Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen
(1794)–Anoniem Evangelische visnet, : bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische Triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen, Het– AuteursrechtvrijStem: Ach treurt met myn bedroefde &c. Of: De Winter is voorby gestreken.Het rijk der hemelen is geworde,
Spreekt onzen heer een mensch gelijk,
Die door het zaayen den Akker voeijde,
Om weer te majen rijkelyk,
Hij heeft gesmeten // Goed zaad in zyn land,
Dat heeft geweeten // Zijne vijand,
Heeft 't kwaad daar bij gepland
Hy is dan in der nagt gekomen,
Als and're sliepen, zoo ik zeg,
| |
[pagina 101]
| |
En heeft een zaad van onkruid genomen,
Bespreid de Tarwe, en gaat weg;
't Is opgeloopen // Dit snoode onkruid;
Met groote hoopen, Ter Tarwe vooruit!
Dus heeft den Heer beduid.
De knegts die hebben 't haast vernomen,
Dat 't Onkruyt in de Tarwe stond,
Zy zyn by haren Heer gekomen;
En vroegen hem dit woord terstond;
Gij hebt doen zaaijen // Waarlijk goet zaat,
Om weer te waayen // Rykelyk met baat,
Van waar komt dan dit kwaad,
Den Heer heeft tot de knegt gesproken:
Den kwaden mensch heeft dat gedaan,
Hy heeft zijn boosheid op mij gewroken;
't Geen werken zyn al van den kwaan,
Dat ons niet sparen // Zeggen zy ront uit!
Maar gaan vergaren, trekken het voort uit,
Dit snood en kwaad onkruid.
Neen, sprak den Heer, laat het opgroejen,
Met de goe Tarwe wild en woest,
Ik zal mijn majers daar na moejen,
Als zij gaan majen in den oest,
Dat zij vergaren // Dat kwade onkruid;
Ook wel bewaren // de Tarwe daar uit;
En in de Schuure sluit.
Het onkruid zal ik doen verbranden,
Vernietigen ter zelver uur;
Zo zullen ook al Gods vyanden,
Smelte als wasch namaal in 't vuur,
God zal belonen // 't Goede met de vreugd
| |
[pagina 102]
| |
En niet verschonen // De kwade ondeugd,
Hier wel op letten meugt.
|
|