Simon Koster:
Russische film-avantgarde
Om het maar dadelijk te zeggen: een Russische film-avantgarde bestaat niet.
Waarom niet? Omdat ze niet noodig is. Bijna de heele Russische filmkunst is - tegenover de West-Europeesche en Amerikaansche - avantgardekunst. Deze voorposten hebben geen voorposten noodig.
De Russische filmkunst is de jongste der wereld. (Der au-serieux-te-nemen filmwereld.) Zij is even oud, even jong, als de sovjet-republiek.
Zooals de keizerlijk-Russische balletkunst moest sterven, toen het Russisch imperialisme werd vermoord, zoo kon de Russische filmkunst niet eerder geboren worden dan toen het proletarisch regime tot leven ontwaakte. In tien jaar heeft Rusland de film, en de Russische film de wereld veroverd.
Avantgarde....is de Russische film wel avantgarde....in de gewone beteekenis? Ongetwijfeld is hij het verst vooruit, en daardoor voor-hoede. Maar deze stelling heeft hij niet te danken aan stoutmoedige experimenteerzucht of onstuimige ontdekkingspassie, maar aan de kracht van....de achterhoede. Die achterhoede is: innerlijke kultuur, levenshartstocht, levensdurf, levensbegrip. Innerlijke kultuur. Is dat niet de hoofdzaak? Daartegenover brengt Duitschland: verstandskultuur; Frankrijk: oppervlakte-kultuur; Amerika: techniek-kultuur. Maar D plus F plus A is nog altijd niet R. Omdat R een elementair begrip is. Ook in de filmkunst is goud niet langs chemischen weg te fabriceeren. Is wat men tegenwoordig doet (: een Amerikaansche roman door een Duitscher laten bewerken en door Italianen en Denen onder Fransche regie in Hongaarsche décors laten spelen) anders dan te trachten....goud te maken?
Goud is: innerlijke kultuur. Dat hebben (wat Europa betreft) de Russen. Dat kunnen we niet na-apen. Dat moeten we accepteeren.
Wacht maar! Als de Japanners en de Chineezen, de Voor-Indiërs en de Siameezen zich eens terdege met de film gaan inlaten! Dan zullen we nog iets anders beleven aan innerlijke kultuur! Nu al heeft de Japansche film - waarvan we in Europa nog nooit iets gezien hebben - een sprookjesachtige reputatie. Nu al staat de ‘geciviliseerde wereld’ met open mond tegenover den Amerikaansch-Siameeschen ‘Chang’-film, die zelfs Harold Lloyd deed zeggen: ‘Wij filmsterren zullen opnieuw moeten beginnen!’
Ja, dat zullen ‘wij filmsterren’ zeker. Maar ook dan nog zullen ‘wij filmsterren’ het nooit zoover kunnen brengen als deze ‘barbaarsche’ volkeren (het Russische incluis), omdat....juist omdat al die barbaren het begrip ‘wij filmsterren’ niet kennen.
Zij hebben daar een andere uitdrukking voor.
Zij zeggen....eenvoudig....‘wij menschen’.
Dit alles heeft weinig met Russische film-avantgarde te maken. Maar ik zou geen kans zien, het karakter van de wonderbaarlijke filmkunstwerken der Russen te omschrijven, ànders dan door er op deze wijze....omheen te schrijven. Wat de Russische film groot maakt, grooter dan alle andere, en daardoor schijnbaar jonger, schijnbaar meer ‘avantgarde’, is zijn innerlijke rijkdom: rijkdom aan leven, aan photogénique leven (maar niet zooals men dat in Amerika opvat!)
Een analyse daarvan is niet mogelijk. Als het waar is wat Kant beweerde, dat men eerder de oorsprong van de heele wereldbouw zal kunnen doorgronden dan het ontstaan van het nietigste levende wezen uit mechanische oorzaken verklaren, - dan is het even waar, dat dat specifiekwaardevolle van de Russische film niet ‘uit mechanische oorzaken’ te verklaren is. Want ook dat is: leven. Dààrnaast is heel de verdere Europeesche en Amerikaansche film: Golem, Homunculus.
De Russische film heeft geen avantgarde. Gelukkig. Ze zou meer kwaad dan goed kunnen doen. De jonge, de jongste filmregisseurs doen