Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

Op den VI Zond. na drie Koning. Matt. 13.

Stem: Hoe draait het rad van avonturen. Of: ô Heer hoe kunt gy het aanschouwen.

In dien tydt ging Iesus spreken,
En heeft zyn schoone Hemelrijk,
Doen hij het mostert zaad geleken,
Al is het klein, 't is kragtelyk,
't Geen dat de mensch niet tot zyn schaden,
In d'akker smyt,
Al is het minste van de gaven,
't Geen dat de mensch niet tot zyn schaden,

2. Als het zyn wasdom heeft genomen,

Wert het zo groot als eenen boom
Geen grooter dan de kruiden boomen,
Is al zo hoog, dat zonder schroom,
Komen de vogels in haar takken,
Nemen verblijf,
Die daar met vlyt hun nesten pakken,
Tot haar geryf.

3. Nog heeft doen onzen Heer gegeven,

Een andere gelykenis,
't Hemelrijk als een zuure heve,
Nu ook gelyk geworden is,
Dat besloten is in drie maten,
Van zeer goed meel,
Dat doet verzuren in die vaten,
't Beslag geheel.

4. Al deze dingen sprak den Heere,

Aan 't volk in een gelijkenis,

[p. 103]

 

En daar buiten doen nimmermeere,

 

In dien tijde dat is gewis,

 

Want dus zo was van hem geschreven,

 

Door den Propheet,

 

Ik zal door gelykenis geven,

 

U 't regt bescheen.

 

5. Als ik zal open doen mijn monde,

 

Tot u lien in gelykenis,

 

Zal ik u de waarheid verkonden,

 

Van 't geene dat geschreven is,

 

Ik zal ontwerpen groote dingen,

 

Die duyster zyn,

 

En ook dezelve gaan volbrengen,

 

Voor u aanschijn.

 

6. Dingen die van den beginne,

 

Verborgen voor de wereld zijn,

 

Zal ik u lieden geven kenne,

 

Hoort en doet na de woorden mijn;

 

o Heere leer my dit onthouwen,

 

Mijn leven lank,

 

Leer my Heer vast op u betrouwen,

 

U prys en dank.