Brievenbus
R.S. -
Ik geloof dat onze briefwisselaar het u reeds schreef: pas op, gaat niet te slaafs uw kleuren zoeken op het palet van een ander. Zie met eigen oog, druk u uit met eigen woord. Uw sonnet - op technisch terrein - ‘Zóó was die vroege morgen...’ heeft de vereischte vier- en drieregelige strofen, maar niet de vereischte rijmen. Immers, in de twee eerste strofen mogen er, volgens eisch eener vaste wet, maar twee verschillende rijmen voorkomen, en bij u komen er vier voor. Neem eens in het Mei-nummer het prachtsonnet ‘Een Zonnedag’ op de 1e blz. Gij zult zien dat de beide vier-regelige strofen uitgaan op slechts twee gelijkluidende korte en slepende rijmen.
Ziehier het schema
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
gezeid: |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
geboren |
|
. |
. |
. |
. |
. |
. |
oneindigheid |
|
. |
. |
. |
. |
. |
. |
gloren! |
|
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
neergevlijd |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
koren, |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
hooren |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
. |
verblijd! |
Hebt ge 't beet? In uw ander sonnet (?) daar: ‘Dageraad’ hebt gij het even bont gemaakt met al die verschillende en ongewettigde rijmen. Let daar eens goed op. Een goede techniek ligt tot basis van alles, weet je?
Daarop moet dus verder gebouwd worden met eigen gevoel en eigen gedacht.
Onder dit laatste oogpunt beschouwd staan er mooie versjes in de aangehaalde gedichten, zeer mooie zelfs, maar... dunkt me niet dat uw lievelingsdichter, Pater Hilarion Thans, even achter die versjes komt uitkijken?
Bij nader onderzoek zult ge ook wel voelen wat een gewrongen verfijning er ligt in stroofjes als:
...Zon-gedropen, heilig-blij mijn nat omrande
oogen, en zijn kalme waze-glanze lichtte
gracielijk mijn bleeke-vredig aangezichte...
Ziele baadde jublend in een reiner leven,
herte zwol subtiel en wou steeds hooger g'heven!
Neen jongen lief, ge moogt aldus uw taal niet doen stijf zitten gelijk een arme sukkel in klatergoud en valsche edelgesteenten, hoor! Wat stille en innige schoonheid is er nog aan een meisje met peerlen om den hals, peerlen aan de polsen, peerlen in het oor, en rammelende perelsnoeren op de borst? Uw taal moet stralen van natuurlijke mooiheid, en schitteren van eenvoudigen soberen rijkdom.
Tracht u deze genegen wenken ten nutte te maken, en wees intusschen van harte gegroet.