Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed. Jaargang 1
(2008)– [tijdschrift] Faro. Tijdschrift over Cultureel Erfgoed– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
erfgoededucatie | Bart De Nil
| |
Op naar een educatiebeleidsplanDe situatie in Nederland bewijst dat een gerichte aanpak vruchten kan afwerpen. Daar verscheen in februari 2008, in opdracht van Erfgoed Nederland, de eerste Monitor Erfgoed Educatie (MEE) die een beeld schetst van de aard en de omvang van erfgoededucatie in Nederland.Ga naar eind2 Het algemene beeld in Nederland is dat educatie steeds belangrijker wordt: ‘met name bij archieven en erfgoedbrede organisaties (zoals de erfgoedhuizen)’. Uit dit onderzoek bleek tevens dat archieven de meeste ambities op het terrein van erfgoededucatie hebben. Dit zowel op het vlak van de stijging van het percentage van het budget dat men wil besteden aan erfgoededucatie, als op het vlak van het aantal educatieve programma's en/of lespakketten die men wil ontwikkelen. Wat niet betekent dat het ook in Nederland niet beter kan. Want, net zoals in Vlaanderen, wordt maar een gering aantal vrijwilligers binnen de archieven voor erfgoededucatie ingezet en is er binnen de archiefsector een grote behoefte aan deskundigheidsbevordering. Nu komt de relatief goede score van de Nederlandse archieven voor erfgoededucatie niet zomaar uit de lucht gevallen, want het is een gevolg van een beleid dat de laatste jaren werd gevoerd. Zo ontwikkelde de toenmalige koepelorganisatie DIVA, de voorganger van Erfgoed Nederland, in 2004 voor de archiefsector een vormingstraject rond het opstellen van een beleidsplan voor erfgoededucatie. De mosterd hiervoor kwam uit Groot-Brittannië waar al handleidingen voor het opstellen van een educatiebeleidsplan bestonden. Eigenlijk is hiermee alles al gezegd, want als we willen dat erfgoededucatie een permanent, vanzelfsprekend onderdeel wordt in de dagelijkse werking van archieven, dan is de integratie ervan in het beleidsplan een noodzakelijke voorwaarde.
Het spreekt voor zich dat het opstellen van een educatiebeleidsplan binnen een archief een ideaal vertrekpunt is van waaruit goede praktijkvoorbeelden kunnen ontstaan. Maar | |
[pagina 39]
| |
www.learningcurve.gov.uk
tot het moment dat dit binnen de archief- (en bij uitbreiding erfgoedbrede) sector als vanzelfsprekend wordt beschouwd, is het misschien beter om de schotten tussen archieven en erfgoededucatie stapsgewijs te slechten. Een voorbeeld hiervan is de terechte opmerking dat archieven op zijn zachtst uitgedrukt minder publieksgerichte instellingen dan musea zijn. Slechts weinig archieven beschikken over voldoende of aangepaste receptieve ruimtes om klassen te ontvangen. Ook hun leeszalen zijn niet direct de meest aangewezen plaats om met een klasje door te lopen. Nochtans beschikken de archieven over instrumenten binnen hun dagelijkse werking die ze ook voor erfgoededucatie zouden kunnen inzetten. Een voorzet werd trouwens al gegeven in de vorm van een aanbeveling voor de archiefsector in het al aangehaalde rapport Erfgoededucatie in het Vlaamse onderwijs, namelijk: ‘digitalisering van archief en bibliotheekmateriaal met het oog op ontsluiting naar doelgroepen toe te bevorderen/stimuleren.’ De nadruk hierbij zou vooral op het luik ontsluiting langs het internet moeten komen te liggen. Want ongeacht of ze nu aan erfgoededucatie willen doen of niet, staat digitalisering sowieso hoog op de agenda van de archiefsector. Veel archieven hebben wel één of meerdere digitaliseringstrajecten van hun collectie op poten gezet. Daarnaast werken tal van archieven volop aan een website waarmee ze hun collectie ontsluiten voor het publiek en facetten van hun werking presenteren. In de beleidsplannen van archieven lees je bijgevolg dat hun webstek wordt beschouwd als de belangrijkste toegang naar het archief voor het doorzoeken van de collectie (catalogus), het geven van informatie (loket, publicaties,...) en het tonen van de collectie (digitaal archief en virtuele tentoonstellingen). Alleen valt mij op: (erfgoed)educatie ontbreekt volledig in dit virtuele plaatje: kinderen en jongeren kunnen zo nochtans worden bereikt. | |
(E-erfgoed) good practicesHet volstaat om eens te surfen naar de websites van archieven wereldwijd. Regelmatig kom je er het onderdeel ‘educatie’ tegen. Blijkbaar zijn buitenlandse archieven verder gevorderd met het inschakelen van hun websites voor het onderwijs. Wat echter opvalt, is dat het vaak de grote nationale archieven zijn die als voortrekkers fungeren in het uitwerken van diensten voor het onderwijs en dat kleinere archiefinstellingen daarvan profiteren. Is het een probleem voor Vlaanderen dat onze nationale archiefdiensten (lees: het Algemeen Rijksarchief) als federale instelling tegenwoordig misschien weinig affiniteit hebben met het onderwijs, wat een gemeenschapsmaterie is? Of is dit stilte voor de educatiestorm? Het is dus misschien aan de grote stadsarchieven, de grote privaatrechterlijke archiefinstellingen of aan organisaties voor familiekunde om de kar te trekken, naar onderstaande voorbeelden.
