Filter. Tijdschrift over Vertalen. Jaargang 22
(2015)– [tijdschrift] Filter. Tijdschrift over Vertalen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Margie Franzen
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
aanvechten dat een auteur-in-vertaling als enige auteur kan worden bestudeerd (cf. Venuti) of met de theorie van Barthes over de ‘dood van de auteur’. Barthes legt de grootste macht bij de lezer: de betekenis wordt toegekend door de lezer, niet door de auteur, waardoor er ook niet gesproken kan worden van één ultieme interpretatie van een tekst. Het frappante feit dat Portnoys vertaler ook haar echtgenoot was garandeert absoluut niet dat hij op een meer empathische wijze is omgegaan met de intenties van de auteur (zie Venuti 1995: 286) en zou er, ironisch genoeg, zelfs toe kunnen hebben geleid dat Portnoy vervreemd raakte van het vertaalde eindproduct, indien zij omwille van haar persoonlijke relatie met Kousbroek concessies aan hem heeft gedaan op professioneel vlak. De verhouding en dialoog tussen auteur en lezers via vertaling is het meest onderbelichte (en tegelijkertijd het meest complexe) aspect van Portnoys werk. De veelvuldige verwijzingen naar anderen - beroemde mannen als Barthes en Kousbroek - fungeren tegelijkertijd als legitimering én marginalisering van Portnoy als auteur (zie Spoor 1984). Barthes heeft Portnoy weliswaar aangemoedigd om in de eerste persoon te schrijven, maar in zijn eigen werk uit die tijd is hij juist bezig om de autoriteit van de auteur over een tekst te ontkrachten. En Kousbroek, toen al een schrijver van naam, maakte haar werk beschikbaar voor het Nederlandse publiek zonder het vertaalproces zichtbaar te maken (in literaire kritieken wordt met geen woord over vertaling gerept, zelfs niet als het enkel als indirecte weergave van het origineel functioneert [second-order representation]; Venuti 1995: 2). Door verschillende bronnen van en over deze auteur samen te brengen wordt met dit artikel voor het eerst een poging gedaan om iets te ontsluieren van de complexiteit en de ‘gemengde gevoelens’ rond Portnoys unieke positie tussen de vrouwelijke auteurs in het Nederlands taalgebied. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Barthes en Portnoy als Nederlandse schrijfster: n'existe pas?Tussen alle losse papieren, manuscripten en persoonlijke documenten in het dossier van Portnoy in het archief van het Letterkundig Museum zit ook een verhaal van een paar pagina's met de titel ‘How does an American Become a Dutch Author’, waarin de schrijfster haar motieven achter het schrijven voor een Nederlands publiek blootlegt: ... Ik schreef in die tijd zelf korte verhalen - mijn gezin werd steeds groter en ik had een full-time baan bij een kleine partnerinstelling van unesco, dus voor veel meer had ik geen tijd. Uiteindelijk vroeg een redacteur bij een Nederlands literair tijdschrift of ik iets wilde insturen. Het verhaal dat ik hem stuurde ging over de strijd die ik moest leveren met het personeel van het Amerikaanse ziekenhuis in Parijs om mijn zoon borstvoeding te mogen geven. Toen het in Nederland uitkwam zorgde het voor behoorlijk wat opschudding - niet alleen door het ongebruikelijke onderwerp, maar ook omdat in die tijd in Nederland maar weinig vrouwen schreven. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
