Jabik Veenbaas
I'm sorry for your loss
Ze zijn ontegenzeggelijk fijnzinnig, de verhalen uit de bundel England and Other Stories van Graham Swift. Neem nu het titelverhaal, ‘England’, waarin een kustwacht een man tegenkomt die met zijn auto vastzit in een greppel naast de weg. De man is donker getint en gedraagt zich merkwaardig. Hij praat bijvoorbeeld voortdurend met verschillende stemmetjes. Hij brengt de kustwacht dan ook flink in verwarring. Is hij gestoord? Moet de kustwacht bang voor hem zijn? Later valt een en ander op zijn plaats en blijkt de man ‘comedian’ te zijn. Hij is op weg naar Ilfracombe omdat hij daar die avond moet optreden. Het verhaal heet natuurlijk niet voor niets ‘England’.
Swift speelt in het verhaal duchtig met de identiteit van de Engelsman. Wie is de echte Engelsman? Wie heeft het voor het zeggen?
Aanvankelijk denkt de kustwacht even dat de man in shocktoestand verkeert en daardoor zo vreemd doet. En hij overweegt even om iets kalmerends te zeggen: ‘He wanted to say a simple “Calm Down”. He wanted to exert a restorative authority.’ Maar hij beseft onmiddellijk dat hij helemaal niet over die ‘authority’ beschikt: ‘But he felt that this man, stranded in what seemed to be, for him, the middle of nowhere and talking weirdly, somehow had the authority.’
Vertaler Paul van der Lecq maakt hier het volgende van:
Hij wilde eigenlijk zeggen:‘Rustig maar.’Hij wilde een bemoedigend gezag uitstralen. Maar het voelde alsof deze man met zijn rare manier van spreken, die nu vastzat in wat op hem de indruk moest maken van een onherbergzame uithoek, op een of andere manier zelf het gezag had.
Daar valt, dunkt me, weinig op aan te merken. Het Nederlands leest hier voor het grootste deel uitstekend. Zo wordt het altijd lastige ‘simple’ (of ‘simply’) hier behendig en overtuigend omspeeld met ‘eigenlijk’. Ook ‘bemoedigend gezag’ lijkt me fraai gekozen voor ‘restorative authority’. ‘Geruststellend’ was hier misschien ook mogelijk geweest, als even waardevolle optie voor het bijvoeglijk naamwoord. En de toevoeging van het woordje ‘zelf’ aan het eind van de zin zie ik als een handige verduidelijking.
Het enige wat me hier in het Nederlands iets minder bevalt is de zinsnede ‘in wat op hem de indruk moest maken van een onherbergzame uithoek’. Ten eerste plaatst de auteur de woorden ‘for him’ nadrukkelijk tussen komma's. Ik denk dat hij dat niet voor niets doet. Het draait in dit verhaal, zoals gezegd, om het spel met de Engelse identiteit, met wat Engeland nou eigenlijk is. En er wordt op alle mogelijke manieren toegewerkt naar een slotconclusie waarin alle zekerheden op dat punt zijn weggeslagen. Ik citeer de laatste twee zinnen: ‘He knew what he knew about this land to which his back was largely turned, this strange expanse beyond Exmoor, but it was precious little really. He really knew, he thought, as he brought his car to a halt again, nothing about it all.’
De slotzin is niet alleen de slotzin van het ver-