Evangelische Gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst in de Nederlandsche Hervormde Gemeenten gebruikt te worden
(1806)–Anoniem Evangelische gezangen, om nevens het Boek der Psalmen bij den openbaren godsdienst– Auteursrechtvrij
[pagina 330]
| |
2.
Mijn schuld is zwaar, en veel, en groot,
Maar dat doet mij niet sagen;
Ik vrees wel, in den laatsten nood,
Nog veel gewetensslagen:
Maar aan uw' dood zal mijn gemoed,
En aan uw godlijk offerbloed
Dan nog met vreugd gedenken.
3.
Ik ben uw lid, Gij zijt mijn Hoofd,
Noch Engel, dood, noch leven,
Niets, dat mij ooit aan U ontrooft,
Gij hebt m' uw woord gegeven;
En sterf ik nu, ik sterf den Heer,
Gij zelf hebt mij het leven weêr,
Door uwen dood verworven.
4.
Omdat Gij uit het graf verreest,
Zal ik ooit nog eens verrijzen,
En, waar Gij mij een erfdeel weest,
Verheerelijkt U prijzen:
Dan kom ik bij U in uw rijk,
En leef met U onsterfelijk;
Daarop ontslaap ik blijde.
5.
Waar, waar is dan uw roof, o graf!
Waar dan uw prikkel, zonden!
Hier leggen wij de wapens af,
Na zoo veel strijd en wonden;
En is de doodslaap eens volbragt,
Dan wekt Gij ons door uwe kracht,
O Jezus! voor den hemel.
|
|