de laatste blik | Bert Schreurs
Slangenbezweerders fluiten voor behoud
In Calcutta zijn einde februari 2009 een duizendtal fluitende slangenbezweerders op straat gekomen om te protesteren tegen het verbod om te werken met echte slangen. Optredens met koningscobra's en andere slangensoorten zijn er al sinds 1991 verboden, maar worden nog steeds opgevoerd. De slangenbezweerders dringen er nu op aan dat dit verbod zou worden opgeheven zodat zij hun traditionele levenswijze verder kunnen zetten.
De overheid geeft ondertussen toe dat zij bij het tot stand komen van de wet in 1991 geen rekening heeft gehouden met de lokale leefwijze en enkel vertrokken is vanuit het dierenwelzijnstandpunt. De meeste gevangen slangen verkeren in erbarmelijke gezondheid met vaak mondinfecties ten gevolge van het verwijderen van de giftanden. Bovendien worden de slangen, wanneer ze te zwak zijn geworden, meestal terug in het wild losgelaten. Dode slangen in huis betekenen immers voor vele Indiërs een slecht voorteken. Zonder tanden is de slang in het wild evenwel ten dode opgeschreven.
De meeste van de meer dan 80.000 slangenbezweerders die in India actief zijn, stammen uit de Noord-Indiase Saperagemeenschap, een onreine kaste die zich helemaal onderaan de sociale ladder bevindt. Hoewel nog steeds vele Sapera hun broodwinning halen uit de vangst van (tot 400.000 slangen per jaar!) en het optreden met slangen, zien steeds meer mannen af van het slangenbezweren. Vooral de jongere Sapera zien het nut er niet meer van in, en leren de kunst van het slangenbezweren enkel nog omdat het vanuit de traditie wordt doorgegeven. Bovendien krijgt het bezweren zelf steeds vaker het predikaat ‘archaisch’ opgeplakt en gaan jongeren steeds meer voor een gewone opleiding en een job in de stad.
Een aantal organisaties zoals de Wildlife Trust of India tracht dit probleem te ondervangen door duurzame alternatieven te creeren voor de Sapera, zodat hun kennis en kunde bewaard zouden blijven en tegelijk het welzijn van de slangen verzekerd is. Zo is er een ‘bel-een-slangenbezweerdersdienst’ gecreëerd waarbij de Sapera tegen betaling ingeschakeld worden om slangen te verwijderen uit huizen en tuinen. Ook worden ze ingezet om hun grote kennis van antigifmiddelen en hun kruidenkennis ter zake. Zeker op het platteland, waar het publieke gezondheidssysteem zo goed als onbestaande is, fungeren zij hierin als een noodzakelijke aanvulling. In India sterven naar schatting 15.000 tot 20.000 personen per jaar aan slangenbeten. De meerderheid van de oudere Sapera blijven echter gekant tegen de voorgestelde vernieuwingen. Zij pleiten ervoor dat India net meer zou inzetten op de slangenbezweringsperformance als wezenlijk onderdeel van de Indiase cultuur onder meer omdat ze vele buitenlandse toeristen aantrekt.
De ‘dans’ van de slangen is voor alle duidelijkheid een relatief begrip. Slangen zijn van nature doof en hun dans is niets meer dan een zelfverdedigingsbeweging op de voor de slang als bedreigend ervaren geluidstrillingen, voortgebracht door de ‘been’, een traditioneel blaasinstrument gemaakt uit een gedroogde (fles)pompoenplant.