Post
Gaan jullie nu allebei in vrede
Het doet mij genoegen dat Karolien Vermeulen mijn vertaling van Plotseling diep in het woud van Amos Oz een harmonieuze compositie vindt. Dat die vertaling ook dissonanten bevat, ik ben de eerste om het toe te geven. Maar het voorbeeld dat Karolien Vermeulen noemt overtuigt mij niet.
Het gaat om de zinsnede: Lechoe na lesjalom sjneechem. Ik heb dit tamelijk letterlijk vertaald als: ‘Gaan jullie nu allebei in vrede’. Dit doet Vermeulen denken aan Asterix en Obelix, aan Tolkien of aan de Bijbel. Ik beschouw mijzelf als een tamelijk goed kenner van de werken van zowel Goscinny en Uderzo als Tolkien, en ik heb ook weleens iets in de Bijbel gelezen, maar bij het vertalen van de betreffende zinsnede zijn associaties daaraan geen moment bij me opgekomen. Evenmin heb ik in dit verband gedacht aan de zo gewenste vrede in het Midden-Oosten. Inderdaad vatten veel lezers het sprookje op als een parabel over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Ik ben het daar niet mee eens; het gaat naar mijn idee meer om de manier waarop mensen in het algemeen met elkaar omgaan: enerzijds het uitsluiten van mensen die anders zijn, anderzijds het verongelijkt blijven steken in het eigen gelijk, hetgeen kan leiden tot fanatisme. Maar hoe dan ook, dergelijke diepe gedachten hebben niet door mijn hoofd gespeeld bij het vertalen van de uitdrukking.
Vermeulen merkt terecht op dat in de gebruikte afscheidsgroet het woord sjalom voorkomt, een heel gewoon woord in het modern Hebreeuws. Minder terecht is haar suggestie dat ik Lechoe na lesjalom dan ook zou moeten vertalen als een heel gewone uitdrukking. Het feit dat sjalom een heel gewoon woord is, wil nog niet zeggen dat elke uitdrukking waarin dit woord voorkomt óók heel gewoon is. Lechoe na lesjalom sjneechem (letterlijk: ‘Gaat toch tot vrede [of: welzijn] jullie twee’) is ook in het modern Hebreeuws een tamelijk archaïsche manier om afscheid te nemen. Toegegeven, misschien iets minder archaïsch dan ‘Gaan jullie nu allebei in vrede’, maar heel veel scheelt het niet. Degene die de uitdrukking in de mond neemt is Nehi, een man die tientallen jaren eerder uit het dorp is gevlucht en sindsdien slechts omringd door dieren in het woud woont. Is het een wonder dat zo iemand een beetje archaïsch praat? Bovendien doet hij zijn uitspraak op een plechtig moment. Er zijn in de voorafgaande uren allerlei nooit eerder geopenbaarde zaken besproken. Het moment van afscheid nadert, en Maja en Matti staan op het punt terug te keren in hun dorp, waar hun een nieuwe missie wacht. Daarbij past een enigszins plechtige afscheidsformulering: ‘Gaan jullie nu allebei in vrede’. Geen woordspel, integendeel, en naar mijn overtuiging evenmin een dissonant.
Hilde Pach, 14 oktober 2008