Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen
(1794)–Anoniem Evangelische visnet, : bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische Triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen, Het– AuteursrechtvrijStem: Treurt edel Huys Nassouw. Of: Van de Spaanse Ruyter.Aij menschen! menschen treurt,
Van droefheid 't hart op scheurt,
Want Iudas is geweken,
Uit d'alderhoogsten staat;
Om zyn zonden te wreken,
Hy zig verhangen gaat.
2. Het ingewand loopt uit,
Van dien boosaarden guit,
Die Christus had verraden,
Zyn meester en zyn Heer,
Die hem had wel geraden,
En aangedaan veel eer.
| |
[pagina 116]
| |
3. In zijne plaats moest zijn,
Na Iesu bitt're pijn,
Een ander uijtverkoren!
Die beter leven zou;
Dan hij die was verloren;
Door zijn verkeert berouw.
4. Waarom als Christus had,
Neer'lyk in 's Hemels Stad;
Zyn ingang nu genomen,
Doen is een ander held!
In zijn plaats aangekomen,
Zo ons de Schrift vermeld.
5. Want als een groote schaar;
Der Christenen, t'zamen waar;
t'Ieruzalem gezeten;
Gaf Petrus dit bescheid;
Mannen hoort gij moet weten,
Wat David heeft voorzeid.
6. Voorzeid heeft David dat,
Iudas zou tre'en in 't pad,
Van die zyn afgeweken,
En dat van 't Bisdom eer;
Hy zou worden versteken;
Die heeft verraan zyn Heer.
7. En heeft voorzeid daar bij,
Dat als vervallen hy,
Van 't Bisdoms ampt zou wezen;
Dat dan een ander man,
Daar moet zijn uitgelezen
Die 't best bedienen kan.
8. Des is het meer als reden,
Als dat 'er we 'er om een
| |
[pagina 117]
| |
In plaatze des verdomde,
En afgeweken hond,
(Die zyn vuilheid vermonde)
Zijn lot ontfangt terstond.
9. Dit woord was nau gedaan,
Of zij verkiezen gaan,
En in de midden stelden,
Twee uitgeleeze mans;
Twee Godvrezende helden;
Die waren waard' die krans.
10. De eene Ioseph was,
Die ook hier Barsabas.
Regtvaardig heel van leven.
Den ander heet Matthys.
Aan wien men 't lot is gegeven,
Een deugdzaam man en wijs.
11. Zy baden yverig zeer,
Dat toonen wou den Heer,
Wien hij van beid' begeerden.
En ziet, een wonder ligt,
('t Welk den Heer daar vereerden)
Heeft hy doen onderrigt.
12. 't Lot viel op Sint Matthys.
Die waardig was die prys,
Dewelke is verheven,
Tot d'alderwaarsten staat,
Die God heeft gegeven;
Tot onzer aller baat
13. Matthias, ik u groet,
Matthias 'k val te voet'
U waardste man der mannen
Wild mijn beschermer zijn,
| |
[pagina 118]
| |
Wild van mij vroom verbannen,
Het eeuwig druk en pyn.
|
|