Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 331] [p. 331] CLXXXV. Op den dood. 1. Wil mij, wanneer mijn sterfuur naak', O Jezus! niet begeven; Geef, dat mijn hart dan naar U haak', Veel meer, dan in dit leven: Dan wordt mijn ziel door U behoed, Die ziel, waarvoor G' uw dierbaar bloed Aan 't kruishout hebt vergoten. 2. O Heiland! dood van onzen dood, En leven van ons leven, Indien mijn schuld, zoo zwaar, zoo groot, Mijn hart dan nog doet beven, Laat mij dan alles, wat Gij deedt, Wat Gij voor mij zoo bitter leedt, Tot mijnen troost gedenken. 3. Zoo 't hart dan nog voor sterven vreest, En voor de laatste snikken, Och! mogt mij dan uw goede Geest Met heil en vreugd verkwikken: Weer allen bangen angst dan wijd, Opdat ik, in den laatsten strijd, De zege weg moog dragen. 4. Verkwik mij, in den laatsten nood, Met uwe laatste pijne, Uw ziel voor mij bedroefd ten dood, Vertroost dan de mijne: [pagina 332] [p. 332] Mijn Heiland! och! verlaat mij niet, Wanneer ik, in dat zwaar verdriet, Daar lig van elk verlaten. 5. Men zag uw bloedzweet in den hof Op d'aarde nederdruipen, En U, gelijk een worm in 't stof, Vol bittren zielangst kruipen: Geef, dat mij dit tot sterkte zij, En, dekt het koude doodzweet mij, Ik dan nog op U hope. 6. Het vleesch is zwak; doch doet Gij maar Den geest gewillig wezen, Dan zal ik, zelfs in geen gevaar, Hoe schriklijk ook, ooit vreezen: Hoe donker 't dal des doods ook zij, Gaat Gij maar met en nevens mij, Dan kom ik ras ten einde. 7. Uw vreê, bij mijnen laatsten snik, Bewaar mijn hart en zinnen, 'k Zal dan kloekmoedig allen schrik En smart des doods verwinnen; Geef mij, dat ik, met vol verstand, Mijn' geest beveel in 's Vaders hand, Uw' troost gevoel' in 't harte. 8. Laat zorg of liefde mijn gemoed Aan 't aardsche niet doen hangen, Doe mij naar U, mijn eeuwig goed, Met alle kracht verlangen; [pagina 333] [p. 333] Dan roep ik onophoudelijk, Kom, haal m', o Jezus! in uw rijk, Ja, Amen! ja, kom spoedig! Vorige Volgende