarvan men zegt: ja, dát moet ik hebben. Heel de activiteit is dus zonder consequenties; de streepjes, die bij sommige nummers komen te staan, verplichten tot niets.
Zij zijn meestal slechts als uitroep bedoeld. Van verwondering, omdat deze of gene obscuur geachte schrijver toch nog zo hoog genoteerd staat. Van herkenning, omdat een boek, waarvan de titel jaren geleden uit de registers van uw geheugen werd gelicht, ineens weer voor u staat en zich zonder veel omhaal aan u presenteert. Van vreugde, omdat achter een editie, die ge zelf ook bezit, dit ene woordje staat aangetekend; ‘rare’. Van treurige verontwaardiging, omdat de koopprijs van een door u hooggeschat werk doet vermoeden, dat er op niet te veel kopers wordt gerekend...
|
|