Eisenstein, Pudowkin, Alexandrow:
Onze meening over de film met geluid
[30]
De oude droom van film met geluid gaat eindelijk in vervulling. De Amerikanen hebben door de uitvinding van de techniek van de film met geluid deze op den eersten trap van een snelle en reëele verwerkelijking gebracht. In dezelfde richting is ook Duitschland intensief werkzaam. De geheele wereld spreekt tegenwoordig van den ‘stomme’, die de beschikking over de taal verkregen heeft.
Wij, die in de Sovjetrepublieken werken, zijn er ons van bewust, datonze technische mogelijkheden een practische verwerkelijking van de film met geluid niet zoo spoedig zullen toelaten. Tevens houden wij het echter voor noodzakelijk, een reeks principieele voorwaarden van theoretischen aard vast te stellen, temeer, waar men, op te maken uit de berichten, die ons bereikten, op weg is, de nieuwe perfectioneering van het cinematographisch apparaat in de verkeerde richting te exploiteeren. Intusschen kan een onjuiste voorstelling van de mogelijkheden der nieuwe technische uitvinding niet slechts de ontwikkeling en volmaking van dat apparaat vertragen, maar ook alle door de tijdgenooten bereikte resultaten den filmvorm betreffende blootstellen aan volledige vernietiging.
De met ‘lichtbeelden’ opereerende film van onzen tijd brengt een enorm effect op de menschen teweeg en neemt met recht één der eerste plaatsen onder de kunsten in. Het is bekend, dat het voornaamste middel (ook het eenige), dat de film een dergelijk geweldig effect doet bereiken, de montage is. De stelling, dat de montage het voornaamste effect van het filmspel bepaalt, is een niet meer bestreden axioma geworden, waarop de wereldcultuur van de film berust. Het succes van de sovjetfilm op het wereldtooneel van de film is in hoogen mate van die montagemethode afhankelijk, die door de russische regisseurs uitgevonden en ingevoerd is. Daarom zijn voor de verdere ontwikkeling van de film slechts die momenten van belang, die bijdragen tot de versterking en vergrooting van het procédé der montage en haar effect. Wanneer men iedere nieuwe uitvinding vanuit dit gezichtspunt beziet, kan men gemakkelijk inzien, dat de beteekenis van de kleurenfilm en van de stereoscopische film vergeleken bij de beteekenis van het geluid gering is.
Het geluid bij de film is een ‘tweesnijdende’ uitvinding en zijn toepassing zal waarschijnlijk die richting kiezen, waar de geringste tegenstand te verwachten is, n.l. de richting van de bevreding der nieuwsgierigheid.
In de eerste plaats zal men beginnen met de commercieele uitbuiting der gangbaarste waren, n.l. van de sprekende film; van een dergelijke film dus, waarin de noteering van het geluid een naturalistisch karakter draagt, terwijl zij met de beweging op het beeldvlak nauwkeurig samenvalt en een zekere ‘illusie’ van sprekende menschen, geluidgevende objecten etc. teweeg brengt. De eerste sensatieperiode zal de ontwikkeling van de nieuwe kunst geen afbreuk doen, maar bedenkelijker is de tweede periode, die gelijktijdig met het verwelken van de ongereptheid en de zuiverheid der eerste waarnemingen van de nieuwe scheppende mogelijkheid zal beginnen en in plaats daarvan een aera zal inluiden, waarin die mogelijkheid wordt uitgebuit voor ‘hoogvliegende’ drama's en andere gefotografeerde tooneelvoorstellingen. Het aldus toegepaste geluid zal de montagecultuur vernietigen, want iedere verbinding van het geluid aan montage-onderdeelen zal den duur hunner verschijning en hun zelfstandige beteekenis verhoogen, hetgeen ongetwijfeld de montage, die vóór alles niet met onderdeelen, maar met het contrast van onderdeelen opereert, zal benadeelen.
Slechts een toepassing van het geluid volgens de principes van het contrapunt in zijn verhouding tot de zichtbare montage-onderdeelen kan nieuwe mogelijkheden voor de ontwikkeling en volmaking der montage openen. De eerste experimenteele proeven met het geluid moeten georiënteerd zijn naar het niet-samenvallen van geluid en beeld. En alleen een dergelijke ‘stormloop’ zal het vereischte gevoel doen ontstaan, dat te zijner tijd tot de creatie van een nieuw orchestraal contrapunt van licht- en geluidelement zal leiden.
De nieuwe technische uitvinding vormt geen toevallig moment in de geschiedenis van de film, maar beteekent een uitweg voor de cultureele en economische avantgarde uit een reeks van doodloopende paden, waar tot op den huidigen dag geen uitkomst mogelijk scheen. Als het eerste doodloopende pad kunnen wij den titel, benevens alle onbeholpen pogingen, deze in de montage-compositie als onderdeel der montage in te lasschen, beschouwen (de verdeeling van den titel, de vergrooting en verkleining van de grootte van het schrift etc.). Het tweede ‘slop’ vormen de verklarende gedeelten (b.v. overzichtskaarten), die de composities der montage belasten en het tempo vertragen.
Van dag tot dag worden de thema's gecompliceerder, evenals de eischen ten opzichte van de