Een state-of-the-art praktijkvoorbeeld van zo'n voortrekkerrol is The National Archives Learning Curve in Groot-Brittannië. Dit is een apart webplatform van het Britse nationaal archief waarin veel online diensten die een archief kan aanwenden op het vlak van erfgoededucatie, werden samengebracht. De website is zowel gericht naar studenten als naar leerkrachten en heeft als voornaamste doelstelling om aan deze doelgroepen uit de collectie van het nationaal archief les- en studiemateriaal, gebaseerd op het nationaal curriculum voor geschiedenis, aan te bieden. Er staan onder meer lessen, een virtuele tentoonstelling en games op. Leerlingen kunnen zelfs podcasts, met andere woorden geluidsbestanden, downloaden voor hun mp3-speler waarop lessen staan die gegeven worden door topacademici of die gaan over onderzoek naar historische thema's in de stijl van een radioprogramma, waarbij primaire documenten worden gelezen door acteurs. The Learning Curve is zeker een inspirerend voorbeeld voor de Vlaamse archiefsector. Een gelijkaardig voorbeeld is de portaalsite voor educatie van de nationale archieven van de Verenigde Staten. De mogelijkheden die deze website biedt aan leerlingen en leerkrachten zijn immens. De online lespakketten, het didactische materiaal, de videolessen en de specifieke opleidingen voor leerkrachten, zijn maar een kleine greep uit het aanbod. Dat het ook minder uitgebreid kan, bewijst een instelling zoals de Archives of Ontario. Zij bieden op hun website meer dan vijftig online lespakketten rond verschillende onderwerpen voor alle onderwijstypes aan. Ze sporen ook leerkrachten aan om, op basis van hun online collectie, zelf lessen te maken die dan op de website worden toegevoegd. Daarnaast ontwikkelden de Archives of Ontario, samen met het archief en de bibliotheek van Toronto, een website met lespakketten over de geschiedenis van Ontario van 1820-1970 voor het middelbare onderwijs.
Nog los van het aanbieden van een specifiek educatief aanbod naar onderwijzers en leerlingen kan een archief ook in de structuur en de vormgeving van haar website meer aandacht | |
[pagina 40]
| |
http://ohq.tpl.toronto.on.ca
www.archives.gov/education www.archives.gov.on.ca/english/education/index.html#ohq besteden aan kinderen en jongeren. Het wat attractiever of ‘cooler’ maken van de website werkt al drempelverlagend naar het onderwijs. Dit kan eenvoudig door het inbouwen van enkele toepassingen die de interactiviteit vergroten. Bijvoorbeeld met Google-maps, waarbij je digitale objecten (foto's, archiefstukken) kunt koppelen aan een locatie. Die techniek wordt bijvoorbeeld toegepast door het Utrechts Archief. Daarbij kun je ook een route door de stad uitstippelen. Een andere mogelijkheid voor archieven bestaat erin om web 2.0-toepassingen te integreren op de website. Dit kan bijvoorbeeld door een wiki op te zetten, gericht naar jongeren, waarbij je hen aanmoedigt om rond een thema zelf digitale archiefstukken of foto's uit hun omgeving te verzamelen of door middel van het schrijven van verhalen aan de slag te gaan met stukken uit een archiefcollectie. Een andere mogelijkheid is het plaatsen van een blog op de website rond bepaalde thema's uit de archiefcollectie. Als deze toepassingen worden gekoppeld aan een gerichte communicatiecampagne naar de scholen kan een archief haar regio figuurlijk op de kaart zetten. Want de meerwaarde van erfgoededucatie voor archieven ligt niet alleen in het feit dat ze op die manier hun archiefcollecties toegankelijk maken voor studenten en onderwijzers, het vergroot tevens hun maatschappelijk draagvlak en draagt, vanuit het perspectief van de scholen, bij aan een brede-schoolwerking.
Ten slotte bestaat er ook een oplossing om scholen een blik achter de schermen van een archiefinstelling te bieden. Zo werkte het natuurhistorisch museum Naturalis in Nederland het project Expert in de klas uit.8 Samen met enkele partners werd een gemakkelijk te hanteren softwarepakket ontwikkeld dat het mogelijk maakt om, door middel van streaming, live in een klas een presentatie te geven. Het is een innovatieve manier om de werking van een erfgoedinstelling naar leerlingen te brengen zonder dat ze de dagelijkse werking ‘storen’. Experts kunnen hen het restaureren of de verwerking van archieven online diets maken. Door de opstelling van een webcam zowel in de klas als bij de expert kunnen de kinderen vragen stellen en kan een expert inspelen op hun reacties. Uiteraard kan een dergelijk systeem alleen worden opgezet door een samenwerkingsverband van archieven, maar de expertise bestaat al. Ondanks enkele financiële drempels, zoals de streaming, blijkt Expert in de klas voor scholen, door een abonnementsysteem, vrij voordelig te zijn.
www.naturalis.nl//naturalis.nl/naturalis.nl/i001330.html
www.hetutrechtsarchief.nl/kaart
|
|