Erik Coenen doceert sinds 2008 literatuurwetenschap aan de Universidad Complutense in Madrid. Zijn specialisatie als vertaler is het verstoneel van de Spaanse Gouden Eeuw (Het leven is droom, Liefde na de dood, Geheime wraak voor een geheime krenking, alle van Calderón), maar hij vertaalde ook een bundel met werk van dichters uit dezelfde periode (Polyphemus en Galatea en andere gedichten uit de Spaanse Gouden Eeuw, Papieren Tijger) en een bloemlezing met gedichten van Jorge Luis Borges (De onzichtbare roos, Aalders & Co.).
Kiki Coumans studeerde Nederlandse en Franse letterkunde in Amsterdam en Parijs en vertaalt Franse literatuur. Ze vertaalde proza van onder anderen Christian Oster en Daniel Pennac, en poëzie van onder meer Yves Bonnefoy en Nathalie Quintane. Momenteel werkt ze aan een Privé Domeinuitgave van Colette en verhalen van Boris Vian. Daarnaast is ze redacteur van poëzietijdschrift Awater.
Mara van Duijn (1985) studeerde Duitse Taal en Cultuur aan de UvA en voltooide daarna de master Vertalen Duits-Nederlands aan de Universiteit Utrecht. Ze is sinds begin 2015 werkzaam als freelance vertaler.
Audrey Heijns doet onderzoek naar Henri Borels vertalingen en werk over China. Ze vertaalt modern proza en is redacteur van VerreTaal, de online database van Chinese literatuur in Nederlandse vertaling.
Patricia Moerland rondde in 2014 de master Vertalen af aan de Universiteit Utrecht en is sindsdien werkzaam als vertaler. In 2014 ontving ze een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds.
Katja Petrowskaja (1970) werd geboren in Kiev en studeerde literatuurwetenschap in Estland en Moskou. Sinds 1999 woont en werkt ze in Berlijn. In haar debuut Vielleicht Esther beschrijft ze de zoektocht naar de geschiedenis van haar familie die aan het begin van de twintigste eeuw onder de verschrikkingen van het stalinistische en het nazistische bewind leefde. Het boek werd in twintig talen vertaald en met meerdere prijzen bekroond.
Barber van de Pol, schrijfster, vertaalster en sinds 2013 columniste van Filter.
George Steiner (1929) is vergelijkend literatuurwetenschapper en filosoof. Hij was onder meer verbonden aan de universiteiten van Genève en Cambridge. Zijn invloedrijke werk After Babel geldt als een van de klassieke teksten uit de meer filosofisch en hermeneutisch gerichte traditie van het vertaaltheoretische discours.
[pagina 64]
[p. 64]
Lisa Thunnissen voltooide de research master Latin American Studies in Leiden en de master Literair Vertalen i.o. in Utrecht. In 2011 ontving ze een Talentbeurs Literair Vertalen van het Nederlands Letterenfonds. Ze werkte als vertaler mee aan The Chronicles, onderdeel van het Crossing Border-festival, en publiceerde vertalingen in literair tijdschrift Terras: een fragment uit een roman van Eduardo Halfon (in 2013) en gedichten van Raúl Zurita (in 2014). Op dit moment werkt ze aan een vertaling van een roman van Halfon.
Jeroen Vandaele is hoogleraar Spaans aan de Universiteit van Oslo, Noorwegen. Hij schrijft over vertaling in verband met ideologie, humor, ironie en narratologie. In 2015 verscheen zijn boek Estados de Gracia. Billy Wilder y la censura franquista (Leiden: Brill). Zijn artikel ‘What Is an Author, Indeed. Michel Foucault in Translation’ is in druk (Perspectives, 2016).
Juan Villoro is schrijver, journalist en vertaler. In Spanje en Latijns-Amerika brak hij door met zijn roman El testigo (2004), waarvoor hij werd bekroond met de Premio Herralde; dit jaar verscheen een van zijn verhalenbundels in het Engels (The Guilty). Hij is vooral ook bekend vanwege de columns die hij voor verschillende Mexicaanse kranten schrijft. Villoro vertaalde vooral schrijvers uit Oostenrijk: werk van onder anderen Arthur Schnitzler, Heiner Müller, Alexander Lernet-Holenia en Gregor von Rezzori.