66. Afmaning van de zonde.
67. Ootmoed.
68. Zelfsverloochening.
69. Broederliefde.
70. Liefde tot vijanden.
71. --- --- ---
72. Mededeelzaamheid.
73. Waakzaamheid.
74. Geestelijke strijd.
75. Toevlugt in verzoekingen.
76. Om bijstand van Gods genade.
77. Christenpligt.
78. De ware Christen de beste burger.
VI. Oefening en voordeelen des gebeds.
79. Nuttigheid des gebeds.
80. Kinderlijk toeverzigt.
81. Om opgewektheid tot bidden.
82. Dagelijksch gebed.
83. Bede om geloof en heiligheid.
84. Zucht om meerdere heiliging.
85. Gebed in verzoekingen.
86. Tegen verstrooijing van gedachten.
87. Amen.
VII. Bij de viering van den openbaren godsdienst.
88. Voortreffelijkheid der Openbaring boven de Rede.
89. Voortreffelijkheid van Jezus leer.
90. Vóór de Predikatie.
91. --- --- ---
92. --- --- ---
93. --- --- ---
94. --- --- ---
95. Na de Predikatie.
96. --- --- ---
97. Bij den Doop.
98. Na den Doop.
99. Bij de Belijdenis Predikatie.
100. Bij de Voorbereiding tot het Avondmaal.
101. Bij het Avondmaal.
102. --- --- ---
103. --- --- ---
104. --- --- ---
105. --- --- ---
106. --- --- ---