Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

Op den vyfde Zond. na Pinxteren. Matt. 5.

Stem: {Nerea schoonste van u geburen.
{Ik ben verdroogt wie zal my &c.
{Ik was een roosje fris ontloken.
{Hoort al die Iesum wild gaan &c.

Door Galileen ons Heer ging treden,
Hij leert en preekt daar door zijn stem,
Ook in het Landschap der tien steden,
De volk'ren van Ieruzalem.

Hy preekt en leerd daar aan de Scharen,

En zijn Discip'len al gelijk,
Als zy bij hem gekomen waren,
Hoe men moet winnen 't Hemelryk.

Ten zy, spreek hij, topt gaar gemeene,

U regtvaardigheid meer zij,
Overvloediger als Pharizeene:
En Schriben die hier komen bij.

Gy zulr voorwaar niet binnen komen,

Hier boven in mijn Hemelryk,
Dat God bereid heeft voor de vromen,

[p. 209]

 

Om daar te leven eeuwiglijk.

 

Gy hebt gehoort tot d'Ouders spreken.

 

Nimmermeer zult gij dood slaan:

 

Zo gij hier iemand den nek gaat breken,

 

Gij zult hier na voor 't oordeel staan.

 

Maar ik zeg u, die tot u voordeel;

 

Zo iemand gram op zijn broer is,

 

Die maakt hem schuldig aan het oordeel,

 

Dat volgen zal, dat is gewis.

 

Wie Racha zal zyn Broeder noemen,

 

Die zal de Raden schuldig zyn;

 

De dwaaze zeid, zal God verdoemen?

 

En schuldig zyn de helsche pyn.

 

Wild gij offeren aan God heden;

 

Zo met u gift aan den Altaar,

 

Gaat met u Broeder eerst bevreden,

 

En offert uwe gift daar naar.

 

Heer leerd my dit regt bedenken,

 

En mijden alle twist en haat,

 

Op dat ik niemands faam mag krenken,

 

Veel min verwijten alle kwaad.