redelijk. Aan de andere kant hebben Nederlandse schrijvers wel de neiging om prekerig te worden, ze gaan gauw over dingen piekeren, zijn vaak somber en kunnen behoorlijke binnenvetters zijn. Ze moeten zich aangesproken hebben gevoeld door een uitheems element in mijn werk: mijn gevoel voor humor. Mijn schoonmoeder, die las wat ik schreef, verweet me altijd dat ik niet damesachtiger en keuriger schreef, maar ik denk dat de directheid juist in mijn voordeel werkte.Ga naar eindnoot3 In recensies werd gesteld dat Portnoys debuut ‘Melk’ het begin was van een nieuw genre in de Nederlandse literatuur. Barthes was niet alleen door zijn advies om in de eerste persoon te schrijven belangrijk voor de positie van Portnoy als auteur-in-vertaling én wegbereidster van het autobiografische genre. De ontstaansgeschiedenis van ‘Melk’, het proces waarin eerst een persoonlijke brief tot een verhaal werd omgewerkt dat vervolgens in een andere taal werd geherformuleerd, doet denken aan de theorie van Barthes dat betekenis niet exclusief aan de intenties van de auteur toegeschreven kan worden, maar vooral door de lezer wordt ingegeven. ‘Melk’ begon als een brief die Portnoy in 1967 aan W.F. Hermans schreef vanuit het Amerikaanse ziekenhuis in Parijs - ook in zijn oorspronkelijke vorm behoorde het verhaal daardoor niet tot een ‘statisch’ autobiografisch genre (zie Duff 2000: 32). Portnoy werkte deze tekst om tot een kort verhaal nadat Hermans haar desgevraagd een kopie van de originele brief had teruggestuurd (Hermans et al. 2009: 222). Ze herlas haar brief en besloot hem opnieuw te duiden en er een essay van te maken. ‘Melk’ is in die zin een perfecte illustratie van wat Barthes in zijn artikel ‘De dood van de auteur’ aangeeft: dat lezen ‘de echte locus van schrijven’ is, oftewel dat de schrijver de lezer nodig heeft om een tekst betekenis te geven, zelfs binnen een taal. Portnoy nam hierin de rol aan van wat Barthes de ‘bemiddelaar’ (mediator) van de tekst noemt. Een aantal fragmenten uit de originele brief luidt: In tegenstelling tot wat veel mensen denken is het leven in het ziekenhuis, evenals op het platteland, hectisch. En in zo'n fascinerende miniatuursamenleving kom je hier binnen. De meeste medewerkers zijn Frans en de meeste patiënten Amerikaans, zoals de naam van de instelling al doet vermoeden, en op deze afdeling liggen we met alleen maar vrouwen. Het doet nog het meeste denken aan een roman van Henry Green, waarin de bedienden de dienst uitmaken en de aristocraten alleen maar toekijken. En net als in de romans van Henry Green hoor je de meest absurde dingen... | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
me zouden geven wat ik wilde, een apparaat om mijn melk af te kolven, zodat die zou blijven vloeien terwijl mijn treurige tepels konden herstellen en ik naar huis kon om in een rustiger omgeving opnieuw te beginnen? Want het zal je niet verbazen dat ik ondertussen koorts had gekregen van pure woede en wanhoop! Ik was me ervan bewust dat ik door mijn eigen vreemde dwangneuroses nog extra koppig werd (Rudy zei dat ze hem hadden verteld dat nieuwe moeders vaak een beetje in de war zijn, en ik moest vechten tegen het idee dat ik de hele tijd gewoon een beetje in de war ben geweest) en was me tegelijkertijd bewust van een vreemd soort onderstroom met de onuitgesproken wens dat ik het gewoon zou opgeven en het voeden aan de kraamzusters zou overlaten - de hebberige trutten! O, ik heb al mijn sluwheid in de strijd moeten gooien! Uiteindelijk heb ik het voor elkaar gekregen dat ik de machine zo veel mag gebruiken als ik wil en de baby bij hen kan laten tot ik weer naar huis ga. Hij krijgt wat ik hem geef par machine interposée. Nadat Portnoy een eerste Engelse versie had geschreven werd het verhaal door Kousbroek vertaald en in oktober 1967 gepubliceerd in Hollands Maandblad onder de titel ‘Melk’. Hollands Maandblad kent, naast proza en poëzie, een aparte rubriek voor vertalingen, maar de verhalen van Portnoy zijn gerubriceerd onder ‘proza’, onder hun Nederlandse titel. Kousbroek wordt niet als vertaler genoemd. Ook critici stelden exclusief Portnoy voor als auteur van ‘Melk’: Wie niet eerder met het