Filmliga
(1927-1931)– [tijdschrift] Filmliga– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdPudowkin: De laatste dagen van St.-Petersburg
| |
[pagina 270]
| |
[12]
tot propaganda, wordt terzijde geschoven voor de menigte die sterker meesleept, maar minder blijvend ontroert. Pudowkin heeft het volk liefgehad - mannen en vrouwen, jongen en ouden, stakers en onderkruipers - en hij heeft dit onvergelijkelijk mooie gevoel tot kunst gemaakt, maar het opgaan in een unanimistische massa, die een persoon op zich zelf wordt, kent hij veel minder dan Eisenstein, hoezeer ook die nog de zoon bleef van Stanislafsky's Rusland. Tenslotte een woord over een volmaakt onbelangrijke zaak, die intusschen nog steeds opheldering schijnt te behoeven. Zijn dèze films partijkiezend tusschen menschen? Is hier sprake van schoftige werkgevers en ‘edele arbeiders’. Neen, maar natuurlijk hebben we wel te beseffen dat een kapitalist het maaksel is van een stelsel, dat hem er toe dwingt, de politie te halen als een fabrieksman zijn kantoor kort en klein slaat. Hij is hiermee niet persoonlijk hardvochtig, maar logisch kapitalist. Al degenen onder ons die op oogenblikken als deze, roepen dat hun klasse onrechtvaardig bedeeld is, vergeten, dat zijzelf in een dergelijk verhouding exakt het zelfde gedaan hadden. En trouwens, worden deze menschen niet óók tragisch gemaakt? Ontroert niet de bedrijfsleider, als hij na de revolutie schokkend van ellende wegrijdt? En let wel - zijn klacht is niet: wat gaat er met mijn centen gebeuren? maar: wat gaat er van Rusland worden? Objektief of niet? O! - Of dan denk ik aan Kerensky, die de volle maat krijgt van wat hem toekomt. Deze aristokratische, nerveuze, gladgeschoren kop en deze slanke gestalte in zijn eenvoudig zwart uniform geven werkelijk in waarheid het beeld van den hooghartigen salonsocialist-dictator, die zijn jas uittrekt als hij spreken gaat, tot de soldaten van wie hij er geen enkele de hand zou willen drukken. En zijn de stakers en bolsjewisten engelen? Wel nee, daar wordt niet van gerept: ze hebben honger, en dit is een geschiedkundig feit. We zien dan verder voor onze oogen wat destijds gebeurd is, en dat de Sovjets op de overwinning van het proletariaat trotsch zijn, en haar in beeld brengen, valt ze waarachtig niet kwalijk te nemen. Laat Mussolini van de marsch naar Rome een epos maken (wat hij niet kan, omdat hij erboven staat) en we zullen zeker ook een zekere vage sympathie met de zwarthemden voelen, die echter evenmin ‘kwaad kan’ - en elk socialist die dan fluit is een ezel en een rekel. Meegaan in politieke gedachten is volslagen een ander ding. Men zal mij tegenwerpen dat het doel van dit alles geen kunst is, maar propaganda. Wat gaat mij dat aan? Als ik de verzen lees van de manke schoolmeester Tyrtaios, dan sla ik het boek ook niet vol walging dicht, omdat ik in de Messeniërs begrijpelijkerwijs geen boeven zien kan. Alsjeblieft niet buitensluitend en krenterig doen met het weinigje filmkunst dat ons toebedeeld wordt. Meneer Colgate waardeert misschien geen kunstenaar die zich de tanden met konkurrentie poetst... H. BRUGMANS | |
Robison: Looping the Loop
| |
[pagina 271]
| |
[13]
Het is weer zoo geheel en al uit den volksgaarkeuken. Voor 80 ct. soep, aardappelen, vleesch en groente, met een toetje. Het wordt telkens grooter wonder waarom Jannings naar Amerika gegaan is. Zijn slechte films maken ze in Duitschland toch evengoed. HENRIK SCHOLTE |
|