Silvia Marijnissen
Letterlijken uit Taiwan
De taligheid van Ye Mimi
Vorig jaar mocht ik van uitgeverij Vleugels een bundel maken met gedichten van de Taiwanese Ye Mimi (die ook filmt). Dat werd een fantastische ervaring die me ook de nodige hoofdbrekens heeft bezorgd, want Ye Mimi vertrekt echt vanuit de mogelijkheden van de Chinese taal: klankherhaling, rijm, ritme, grapjes, ambiguïteit, woordspelletjes, verzonnen woorden, zelfstandige naamwoorden als werkwoord gebruiken, of de vormaspecten van het karakter als uitgangspunt voor een heel gedicht nemen. Haar poëzie heeft het allemaal, maar gelukkig niet allemaal tegelijk in hetzelfde gedicht! Mimi zoekt de grenzen van haar taal op, af en toe wringen de zinnen ook net een beetje, en ze werkt erg intuïtief en associatief. Al zijn sommige gedichten licht verhalend, de verzen zijn springerig en kunnen beelden aaneenrijgen zonder duidelijk verband. Ze gaan over de meest uiteenlopende zaken en lijken vaak een aaneenschakeling van snapshots uit het dagelijks leven, uit tekenfilms, of uit, zoals ze het zelf zegt, bizarre dromen, waarvan een titel als ‘een mot legde haar eitjes in mijn oksel en stierf toen’ (蛾在腋下產卵,然後死去) een goed voorbeeld is, want hoe vaak lees je over een mot in een oksel, laat staan in een gedicht? De titel van de bundel, Ik wist niet dat jij niet wist dat ik niet wist (我不知道你不知道我不知道, naar het titelgedicht) geeft al een indicatie van haar humoristische insteek.
Het was een hele uitdaging om te proberen dat alles in het Nederlands over te brengen, juist ook bij de gedichten die uitgaan van de typische karakteristieken van het Chinees. Soms moest ik het origineel daarvoor helemaal loslaten. Het gedicht ‘Kunst met een grote K’ bijvoorbeeld heeft in het Chinees een heel andere titel: 蟻鼠移樹姨叔遺書醫術已輸藝術. Zou je die karakter voor karakter vertalen, dan krijg je iets als: mier en muis verplaatsen bomen tante en oom testament geneeskunst al verliezen (van) kunst; ofwel, het woord voor kunst met zes homoniemen ervoor, waarvan alleen de tonen van de uitspraak verschillen. In transcriptie is dat: yǐshǔ yíshù yíshú yíshū yīshù yǐshū yìshù. Daarna volgt de aanbeveling om de titel vijfmaal snel achter elkaar te fluisteren.
Een tongbreker dus en die hebben we in het Nederlands ook wel, bijvoorbeeld ‘als achter vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen vliegen achterna’, of die van de knappe kapper. Maar een tongbreker over kunst kon ik niet vinden en niet verzinnen, want ons ‘kunst’ is best een lastig woord, het rijmt zelfs maar met vier woorden (dunst, gunst, vunst, klunst), en variaties door letters weg te laten, de n, s of t of een combinatie daarvan, leverden ook al niet veel op. Andere woorden opschrijven die met ‘ku’ beginnen? Ach, nee. Een heel andere tongtwister verzinnen? Of het gedicht dan toch maar classificeren als onvertaalbaar en weglaten? Maar ik wilde dit specifieke voorbeeld graag behouden omdat de schrijfster zich hierin vrij expliciet uitlaat over haar kunstopvatting. Dus besloot ik het over een andere boeg te gooien: het gedicht spot met de aloude houding om kunst als iets heiligs te zien alleen omdat het Kunst is, en de herhaling van yishu kun je interpreteren als een manier om het woord te ontkrachten. En daarmee was in het