werk van Ethel Portnoy heeft kennis gemaakt, zal wellicht denken dat de feministische bewustwording van de laatste jaren haar gebracht heeft tot het schrijven over zulke onderwerpen als borstvoeding. Fout. Het verhaal stond al op papier in 1965, vlak na de geboorte van de zoon. Ze schreef toen, geladen als ze was, vanuit het ziekenhuis een brief aan W.F. Hermans. Later vroeg ze de brief terug en schreef op basis daarvan het verhaal ‘Melk’, dat gepubliceerd werd in haar eerste bundel verhalen, in 1971. ‘Melk’ is van al haar verhalen het sterkste voorbeeld van schrijven uit vrouwelijke ervaring en vrouwelijke emotie. Toen het voor het eerst gepubliceerd werd, in het Hollands Maandblad, werd het als opzienbarend beschouwd. (Jungschleger 1979) Barthes weigert om een ‘ultieme betekenis’ aan een tekst toe te kennen. Zodoende blijft niet iede- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
re interpretatie die de tekst toelaat automatisch gehandhaafd in vertaling (zie ook Eco & McEwen 2001 en Venuti 1995). Kennelijk dacht Portnoy dat vooral haar humor, schaamteloosheid en exotisme de Nederlandse lezer tot haar werk aantrokken, niet haar ‘vrouwelijke ervaring en emotie’, zoals de kritiek hierboven stelt. Om het contrast tussen wat Portnoy constateert en wat de criticus aangeeft te duiden leg ik enkele concrete voorbeelden uit de Engelse en Nederlandse versies van het verhaal naast elkaar. De Engelse tekst werd gepubliceerd in de Holland Herald, het blad dat de klm aan boord aanbiedt. De Nederlandse komt uit de bundel Steen en been. Ik leg me in dit artikel toe op een toetsing van het verschil in leeservaring tussen de Engelse en Nederlandse tekst en geef een aanzet tot verder onderzoek naar de invloed die de vertalingen van Portnoys werk hebben gehad op haar receptie in Nederland. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kousbroek en Portnoys debuut: een vertaald ‘ik’Borstvoeding geven in het ziekenhuis was een vorm van rebellie en het personeel probeerde dit dan ook met regels en beperkt contact tussen moeder en kind de kop in te drukken. Kousbroek, die destijds als bemiddelaar optrad tussen de verordeningen van het ziekenhuis en de wensen van zijn vrouw, moest opnieuw in de rol van bemiddelaar stappen toen hij de tekst ging vertalen, zo blijkt uit een artikel dat vlak na Portnoys dood in NRC Handelsblad verscheen: Portnoy schreef in het Engels en liet haar werk door anderen - onder wie aanvankelijk ook Rudy Kousbroek van wie ze later zou scheiden - in het Nederlands vertalen. Dat maakte haar positie in de Nederlandse literatuur nogal onduidelijk: was ze nu eigenlijk een Nederlandse of een Amerikaanse schrijfster? Zelf beschouwde ze zich als een Nederlandse schrijfster: hier had ze haar kleine, maar vaste publiek. In een interview zei ze: ‘In de Nederlandse literatuur neem ik een marginale positie in, dat ervaar ik zelf ook zo. Maar het is in zekere zin mijn trots. Het zijn altijd de marginalen die de meest interessanten zijn...’ (Abrahams 2004) Dat Portnoy toegeeft dat ze heel tevreden is met haar onduidelijke en marginale ‘niche’ binnen de Nederlandstalige literatuur weerspiegelt haar fascinatie voor intermenselijke verhoudingen. Doordat wij weten hoezeer Portnoy zich in het ziekenhuis verraden voelde door haar echtgenoot en dat zij uiteindelijk zouden scheiden, kunnen we ons terecht afvragen wat haar ‘vaste publiek’ in het Nederlandse verhaal daadwerkelijk te lezen kreeg. Door kritisch te kijken naar de verschuivingen die tijdens het vertaalproces zijn gemaakt komt ook een ander aspect van haar marginale positie als auteur-in-vertaling aan het licht, namelijk de bron waaruit zij de creativiteit voor haar verhalen putte, zoals duidelijk wordt uit een interview met Portnoy uit de Volkskrant: Hoewel ze als intellectuele en als echtgenote van Rudy Kousbroek goede kansen gehad heeft om zich te ontplooien komt haar behoefte aan solidariteit met feministische initiatieven ook voort uit eigen, pijnlijke ervaringen. Enkele daarvan zijn opgetekend in ballons die uit haar mond komen op de grote foto's aan wanden en deuren van de tentoonstellingsruimte van Amazone. Deze bijvoorbeeld: ‘Zeg eens eerlijk, zeiden ze op de receptie, die columns van jou, die schrijft je man toch hè?’ Dat was dus niet zo. Haar man vertaalde ze alleen. (Jungschleger) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Maar een vertaling is zelden ‘alleen maar’ een vertaling. De macht van de vertaler moet niet worden onderschat. Een vertaling functioneert voor lezers die om welke reden dan ook geen toegang hebben tot de brontekst immers als een origineel. De vertaler bepaalt welke aspecten van de tekst hij naar het doelpubliek toe haalt en wat hij exotiseert. In de Nederlandse vertaling van ‘Milk’ wordt bijvoorbeeld hier en daar een ‘exotisch tintje’ aangebracht door Engelse en Franse woorden of uitspraken te gebruiken. Ook heeft Kousbroek de verwijzing naar Henry Green, een auteur die weinig Nederlandse lezers zullen kennen, laten staan. Verder zijn er duidelijke verschuivingen merkbaar in Portnoys toon en haar betrokkenheid in de situatie en worden beschrijvingen geobjectiveerd. In het eerder geciteerde fragment uit ‘How does an American Become a Dutch Author’ werd duidelijk dat Portnoy trots was op haar gebrek aan ‘damesachtigheid’ en keurigheid in haar eigen schrijfstijl. Ze geloofde dat juist haar ‘directheid’ de Nederlandse lezer zo in haar werk aansprak. De vertaling is echter beduidend minder direct dan het Engels. In de volgende twee voorbeelden beschrijft ze haar pasgeboren baby; het valt meteen op dat het directe, spreektalige karakter van de Engelse tekst, erg toepasselijk voor een persoonlijke brief, in het Nederlands door een formeler, ‘keuriger’ zinsbouw is vervangen: (1a) What kind of future would await such a misfit? (1b) Wat kan een dergelijke stakker nu voor een toekomst hebben? dacht ik. (2a) I lay alone in the room, dismayed at what I had brought forth, yet relieved that it was over. (2b) Ik lag alleen in de kamer, en woog mijn verslagenheid af tegen de opluchting dat de bevalling achter de rug was. In voorbeeld 1 maakt het achtervoegsel ‘dacht ik’ een indirecte vraag van het directere origineel. In zin 2 heeft de vertaler ervoor gekozen om de soepele, door komma's verbonden gedachtegang te vervangen door een complexere bijzinconstructie. De zinsbouw heeft een wezenlijke invloed op de manier waarop een lezer een tekst ervaart - of deze wordt geïnterpreteerd als de gedachten van de verteller of als een gereproduceerd verhaal. In ‘Melk’ beïnvloeden syntactische vertaalkeuzes ook de mate waarin het verhaal nog aansluit bij de oorspronkelijke persoonlijke aard van de tekst, of die met andere woorden nog wel strookt met de overpeinzingen die een vrouw in het ziekenhuis schreef aan haar goede vriend. In een ander voorbeeld zien we hoe er in het Nederlands een formeler toon gebruikt wordt om de schattige baby van een andere moeder te beschrijven: (3a) ...baby was brought from the nursery, a doll-like infant with blond hair... (3b) ...baby werd gebracht. Het was een welgevormde zuigeling met blond haar... Hier wordt wederom een kommaverbinding aangepast, net als in voorbeeld 2 - in dit geval wordt de zin in tweeën gesplitst. Door de toevoeging van ‘Het was’ worden de observaties gescheiden en wordt het kind enigszins ontmenselijkt. De afstandelijkheid die door deze syntactische verschuivingen in de tekst komt wordt door semantische keuzes versterkt, zoals de keuze voor ‘welgevormde’ als vertaling van ‘doll-like’. De verteller maakt een impressionistische vergelijking: de | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
