This was no time for games.
There was work to be done.
Wie ooit berijmde poëzie probeerde te vertalen, weet dat hij zich meestal veel vrijheden moet permitteren. Als je als vertaler het rijm wil behouden, dan kun je vaak niet letterlijk vertalen. Kijk maar naar het voorbeeld waarin ‘fun’ rijmt op ‘done’, maar ‘pret/plezier’ niet op ‘gedaan’. Beide vertalers proberen het rijmschema (xaya) te bewaren, maar Bette Westera laat de oorspronkelijke inhoud veel meer los dan Katja en Kees Stip. Haar vertaling klinkt daardoor wel natuurlijker. ‘Geen tijd voor pret’ is al een vreemde formulering en ‘we zijn aan 't werk gezet’ riekt naar rijmdwang.
Overigens verschillen de twee vertaalde fragmenten ook ritmisch. Naast rijm bezorgt het metrum de vertaler van klassieke kinderpoëzie het meeste kopzorgen. In de meeste gevallen kiezen de vertalers voor een ander metrum dat natuurlijker klinkt in de doeltaal waarin ze vertalen of laten ze het metrische patroon los voor een soepeler ritme. Beide vertalingen lijken te kiezen voor de eerste weg: Katja en Kees Stip vervangen de anapesten door jamben en Bette Westera door dactylen. Dat houden ze echter niet lang vol. In het vervolg wisselen de Stips verschillende metrische patronen af, met heel wat afwijkingen. Westera kiest voor een beweeglijker ritme dat dichter bij de spreektaal ligt. Overigens was het ritme ook niet de sterkste kant van Dr. Seuss. Hoewel hij duidelijk probeert het patroon met anapesten te bewaren, wijkt hij er geregeld van af ‘”Oh-oh!” Sally said./” Don't you talk to that cat./ That cat is a bad one,/ That Cat in the Hat.’
Ook verder verschillen de twee vertalingen in elke regel. Hier is duidelijk meer in het spel dan een verschil in strategie om de uitdagingen van rijm en metrum aan te pakken. De vertalingen illustreren twee verschillende visies op ver talen die typisch zijn voor hun tijd. In de jaren zeventig overheerste de opvatting dat je brontekstgericht moest vertalen, dat wil zeggen zo getrouw mogelijk aan het origineel. Momenteel wordt veel sterker de nadruk gelegd op het doelpubliek. De vertaler moet lezergericht vertalen. Zo stelt de Finse vertaalwetenschapster Riitta Oittinen dat het belangrijker is ‘loyaal’ te zijn aan de lezers dan ‘trouw’ aan de tekst (Translating for Children, 2000). Deze opvatting biedt meer ruimte voor de creativiteit en eigen inbreng van de vertaler die sterker ‘medeauteur’ wordt.
Hoe is Bette Westera nu te werk ge gaan? Welke vertaalstrategie heeft ze gebruikt? In de eerste plaats heeft ze niet geprobeerd regel per regel te vertalen, laat staan woord voor woord maar concentreert ze zich op de kern van elke passage, die min of meer overeenkomt met een pagina. Ze bewaart de plot van het verhaal, met de verschillende komische passages, maar ze varieert veel sterker dan de Stips in de details en de formulering. Daarbij laat ze zich niet alleen leiden door de tekst, maar ook door de illustraties.
Geregeld verwerkt ze informatie uit de illustratie die niet in de originele tekst staat, zoals in de beginstrofe: de twee kinderen zijn op de tekening sneeuw aan het ruimen. Soms levert deze ingreep een rijmwoord op, zoals in het volgende fragment:
Hij zat onder moeders paraplu.