baby is als een mooie pop, een cadeau dat zij zelf ook wel zou willen krijgen. Deze diepere betekenislaag is verloren gegaan ten behoeve van een neutralere, objectievere beschrijving. Er is een aantal plaatsen aan te wijzen waar de betrokkenheid van de jonge moeder implicieter wordt gemaakt, zoals we ook al konden zien in voorbeeld 2. Hetzelfde valt op in de vertaling van het volgende fragment, waarin de vertelster voor zichzelf opkomt en aan een sceptische zuster uitlegt dat ze elf jaar eerder in hetzelfde ziekenhuis haar dochter wél borstvoeding mocht geven. Hier lezen we: (4a) It sounded as if I had made the whole thing up. (4b) Het klonk als een bekentenis van ongelijk. Naast het feit dat het persoonlijk voornaamwoord hier wordt weggelaten, waardoor meer afstand wordt gecreëerd, is er ook een duidelijk verschil in register en betekenis tussen het Nederlands en het Engels. Het vrij formele zinsdeel ‘bekentenis van ongelijk’ wijst op een vergissing, niet op een verzinsel, zoals in het Engels het geval is. Iets vergelijkbaars gebeurt in de beschrijving van het ‘gevaarlijkste wapen’ van de kraamzusters - anderen ervan overtuigen dat kersverse moeders een tijdje behoorlijk verward kunnen zijn: (5a) Everyone knew that recently-delivered mothers were prone to become slightly crazed. (5b) Iedereen wist dat pas verloste moeders soms verminderd toerekeningsvatbaar zijn. De Engelse lezer ziet hier een jonge moeder voor zich die ‘slightly crazed’, een beetje in de war is, terwijl ‘verminderd toerekeningsvatbaar’ bij de Nederlandse lezer sterke juridische connotaties kan oproepen. In haar brief aan Hermans geeft Portnoy toe dat ze zich paranoïde voelde, niet dat ze geen controle meer heeft over haar eigen handelen. In de brontekst wordt in bepaalde woorden en zinnen het lichamelijke met het emotionele verweven, een element dat ontbreekt in de vertaling. (6a) I wolfed down a large breakfast... (6b) Ik werkte een fors ontbijt naar binnen... (7a) The milking machine at once aroused my husband's interest. (7b) De melkpomp had dadelijk de belangstelling van mijn echtgenoot. Vertaling 6b neemt ogenschijnlijk het beeld van in hoog tempo veel eten over. Als de constructie ‘naar binnen werken’ echter vervangen zou worden door ‘naar binnen schrokken’ zou de Nederlandse lezer sterker het dierlijke zien in de vrouw die haar ontbijt verorbert. In voorbeeld 7 wordt door Portnoys keuze voor het woord ‘aroused’ een zekere sensualiteit toegekend aan de aandacht die haar man aan het apparaat schenkt. De Nederlandse zin is veel zakelijker van toon - in de vertaling trekt het apparaat enkel de belangstelling van de echtgenoot (en vertaler). In de vertaling wordt ook enkele keren de emotie van het lichaam losgekoppeld, zelfs wanneer het Nederlands vergelijkbare idiomatische uitdrukkingen kent. Ik geef twee voorbeelden: (8a) My heart sank. (8b) Ik voelde de vertwijfeling mij bekruipen. (9a) At four my husband showed up with diverting news from the land of the living, [...] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
(9b) Om vier uur verscheen mijn echtgenoot met afleidend nieuws over de buitenwereld, [...] Voor 8a kent het Nederlands de uitdrukking ‘de moed zonk mij in de schoenen’. De gekozen vertaling is wederom formeler en bovendien zwakker. Portnoy beschrijft vervolgens hoe haar echtgenoot haar in het ziekenhuis komt opzoeken vanuit ‘the land of the living’, een opgewekt beeld dat scherp contrasteert met haar ervaringen in het ziekenhuis; ze voelt zich machteloos en genegeerd, alsof men haar smeekbedes om haar zoon de borst te mogen geven niet hoort. Ze zou net zo goed dood kunnen zijn. Het Nederlandse ‘buitenwereld’ duidt alleen een concrete, fysieke afscheiding aan en bevat niet deze emotionele en urgente ondertoon. Er zijn nog veel meer voorbeelden aan te wijzen, maar deze selectie impliceert al hoe het Nederlandse lezerspubliek tot bepaalde conclusies kon komen wat betreft Portnoys ‘vrouwelijke ervaring en emotie’, waar zij door literaire critici om werd geroemd, en hoe deze conclusies afwijken van het beeld dat uit de brontekst spreekt. Het is de vraag waarom Portnoy dergelijke verschuivingen heeft toegestaan, zeker gezien het feit dat ze zich op haar informele, humoristische schrijfstijl beriep. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
ConclusieAls auteurs in staat zijn de vertaling van hun eigen werk te lezen, merken ze vaak dat een vertaling ‘de tekst blootlegt en dat de auteur in de vertaling van zijn of haar eigen werk pas ziet dat hij eigenlijk niet precies zegt wat hij wilde zeggen’ (Webb 46). Uit Portnoys woorden kunnen we echter opmaken dat er een discrepantie is tussen wat zij dacht dat de Nederlandse lezer in haar werk aansprak (haar directe, spreektalige stijl) en wat door critici als haar kracht werd aangeduid. Een ander interessant punt is dat de Nederlandse literaire critici haar gebruik van de eerste persoon als verteltechniek waardeerden, terwijl het ‘I’ juist op een aantal cruciale punten niet in de vertaling is overgenomen. Portnoy schreef in Gemengde gevoelens opnieuw over borstvoeding geven als een keuze. In dit fragment gebruikt ze het als een metafoor voor schrijven: Melk geven, alleen een vrouw weet hoe dat voelt, vol melk te zitten, barsten van de melk, niets anders meer willen dan ervan af te komen. Voelen jonge mannen het verlangen om van de druk van sperma af te komen net zo? Donkere kringen als inktvlekken op papier; dit soort vlekken past absoluut niet bij een ‘dame’. De Nederlandse lezer heeft enkel toegang tot een ‘geschoonde’ versie van het verhaal van Portnoy en haar strijd om borstvoeding te mogen geven. Deze vorm van tekstuele sterilisatie kan een bewuste vertaalkeuze zijn geweest, met de bedoeling om een tekst te produceren die serieuzer genomen kon worden door de lezer; Kousbroek kan in zijn keuzes beïnvloed zijn door zijn eigen schrijfstijl of zijn voorliefde voor apparaten. Een andere verklaring voor de verschuivingen zou kunnen zijn dat het werk van vrouwelij- | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
ke auteurs in Nederland vaak als te emotioneel werd beschouwd (zie ook Elke Brems et al. 2007; Hugo Brems 2006; Fenoulhet 2007; Hermans 2009; Vogel 2001). Verder onderzoek naar structurele verschuivingen in het vertaalde werk van Portnoy zou een dieper inzicht in dit soort motieven kunnen bieden. Vertalingen worden doorgaans bestudeerd door vergelijking met een originele brontekst. Zaken als getrouwheid, natuurlijkheid en accuraatheid worden hierbij aangehouden als normen om de kwaliteit van de vertaling te kunnen bepalen. Het zou echter een goede zaak zijn wanneer de discipline genrestudies niet alleen vermeed de vertaling als minderwaardig te beschouwen ten opzichte van het origineel, maar ook naar vertaling keek als een niet-derivatieve omwerking, een versie van de tekst die voor een bepaalde groep lezers als een origineel functioneert.Met de vergelijkingen in dit artikel pleit ik niet voor een ‘betere’ vertaling van ‘Milk’, maar ze illustreren hoe vertalen ervoor gezorgd heeft dat het verhaal van Portnoy binnen het Nederlandse genre van autobiografische teksten door vrouwen een andere plaats ingenomen heeft dan het Engelse origineel wellicht binnen de Engelstalige literatuur zou hebben gedaan. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|